ECLI:NL:RBAMS:2023:4134

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
23 juni 2023
Publicatiedatum
4 juli 2023
Zaaknummer
21/5930
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Parkeerbelasting en onderzoeksplicht bij naheffingsaanslag op zondag

In deze zaak heeft de rechtbank Amsterdam op 23 juni 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser, een inwoner van Rijswijk, en de heffingsambtenaar van de gemeente Amsterdam. Eiser had een naheffingsaanslag parkeerbelasting ontvangen op 9 september 2021, omdat hij op zondag zijn auto had geparkeerd zonder parkeerbelasting te betalen. Eiser stelde dat hij dacht dat hij op zondag geen parkeergeld hoefde te betalen, omdat er een parkeerautomaat in de buurt stond die dit zou aangeven.

De heffingsambtenaar verklaarde echter dat er sinds 8 april 2018 betaald parkeren geldt op de betreffende locatie op zondag van 12:00 uur tot 24:00 uur. De rechtbank oordeelde dat de heffingsambtenaar voldoende informatie had verstrekt over de parkeerregels en dat eiser niet had aangetoond dat hij aan zijn onderzoeksplicht had voldaan. De rechtbank concludeerde dat de naheffingsaanslag terecht was opgelegd.

Eiser heeft zijn beroep tegen de beslissing van de heffingsambtenaar verloren, en de rechtbank verklaarde het beroep ongegrond. Er werd geen aanleiding gezien voor vergoeding van het griffierecht. De uitspraak werd openbaar uitgesproken en een afschrift werd naar de betrokken partijen verzonden.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

Bestuursrecht
zaaknummer: AMS 21/5930

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 23 juni 2023 in de zaak tussen

[eiser] , uit Rijswijk, eiser,

en

De heffingsambtenaar van de gemeente Amsterdam

( [gem. verweerder] ).
Partijen worden hierna eiser en de heffingsambtenaar genoemd.

Procesverloop

Met een besluit van 9 september 2021 heeft de heffingsambtenaar een naheffingsaanslag parkeerbelasting aan eiser opgelegd.
Met de uitspraak op bezwaar van 8 november 2021 (de bestreden uitspraak) heeft de heffingsambtenaar het bezwaar van eiser ongegrond verklaard.
Eiser heeft daartegen beroep ingesteld.
De zaak is behandeld op de zitting van 8 juni 2023 . Eiser is zonder bericht van verhindering niet verschenen. De heffingsambtenaar heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

1. Aan eiser is een naheffingsaanslag parkeerbelasting opgelegd omdat hij op [medio] september 2021 om 16:22 uur zijn auto met kenteken [kenteken] heeft geparkeerd ter hoogte van de [adres] te Amsterdam terwijl hij daarvoor geen parkeerbelasting heeft betaald.
2. Met de bestreden uitspraak is het bezwaar van eiser ongegrond verklaard. Eiser heeft namelijk niet aangetoond dat hij wel parkeerbelasting heeft betaald.
Standpunt eiser
3. Eiser vindt de naheffingsaanslag onterecht. Hij nam aan dat hij op zondag geen parkeergeld hoefde te betalen, omdat zijn auto geparkeerd stond naast een parkeerautomaat met nummer [parkeermeter nummer] waarop volgens eiser stond vermeld dat op zondagen geen parkeergeld hoeft te worden betaald.
Standpunt heffingsambtenaar
4. De heffingsambtenaar stelt zich op het standpunt dat sinds 8 april 2018 voor het parkeren van een voertuig op de [adres] op zondag van 12:00 uur tot 24:00 uur parkeerbelasting is verschuldigd. De heffingsambtenaar heeft een afbeelding van het scherm van de parkeerautomaat met nummer [parkeermeter nummer] overgelegd waarop dit ook staat vermeld. Eiser heeft volgens de heffingsambtenaar niet aangetoond dat op de parkeerautomaat stond aangegeven dat er op zondag geen parkeergeld hoefde te worden betaald.
Oordeel rechtbank
5. De vraag die rechtbank moet beantwoorden is of de heffingsambtenaar de naheffingsaanslag parkeerbelasting terecht heeft opgelegd, terwijl eiser niet wist dat hij voor het parkeren moest betalen.
6. Voorop staat dat de heffingsambtenaar de taak heeft om duidelijk kenbaar te maken waar, wanneer en op welke wijze parkeerbelasting moet worden voldaan. Dit kan blijken uit bebording of parkeerapparatuur in de directe omgeving van de parkeerplaats. Aan de andere kant heeft de parkeerder een onderzoeksplicht om zich op de hoogte te stellen van het parkeerregime dat ter plaatse geldt.
7. De rechtbank is van oordeel dat de heffingsambtenaar in dit geval voldoende duidelijk heeft gemaakt dat op de [adres] op zondag sprake is van betaald parkeren. Op de parkeerautomaat waarnaast eiser zijn auto had geparkeerd staat dat er sprake is van betaald parkeren op zondag tussen 12.00 uur en 24.00 uur. De heffingsambtenaar heeft dan ook aan zijn informatieplicht voldaan.
8. De rechtbank is verder van oordeel dat eiser niet aan de op hem rustende onderzoeksplicht heeft voldaan. Eiser heeft niet aangetoond dat op de parkeerautomaat stond vermeld dat op zondag sprake is van gratis parkeren. De heffingsambtenaar heeft de parkeerbelasting dan ook terecht nageheven.

Conclusie en gevolgen

9. Het beroep is ongegrond. Eiser krijgt dus geen gelijk. Voor een vergoeding van het door eiser betaalde griffierecht bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. D. Sullivan, rechter, in aanwezigheid van mr. M.G. Elfferich, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 23 juni 202
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over hoger beroep

Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar het gerechtshof Amsterdam waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een beroepschrift. U moet dit beroepschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven.