ECLI:NL:RBAMS:2023:4154

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
29 juni 2023
Publicatiedatum
5 juli 2023
Zaaknummer
13/151159-23
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste en enige aanleg
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om aanvullende toestemming voor tenuitvoerlegging van straffen in het kader van overlevering

Op 29 juni 2023 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een verzoek van Hongarije om aanvullende toestemming voor de tenuitvoerlegging van straffen. De rechtbank oordeelde dat het niet nodig was om te beslissen over de tenuitvoerlegging van een straf waarvoor de overgeleverde persoon al was overgeleverd. De rechtbank weigerde aanvullende toestemming voor de tenuitvoerlegging van een andere straf, gebaseerd op artikel 12 van de Overleveringswet (OLW). De overlevering was eerder toegestaan voor de tenuitvoerlegging van een straf opgelegd bij een vonnis van het Györ District Court, maar geweigerd voor een andere straf opgelegd door het Györ Regional Court. De rechtbank concludeerde dat de overleverde persoon niet had aangetoond dat hij op de hoogte was van de zitting die leidde tot het arrest van het Györ Regional Court, en dat er geen redenen waren om af te wijken van de eerder genomen beslissing. De rechtbank heeft het verzoek om toestemming voor de tenuitvoerlegging van de straf geweigerd.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER

Parketnummer: 13/151159-23
Datum beslissing: 29 juni 2023
BESLISSING
op de vordering ex artikel 14, derde lid, Overleveringswet (hierna: OLW), ingediend door de officier van justitie bij deze rechtbank op 22 juni 2023, strekkende tot het in behandeling nemen van een verzoek om toestemming te verlenen als bedoeld in artikel 14, eerste lid, aanhef en onder f, OLW.
[overgeleverde persoon],
geboren op [geboortedag] 1993 te [geboorteplaats] (Hongarije),
thans verblijvende in [land],
hierna te noemen: de overgeleverde persoon.

1.Beoordeling

Het verzoek bevat de gegevens als bedoeld in artikel 8, eerste lid, van Kaderbesluit 2002/584/JBZ. De voorhanden zijnde stukken zijn toereikend om - met volledige eerbiediging van de rechten van verdediging van de overgeleverde persoon - een beslissing te nemen.
Het verzoek betreft feiten en straffen ten aanzien waarvan krachtens de OLW de overlevering gedeeltelijk is toegestaan en gedeeltelijk is geweigerd. De overlevering is namelijk bij uitspraak van 15 september 2020 toegestaan voor de tenuitvoerlegging van de straf opgelegd bij het vonnis van
the Györ District Courtmet kenmerk B.258/2016/12 en geweigerd voor de tenuitvoerlegging van de bij arrest van
the Györ Regional Courtmet kenmerk 3.Bf.324/2018/11 opgelegde straf, op welke straffen en rechterlijke beslissingen het verzoek nu weer ziet.
Nu de overlevering al is toegestaan voor de tenuitvoerlegging van de straf opgelegd bij het vonnis van
the Györ District Courtmet kenmerk B.258/2016/12 en de betrokkene daarvoor ook daadwerkelijk is overgeleverd, is toestemming voor de tenuitvoerlegging van deze straf niet nodig.
Wat betreft de straf opgelegd bij het arrest van
the Györ Regional Courtmet kenmerk 3.Bf.324/2018/11 geldt dat de overlevering bij uitspraak van 15 september 2020 is geweigerd op grond van artikel 12 OLW. Destijds is de volgende informatie verstrekt door de uitvaardigende autoriteit:
“According to the available information [overgeleverde persoon] failed to receive personally
the summons for the open hearing of the court of second instance (he did not take
delivery of the summons with his own hand), but according to the current rules of
criminal procedure the mail returned to the court with the notice "did not collect"
shall be deemed to have been duly delivered.
We have no information about the delivery of Judgement No. 3.Bf.324/2018 of the
Györ Regional Court, since it was not posted as a mail with return receipt
requested, but was simply sent to the known address of [overgeleverde persoon], and was not
returned to the address of the Regional Court.”
Volgens de bij het verzoek verstrekte informatie zou de overgeleverde persoon in persoon zijn opgeroepen voor de zitting die heeft geleid tot het arrest van
the Györ Regional Court.Deze informatie is dus strijdig met de eerder verstrekte informatie. Nog daargelaten dat in de thans verstrekte informatie niet is vermeld wanneer de oproeping in persoon is uitgereikt, ziet de rechtbank in het licht van de eerder verstrekte informatie geen aanleiding om nu te oordelen dat artikel 12, onderdeel a, van de OLW van toepassing is. De rechtbank ziet geen aanleiding om af te zien van de toepassing van die weigeringsgrond. Er zijn geen omstandigheden gebleken die aanleiding geven voor het oordeel dat de overgeleverde persoon uit eigen beweging (stilzwijgend) afstand heeft gedaan van zijn recht om in persoon te verschijnen dan wel dat hij kennelijk onzorgvuldig is geweest met betrekking tot zijn bereikbaarheid voor officiële correspondentie.
De rechtbank zal daarom het verzoek afwijzen.

2.Beslissing

De rechtbank:
weigert toestemmingvoor de tenuitvoerlegging van de straf, opgelegd bij arrest van
the Györ Regional Courtmet kenmerk 3.Bf.324/2018/11 aan
[overgeleverde persoon]voor de feiten zoals vermeld in het verzoek.
Deze beslissing is genomen op 29 juni 2023 door
mr. P. van Kesteren, voorzitter,
mrs. A.J.R.M. Vermolen en J.H. Beestman, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. R.R. Eijsten, griffier.