ECLI:NL:RBAMS:2023:4085

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
4 mei 2023
Publicatiedatum
3 juli 2023
Zaaknummer
C/13/731562 / KG ZA 23-256
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot inzage in medisch dossier van overleden partner ten behoeve van onderzoek naar wilsbekwaamheid

In deze zaak vordert de eiseres inzage in het medisch dossier van haar overleden partner, [naam 3], om te onderzoeken of hij wilsbekwaam was ten tijde van de wijziging van zijn testamenten. De eiseres stelt dat haar partner, die in 2022 overleed, onder druk en ongepaste beïnvloeding van zijn zonen zijn testament heeft gewijzigd, waardoor zij als erfgenaam werd onterfd. De rechtbank heeft op 4 mei 2023 in kort geding geoordeeld dat de eiseres een zwaarwegend belang heeft bij inzage in het medisch dossier, omdat dit kan helpen bij het aantonen van de wilsonbekwaamheid van [naam 3] op het moment van de testamentwijzigingen. De rechtbank oordeelt dat AMC, het Academisch Medisch Centrum, binnen zeven dagen na betekening van het vonnis inzage moet geven in het medisch dossier over de periode van 1 maart 2022 tot en met 4 juli 2022. De voorzieningenrechter benadrukt dat het medisch beroepsgeheim kan worden doorbroken als er voldoende aanwijzingen zijn dat de overledene wilsonbekwaam was tijdens de testamentwijzigingen. De vordering van de eiseres wordt toegewezen, maar de afgifte van het dossier moet beperkt blijven tot relevante delen en alleen aan een bevoegde medisch deskundige.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht, voorzieningenrechter civiel
zaaknummer / rolnummer: C/13/731562 / KG ZA 23-256 HH/JT
Vonnis in kort geding van 4 mei 2023
in de zaak van
[eiseres],
wonende te [woonplaats] ,
eiseres bij conceptdagvaarding van 28 maart 2023,
advocaat mr. H. Loonstein te Amsterdam,
tegen
de publiekrechtelijke rechtspersoon
ACADEMISCH MEDISCH CENTRUM (AMC),
gevestigd te Amsterdam,
gedaagde,
vrijwillig verschenen,
advocaat mr. S. Colsen te Amsterdam.
Partijen zullen hierna [eiseres] en AMC worden genoemd.

1.De procedure

1.1.
Tijdens de mondelinge behandeling op 18 april 2023 heeft [eiseres] de vordering zoals omschreven in de dagvaarding toegelicht. AMC heeft verweer gevoerd. Beide partijen hebben producties en een pleitnota ingediend.
Vonnis is bepaald op vandaag.
1.2.
Tijdens de mondelinge behandeling waren voor zover van belang aanwezig:
- [eiseres] met mr. Loonstein;
- aan de kant van AMC: [naam 1] (lid medische directie), [naam 2] (bedrijfsjurist) en mr. Colsen.

2.De feiten

2.1.
[eiseres] is in 2013 met de heer [naam 3] (hierna: [naam 3] ) een geregistreerd partnerschap aangegaan. Zij zijn allebei eerder gehuwd geweest en hebben allebei uit die eerdere huwelijken twee kinderen. De twee biologische kinderen van [naam 3] zijn twee zonen, [naam zoon 1] en [naam zoon 2] .
2.2.
Op 11 juni 2013 hebben [eiseres] en [naam 3] testamenten laten opmaken. Daarin hebben zij beiden elkaar en hun gezamenlijke kinderen als erfgenaam benoemd. Daarnaast hebben zij in die testamenten vastgelegd dat de langstlevende partner executeur in de nalatenschap van de ander zou worden.
2.3.
Bij [naam 3] werd eind 2021 (acute) leukemie geconstateerd.
2.4.
Eind maart 2022 heeft de behandelend arts van [naam 3] gemeld dat zijn toestand zeer zorgwekkend is en dat hij niet lang meer te leven heeft.
2.5.
Op 30 maart 2022 tijdens een van de ziekenhuisopnames van [naam 3] in het AMC is een gesprek opgenomen (in bijzijn van [eiseres] en zoon [naam zoon 1] ) waarin [naam 3] – voor het geval hij snel zou komen te overlijden – meedeelt hoe hij bepaalde zaken met betrekking tot zijn nalatenschap geregeld wil hebben.
