Op 2 februari 2023 heeft de Rechtbank Amsterdam een beschikking gegeven in een familiezakenprocedure betreffende de wijziging van het gezag en de zorgregeling voor een minderjarige. De zaak betreft een man en een vrouw die in een conflict zijn verwikkeld over het ouderlijk gezag en de omgangsregeling met hun kind. De man, vertegenwoordigd door advocaat mr. B. Blom, verzoekt om mede met het ouderlijk gezag over de minderjarige te worden belast, terwijl de vrouw, vertegenwoordigd door advocaat mr. M.C. Spil, zich verzet tegen dit verzoek. De rechtbank heeft eerder op 15 juni 2022 bepaald dat er een eerste contactmoment tussen de man en de minderjarige zou plaatsvinden, en de behandeling van de definitieve omgangsregeling en het gezag is vastgesteld op 24 augustus 2022. Tijdens deze zitting is gebleken dat de communicatie tussen de ouders moeizaam verloopt en dat de man de samenwerking met Levvel, een bemiddelingsorganisatie, als problematisch heeft ervaren. De vrouw heeft aangegeven dat de man over haar grenzen heen gaat en dat er momenteel geen basis is voor gezamenlijk gezag. De rechtbank oordeelt dat er een onaanvaardbaar risico bestaat voor de minderjarige als de ouders gezamenlijk het gezag uitoefenen, en wijst het verzoek van de man af. Tevens wordt het verzoek van de man om een omgangsregeling met de minderjarige te treffen afgewezen, omdat de rechtbank van mening is dat de man niet openstaat voor de noodzakelijke begeleiding en samenwerking met Levvel. De rechtbank benadrukt het belang van een goede communicatie en samenwerking tussen de ouders voor het welzijn van de minderjarige.