Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
1.Beoordeling
2.Beslissing
[opgeëiste persoon]voor de feiten zoals vermeld in het verzoek.
Rechtbank Amsterdam
Op 29 juni 2023 heeft de Rechtbank Amsterdam, in de Internationale Rechtsulpkamer, een beslissing genomen op een verzoek van de Belgische autoriteiten om aanvullende toestemming te verlenen voor vervolging van een Albanees individu. Dit verzoek was ingediend door de onderzoeksrechter te Brussel op 27 januari 2023 en betreft feiten die vóór de overlevering zijn begaan. De rechtbank heeft vastgesteld dat het verzoek voldoet aan de vereisten van artikel 8, eerste lid, van Kaderbesluit 2002/584/JBZ, en dat de betrokkene op 20 april 2023 is gehoord. De rechtbank heeft echter geconcludeerd dat er geen nationaal arrestatiebevel ten grondslag ligt aan het verzoek, wat noodzakelijk is volgens artikel 27, vierde lid, in verbinding met artikel 8, eerste lid, aanhef en onder c, van het Kaderbesluit. De Belgische autoriteiten hebben per e-mail bevestigd dat het vanwege het specialiteitsbeginsel niet mogelijk is om een nationaal aanhoudingsbevel uit te vaardigen. De rechtbank heeft daarom het verzoek om toestemming voor uitbreiding van de vervolging afgewezen, omdat de vereiste nationale rechterlijke beslissing ontbreekt. De beslissing is genomen door de voorzitter mr. M.M.L.A.T. Doll, samen met mrs. Ch.A. van Dijk en B. Yesilgöz, in aanwezigheid van griffier mr. I. van Heusden.