7.3.Het oordeel van de rechtbank
De hierna te noemen strafoplegging is in overeenstemming met de ernst van het bewezen geachte, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals daarvan ter terechtzitting is gebleken. De rechtbank heeft bij de keuze tot het opleggen van een vrijheidsbenemende straf en bij de vaststelling van de duur daarvan in het bijzonder het volgende laten meewegen.
Ernst van de feiten
Verdachte heeft zich samen met een ander schuldig gemaakt aan diefstal en afpersing met geweld en bedreiging met geweld. Verdachten zijn midden in de nacht een woning binnengedrongen en hebben de bewoners met (bedreiging met) geweld gedwongen tot afgifte van meerdere goederen. Ook hebben zij met (bedreiging met) geweld goederen weggenomen. Verdachte heeft verklaard dat geen sprake was van een vooropgezet plan om geweld te gebruiken en dat het niet de bedoeling was de bewoners tegen het lijf te lopen. Toen dit echter wel gebeurde heeft verdachte er voor gekozen geweld te gebruiken in plaats van weg te gaan. Hoewel de schade en de fysieke gevolgen beperkt zijn gebleven zijn deze feiten ontzettend indringend geweest voor de slachtoffers. Onder bedreiging van een mes hebben verdachten twee van de slachtoffers vastgepakt. Uit de aangiftes volgt dat de slachtoffers bang zijn geweest en zich bedreigd hebben gevoeld. Verdachten hebben alleen oog gehad voor hun financiële gewin.
Persoon van verdachte
De rechtbank heeft kennisgenomen van de onder 6 genoemde Pro Justitia rapportage. Hieruit volgt dat er meerdere malen op vrijwillige basis als ook in een juridisch kader is geprobeerd om verdachte klinisch te behandelen in instellingen. Drie opnames bij Fivoor/Antes zijn voortijdig beëindigd waarbij er sprake was van agressie en er één keer politieassistentie nodig was. Uit de rapportage volgt verder dat sprake is van ernstige en hardnekkige middelenproblematiek bij verdachte. Een behandeling hiervan slaagt niet vanwege de (narcistische) persoonlijkheidsproblematiek. Verdachte voelt zich snel onheus bejegend, vermoedelijk als projectie van zijn eigen wankele zelfbeeld. Hij is daardoor snel gekrenkt en reageert dan met agressie. Als hij dat niet doet, dan voelt dat voor hem als zichzelf volledig opgeven. De middelenproblematiek is tot nu toe onbehandelbaar vanwege de snelle krenking vanuit de (narcistische) persoonlijkheidsproblematiek.
Het risico op recidive ten aanzien van vergelijkbaar geweld wordt door de psychiater en psycholoog ingeschat als hoog. De kans op recidive wordt sterk bepaald door het middelengebruik van verdachte.
Volgens de psychiater en psycholoog is een langdurige behandeling nodig, met een hoog beveiligingsniveau vanwege de kans op agressie en om de problematiek tegelijk aan te kunnen pakken. Naast het continueren van de abstinentie en behandeling van de middelenproblematiek dient verdachte zich bewust te worden van zijn persoonlijkheidsproblematiek via een langdurige psychotherapeutische behandeling, zoals schematherapie. Daarom adviseren de psychiater en psycholoog om voornoemde behandeling in het kader van een tbs-maatregel met voorwaarden op te leggen vanwege de ernstige en hardnekkige problematiek waarbij eerdere behandelingen zowel vrijwillig als in een juridisch kader onvoldoende effect hebben gehad, het hoge recidiverisico op geweld en de ernst van het tenlastegelegde (indien bewezen verklaard). Bij voorkeur dient deze behandeling plaats te vinden in een Forensisch Psychiatrische Kliniek met expertise in middelenproblematiek dan wel een forensische verslavingskliniek met een vergelijkbaar hoog beveiligingsniveau en expertise op het gebied van persoonlijkheidsproblematiek. Een tbs-maatregel met voorwaarden is haalbaar, omdat verdachte bereid is mee te werken aan de behandeling en in de penitentiaire inrichting heeft laten zien dat hij abstinentie van verdovende middelen in een gereguleerde omgeving kan volhouden.