2.6.
Op 7 april 2022 heeft [naam 3] zijn testament gewijzigd. Voor zover van belang is daarin als wijziging ten opzichte van het testament van 11 juni 2013 – kort gezegd – een passage opgenomen dat [eiseres] en haar bloedverwanten bij scheiding (ontbinding partnerschap) geen rechten/bevoegdheden hebben, is een legaat aan zoon [naam zoon 1] opgenomen en is [naam 4] (hierna: [naam 4] ) benoemd als executeur.
2.7.
Op 23 juni 2022 is er bij [eiseres] een verzoekschrift tot ontbinding van het geregistreerde partnerschap betekend. Daarin stond als grond vermeld dat het geregistreerde partnerschap duurzaam zou zijn ontwricht.
2.8.
Bij e-mail van 2 juli 2022 (via het e-mailadres van [naam 3] ) heeft [naam zoon 2] voor zover van belang het volgende aan de notaris geschreven:
“(…)Ik schrijf deze email namens [naam 3] (…) mijn vader. Op dit moment zit ik naast mijn vader in het AMC ziekenhuis in Amsterdam (…). Gezien de urgentie van zijn huidige medische situatie hoop ik zo spoedig mogelijk contact met u te leggen. [naam 3] wil namelijk het concept testament tekenen zoals hij dat met u heeft besproken ((…) laatste correspondentie van 27 juni 2022). [naam 3] heeft de stukken kunnen bestuderen en is akkoord met het concept. [naam 3] vroeg mij deze email te typen vanuit zijn eigen email account, in de hoop dat het u langs deze weg bereikt. (…)(…) Vanwege zijn verslechterde situatie had hij nog niet de energie om eerder te reageren op uw correspondentie. (…) [naam 3] is momenteel goed aanspreekbaar al kucht hij en is hij kortademig. Hij krijgt voor zover ik nu weet geen medicijnen met significante impact op zijn geestelijke gesteldheid.Al snappen we dat het mogelijk van beperktere juridische waarde is, zullen we ook een video opnemen waarin hij stelt dat hij bij geeste is en het nieuwe concept testament volledig onderschrijft. (…)”
2.9.
Op 4 juli 2022 heeft [naam 3] zijn testament nogmaals gewijzigd. Ditmaal vond de wijziging plaats op de intensive care afdeling van het AMC ziekenhuis. Daar waar [eiseres] in het testament van 7 april 2022 nog als (mede) erfgenaam werd aangemerkt en (enige) rechten kon ontlenen aan de nalatenschap van [naam 3] , is [eiseres] in het testament van 4 juli 2022 – kort gezegd – geheel onterfd.
2.10.
Op 6 juli 2022 is [naam 3] in het AMC overleden.
2.11.
Bij brief van 28 november 2022 heeft de advocaat van [eiseres] AMC meegedeeld dat [eiseres] zich op het standpunt stelt dat haar partner [naam 3] ten tijde van het opmaken van het testament op 4 juli 2022 wilsonbekwaam was, althans beperkt wilsbekwaam was. Verder stelt zij zich – kort gezegd – in die brief op het standpunt dat er sprake is geweest van ongepaste beïnvloeding door de twee zoons van [naam 3] , dat de notaris verwijtbaar heeft gehandeld, dat zij veel vragen heeft omtrent het handelen van de bij AMC werkzame artsen en verpleegkundigen, en dat zij graag medische informatie zou ontvangen, waarbij volgens haar geldt dat er gronden zijn om het medische beroepsgeheim te doorbreken. Verzocht is om binnen veertien dagen alle relevante medische stukken van [naam 3] over de periode 1 tot en met 6 juli 2022 toe te zenden.
2.12.
Bij brief van 9 december 2022 heeft AMC aan (de advocaat van) [eiseres] – kort gezegd – geschreven dat de door [eiseres] geciteerde delen van e-mails geen aanwijzingen vormen dat [naam 3] beperkt wilsbekwaam was of dat hij zou zijn beïnvloed, dat het niet aan AMC is om de identiteit van bezoek (zoals een notaris) te controleren, en dat uit de door [eiseres] aangedragen feiten en omstandigheden geen gegronde aanwijzingen volgen dat [naam 3] bij het ondertekenen van zijn testament wilsonbekwaam was, zodat AMC (nog) geen aanleiding ziet om haar beroepsgeheim te doorbreken.
2.13.
Op 9 januari 2023 heeft [eiseres] de erven van [naam 3] ( [naam zoon 1] en [naam zoon 2] ) en de executeur ( [naam 4] ) gedagvaard in een bodemprocedure bij deze rechtbank. In die procedure vordert [eiseres] nietigverklaring, althans de vernietiging van de twee in 2022 opgemaakte testamenten, en onder meer een verklaring voor recht dat er bij [naam 3] bij het passeren van de twee testamenten in 2022 sprake was van een geestelijke stoornis, alsmede een verklaring voor recht dat uitvoering moet worden gegeven aan het testament van 11 juni 2013.
2.14.
Bij e-mail van 25 januari 2023 heeft prof. dr. M.P.M. Hertogh (hoogleraar ouderengeneeskunde en ethiek van de zorg, werkzaam bij Amsterdam UMC) het volgende aan de advocaat van [eiseres] geschreven:
“(…) In beginsel ben ik graag bereid om naar deze casus te kijken. Alles staat of valt uiteraard met de kwaliteit en de volledigheid van de medische en zorgkundige informatie inzake betrokkene. Wat ik op voorhand wel wil opmerken is, dat patiënten op een intensive care over het algemeen streng bewaakt en geobserveerd worden en dat het toelaten van een notaris tevoren met het IC-team moet zijn besproken. Kennelijk heeft met geoordeeld, dat de toestand van patiënt een dergelijk bezoek toeliet. (…)”
2.15.
Bij e-mail van 27 januari 2023 heeft de notaris die de testamenten in 2022 heeft opgemaakt aan de advocaat van [eiseres] geschreven dat hij geen overleg heeft gehad met het IC-team en dat daar – zoals hij al had meegedeeld in zijn eerdere
e-mails – ook geen reden toe was.
2.16.
Bij e-mail van 15 maart 2023 heeft (de advocaat van) [eiseres] aan AMC geschreven dat de toelating van de notaris niet tevoren met het IC-team is besproken en dat dit wel had moeten gebeuren. Daarnaast heeft (de advocaat van) [eiseres] verwezen naar de inhoud van de door [naam zoon 2] geschreven e-mail van 2 juli 2022 aan de notaris, om vervolgens te herhalen dat [eiseres] een zwaarwegend(er) belang heeft bij inzage in het medisch dossier.
2.17.
Bij e-mail van 20 maart 2023 heeft AMC meegedeeld dat zij na bestudering van het dossier geen reden ziet om af te wijken van haar eerdere op 9 december 2022 ingenomen standpunt.

3.Het geschil

3.1.
[eiseres] vordert om bij uitvoerbaar bij voorraad verklaard vonnis AMC te veroordelen afgifte, althans inzage te verschaffen in het gehele medisch dossier van [naam 3] , althans en in ieder geval die delen uit het medisch dossier die betrekking hebben op de gemoedstoestand van [naam 3] in of nabij de periode van de testamentswijzigingen van 7 april 2022 en 4 juli 2022, met veroordeling van AMC in de proceskosten.
3.2.