Op de zitting van 18 april 2023 heeft voornoemde psychiater verklaard dat een zorgmachtiging geen passende maatregel is. Een zorgmachtiging wordt voor de duur van een half jaar afgegeven en daarna wordt door de kliniek bepaald of de behandeling wordt verlengd of beëindigd. Daarnaast kan het vereiste beveiligingsniveau bij een zorgmachtiging niet worden gegarandeerd. Verder wordt het verplicht toedienen van medicatie door een kliniek gebruikt om bij een agressie incident de controle over een patiënt terug te kunnen krijgen.
Daarnaast heeft de rechtbank kennisgenomen van de door reclasseringswerker [persoon 1] opgestelde adviesrapportage van Inforsa van 4 april 2023. Uit de rapportage volgt dat het alcohol- en crackgebruik van verdachte een belangrijke rol in zijn leven speelde en moeilijk te doorbreken bleek. Verdachte heeft het tenlastegelegde feit onder invloed van crack gepleegd met als doel om meer drugs te kunnen kopen. Verdachte toont inzicht in de rol die zijn middelengebruik heeft gespeeld en is gemotiveerd om abstinent te blijven. Naast bovengenoemd middelengebruik, is een persoonlijkheidsstoornis met antisociale en narcistische trekken vastgesteld, die samenhangt met zowel het delictgedrag als de verslaving. Verdachte lijkt over een hoge mate van zelfredzaamheid te beschikken en hij toont voldoende inzicht in zijn problematiek. Verdachte toont zich bovendien gemotiveerd voor behandeling. De reclassering vindt behandeling gericht op middelengebruik en achterliggende problematiek noodzakelijk, aanvankelijk in een kliniek en aansluitend ambulant in combinatie met begeleid wonen. De reclassering adviseert positief over het opleggen van een tbs-maatregel met voorwaarden. Verdachte lijkt voldoende in staat om zich te houden aan bijzondere voorwaarden, heeft zich hiertoe bereid verklaard en lijkt de consequenties van het overtreden van de voorwaarden te begrijpen. Het recidiverisico wordt als hoog ingeschat. Dit risico hangt voor een groot deel samen met de verslavingsproblematiek van verdachte. Als het hem lukt om abstinent te blijven, zal de recidivekans afnemen. Daarnaast is het van belang dat de praktische zaken zoals huisvesting, dagbesteding, financiën en zijn sociale netwerk op orde zijn.
Op de zitting van 18 april 2023 heeft voornoemde reclasseringswerker verklaard dat verdachte door [verslavingskliniek] in [plaats] is geaccepteerd, onder de voorwaarde dat een tbsmaatregel met voorwaarden moet zijn opgelegd. De geadviseerde tbs-maatregel met voorwaarden is daarom uitvoerbaar.
Uit het strafblad van verdachte van 14 maart 2023 komt naar voren dat verdachte eerder voor strafbare feiten is veroordeeld, zoals vernieling, diefstal, bedreiging, belediging van een ambtenaar, wederspannigheid en huiselijk geweld.
Motivering tbs-maatregel met voorwaarden
De rechtbank stelt vast dat is voldaan aan de wettelijke vereisten om een tbs-maatregel op te leggen (artikel 37a Sr en verder):
- verdachte is onderzocht door een psychiater en psycholoog, die hebben vastgesteld dat tijdens het begaan van de bewezenverklaarde diefstal en afpersing met (bedreiging met) geweld bij verdachte sprake was van een ziekelijke stoornis van de geestvermogens;
- diefstal en afpersing met (bedreiging met) geweld is een misdrijf waarop minimaal vier jaar gevangenisstraf staat;
- verder is gebleken dat verdachte onder invloed van de bij hem vastgestelde stoornissen een gevaar vormt voor anderen.