[eiseres] stelt daartoe – samengevat – het volgende. [naam 3] heeft in labiele toestand in de laatste maanden van zijn leven onder druk en ongepaste beïnvloeding van zijn zonen zijn testament tot twee keer toe laten wijzigen. Met name de laatste testamentwijziging is onder dubieuze en discutabele omstandigheden tot stand gekomen op de intensive care afdeling van AMC, minder dan 48 uur voor het overlijden van [naam 3] . Op dat moment was hij volgens haar psychisch en fysiek niet meer in staat om zijn testament te wijzigen. In de bodemprocedure heeft [eiseres] ter onderbouwing van haar stellingen een bewijsaanbod gedaan en daarbij meegedeeld dat er aanvullende medische stukken in het geding zullen worden gebracht. Die stukken moeten afkomstig zijn van AMC. [eiseres] heeft een zwaarwegend belang bij inzage in die stukken. Als daaruit blijkt dat [naam 3] op het moment van passeren van de testamenten wilsonbekwaam was, of beperkt wilsbekwaam, kan dat immers leiden tot nietigheid c.q. vernietiging van de testamenten, waardoor zij weer in beeld komt als erfgenaam. [eiseres] kan de wilsonbekwaamheid alleen aantonen na inzage in het medisch dossier. Informatie uit het medisch dossier is cruciaal voor het verdere verloop van de bodemprocedure. Als de vorderingen in de bodemprocedure worden afgewezen vanwege een gebrek aan informatie dan zal [eiseres] financieel zwaar worden getroffen. Het belang van [eiseres] bij inzage weegt zwaarder dan het belang van AMC om zich te kunnen beroepen op haar medische beroepsgeheim. Er zijn meer dan voldoende concrete aanwijzingen die het gestelde vermoeden dat [naam 3] niet meer wilsbekwaam was ondersteunen. Aan de door de KNMG opgestelde voorwaarden voor inzage is voldaan. De inhoud van het medisch dossier zal antwoord kunnen geven op vragen zoals bijvoorbeeld: (i) onder invloed van welke medicatie was [naam 3] tijdens het passeren van de testamenten, (ii) was [naam 3] nog bij kennis op 4 juli 2022, en (iii) zijn er in het medisch dossier aantekeningen gemaakt over de wilsbekwaamheid en/of gemoedstoestand van [naam 3] (ook notities over verwardheid, bloedverlies en de hoeveelheid op de IC toegediende zuurstof, kunnen relevant zijn), aldus [eiseres] .
3.3.
AMC voert daartegen – samengevat – het volgende verweer. Het beroepsgeheim geldt als basis voor de vertrouwensrelatie tussen arts en patiënt en dient zowel het maatschappelijk belang als het individuele belang van de patiënt. [naam 3] heeft geen toestemming gegeven voor verstrekking van zijn medisch dossier aan [eiseres] . [eiseres] heeft geen persoonlijk zwaarwegend (financieel) belang dat doorbreking van het beroepsgeheim rechtvaardigt. Er zijn geen concrete aanwijzingen dat [naam 3] bij het wijzigen van zijn testament op 7 april 2022 en
4 juli 2022 wilsonbekwaam was. [naam 3] was niet handelingsonbekwaam en zijn goederen stonden niet onder bewind. De notaris heeft gemeend dat [naam 3] zijn wil kon bepalen. Voor het bezoek van een notaris op de IC is overigens geen toestemming van of overleg met het IC-team nodig. Iemand die af en toe verward is, is nog niet meteen wilsonbekwaam. De bewijswaarde van het ingebrachte transcript van het gesprek van 30 maart 2022 is nihil, nu de geluidsopnamen niet zijn ingebracht en de context van het gesprek onduidelijk is. Bovendien kan iemand van gedachten veranderen na zo’n gesprek. De inhoudelijk transparante e-mail van 2 juli 2022 duidt evenmin op wilsonbekwaamheid. Wilsonbekwaamheid volgt niet uit de verklaringen van de mensen die in de laatste periode dichtbij hem stonden (zoals zijn zoons en de executeur) en evenmin uit het verloop van de gebeurtenissen (de 1e wijziging van het testament op 7 april 2022, het concept wijziging van het testament, het verzoek tot ontbinding van het geregistreerd partnerschap, de 2e wijziging van het testament op 4 juli 2022 en de afstand die [naam 3] kennelijk de laatste periode heeft genomen van [eiseres] ). Ten slotte zijn er meerdere andere mogelijkheden om te achterhalen of [naam 3] wils(on)bekwaam was. De door [eiseres] aangehaalde jurisprudentie kan haar niet baten, nu die zaken geheel andere situaties betroffen. De vordering moet dan ook worden afgewezen. Bij onverhoopte toewijzing van de vordering dient, gelet op de in acht te nemen proportionaliteit, de afgifte/inzage te worden beperkt tot de relevante delen van het medisch dossier en dient ook de kring van personen aan wie afgifte/inzage wordt verstrekt zo veel mogelijk te worden beperkt, aldus AMC.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Het geschil draait om de vraag of AMC inzage moet geven in het medisch dossier van de overledene, de geregistreerd partner van [eiseres] , dat wil zeggen of [eiseres] voldoende heeft aangedragen om doorbreking van het medisch beroepsgeheim te rechtvaardigen. [eiseres] heeft een spoedeisend belang bij haar vordering omdat zij in de aanhangige bodemprocedure – waar op korte termijn een datum voor een comparitie zal worden bepaald – nieuwe (medische) bewijsstukken moet overleggen.