De rechtbank is op basis van de behandeling ter terechtzitting, de inhoud van de Pro Justitia rapportage en de adviesrapportage van de reclassering overtuigd geraakt van de noodzaak van behandeling in het kader van een tbsmaatregel met voorwaarden. De aard en ernst van het feit, het hoge recidiverisico, de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen eisen deze maatregel. Bij verdachte is sprake van ernstige verslavingsproblematiek waarvoor een langdurige, klinische behandeling nodig is op een afdeling met een hoog beveiligingsniveau, zoals een FPK. Die behandeling kan alleen binnen het kader van een tbs-maatregel (met voorwaarden) worden vormgegeven. Binnen het kader van een zorgmachtiging, zoals door de raadsvrouw subsidiair is voorgesteld, kan dat niet. Nu eerdere behandelingen zowel vrijwillig als in een juridisch kader onvoldoende effect hebben gehad, komt de rechtbank tot de conclusie dat slechts een tbsmaatregel met voorwaarden het recidiverisico tot een maatschappelijk aanvaardbaar niveau kan terugbrengen. De rechtbank zal daarom voor het bewezenverklaarde overgaan tot oplegging van een tbs-maatregel met daaraan verbonden de door de reclassering geadviseerde voorwaarden. De rechtbank zal de voorwaarde betreffende het meewerken aan een time-out wijzigen zodat een opname in een Forensisch Psychiatrisch Centrum of andere instelling alleen kan plaatsvinden met tussenkomst van de beoordeling van de rechter. De rechtbank zal de voorwaarden met betrekking tot het verplicht laten innemen van medicatie door verdachte niet wijzigen gelet op wat de psychiater ter zitting naar voren heeft gebracht. Uit het verleden is gebleken dat verdachte tijdens een behandeling agressief kan reageren en daarom moet de kliniek – indien nodig – verplicht medicatie aan verdachte kunnen toedienen, zodat zij hem onder controle kunnen krijgen.
Dadelijke uitvoerbaarheid
De rechtbank zal bepalen dat de tbs-maatregel dadelijk uitvoerbaar zal zijn, omdat er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat verdachte – zonder de juiste behandeling en begeleiding – opnieuw een strafbaar feit zal plegen. Het is van belang dat de klinische behandeling direct wordt aangevangen en dat een periode zonder behandeling en toezicht – die er zou kunnen zijn in geval van het instellen van hoger beroep – wordt vermeden.
Ongemaximeerde tbs
Tot slot is de rechtbank van oordeel dat het bewezenverklaarde feit kan worden aangemerkt als een misdrijf dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van personen, zodat de totale duur van de tbs-maatregel een periode van vier jaar te boven mag gaan.
Motivering straf
De rechtbank vindt dat daarnaast, met name gelet op de ernst van het bewezenverklaarde, aan verdachte een onvoorwaardelijke gevangenisstraf moet worden opgelegd. De rechtbank houdt rekening met straffen die in soortgelijke zaken worden opgelegd. Volgens afspraken die rechtbanken onderling hebben gemaakt is het uitgangspunt voor een woningoverval met licht geweld of bedreiging een gevangenisstraf van drie jaren. Verder houdt de rechtbank bij het bepalen van de duur van de straf rekening met de omstandigheid dat verdachte verminderd toerekeningsvatbaar wordt beschouwd. Dat in aanmerking genomen acht de rechtbank voor het bewezenverklaarde een gevangenisstraf van achttien maanden, met aftrek van voorarrest, passend.
Geen contactverboden
De rechtbank zal geen contactverbod met aangevers en [medeverdachte] opleggen, omdat de noodzaak daartoe niet is gebleken. Het bewezenverklaarde was geen doelbewuste actie gericht op aangevers. Daarnaast heeft verdachte aangegeven dat hij geen contact meer met [medeverdachte] heeft gehad.