4.2.
Op grond van artikel 7:457 lid 1 Burgerlijk Wetboek (BW) mag een medisch hulpverlener geen inzage in of afschrift van het medisch dossier aan anderen dan de patiënt verstrekken dan met toestemming van de patiënt. Dit beroepsgeheim geldt ook na de dood van de patiënt. Vaststaat dat [naam 3] die toestemming niet heeft gegeven. Op voornoemde plicht tot geheimhouding zijn echter uitzonderingen mogelijk. Wel is gebleken uit de mededeling van AMC dat [naam 3] niet heeft vastgelegd dat zijn medisch dossier per definitie na zijn overlijden gesloten moet blijven.
4.3.
[eiseres] doet een beroep op de uitzondering van artikel 7:458a lid 1, onder c, BW. Daarin staat dat – in afwijking van artikel 7:457 BW – de hulpverlener desgevraagd inzage in of afschrift van gegevens uit het dossier van een overleden patiënt verstrekt aan een ieder die een zwaarwegend belang heeft en aannemelijk maakt dat dit belang mogelijk wordt geschaad, en dat inzage in of afschrift van gegevens uit het dossier noodzakelijk is voor de behartiging van dit belang.
4.4.
Voor een geslaagd beroep op deze doorbrekingsgrond moet volgens de parlementaire geschiedenis (Kamerstukken II 2017/18, 34994, nr. 3) aan twee cumulatieve criteria zijn voldaan: a) degene die stelt dat hij een zwaarwegend belang heeft, moet met voldoende concrete aanwijzingen aannemelijk maken dat dit belang mogelijk wordt geschaad en b) diegene moet aannemelijk maken dat inzage noodzakelijk is voor de behartiging van dit belang.
4.5.
Tijdens de behandeling van het wetsvoorstel tot invoering van het nieuwe artikel 7:458a BW, dat in werking is getreden op 1 januari 2020, vroeg de Tweede Kamer aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) om een handreiking te laten opstellen en daarin met name duidelijk te maken wanneer sprake is van een ‘zwaarwegend belang’ voor inzage en afschrift van het medisch dossier van een overleden patiënt. Op verzoek van de Minister (Tweede Kamer, vergaderjaar 2020–2021, 34 994, nr. 21) heeft onder meer de Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst (KNMG) vervolgens een handreiking opgesteld: de handreiking “Inzage in medische dossiers door nabestaanden” van 19 januari 2021 (hierna: de KNMG-handreiking).
4.6.
In paragraaf 6.2.2.1 (Wijziging testament door wilsonbekwame patiënt) van de KNMG-handreiking staat:
“Nabestaanden kunnen een beroep doen op een zwaarwegend belang als een overledene zijn testament heeft aangepast, daarbij personen heeft onterfd en er concrete aanwijzingen zijn dat de overledene op het moment dat hij zijn testament wijzigde, wilsonbekwaam was. De nabestaanden of erfgenamen kunnen u dan vragen of ze het medisch dossier van de overledene mogen inzien om daarmee te kunnen aantonen dat deze inderdaad wilsonbekwaam was op het moment van de wijziging van het testament. Volgens vaste rechtspraak kan er in dergelijke gevallen worden aangenomen dat er sprake is van een zwaarwegend belang. U zou daarom inzage kunnen geven in de betreffende delen van het medisch dossier. Daarbij moet u wel meewegen of de nabestaanden niet ook op een andere manier dan door inzage in het dossier duidelijkheid kunnen krijgen over de eventuele wilsonbekwaamheid. Als dat zo is, dan mag u geen inzage geven. Uit de rechtspraak valt af te leiden dat sprake kan zijn van een zwaarwegend financieel belang als een testament is gewijzigd en de eisers daardoor zijn onterfd [vgl. Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 21 oktober 2014, ECLI:GHARL:2014:8078]. Soms zal het om astronomische bedragen gaan, maar ook kleinere erfenissen kunnen voor mensen een zwaarwegend financieel belang opleveren.”
4.7.
De voorzieningenrechter neemt deze KNMG-handreiking (en daarin vermelde jurisprudentie) mede tot uitgangspunt. De onder 4.6 beschreven situatie doet zich hier voor: de overledene heeft zijn testament (tweemaal in relatief korte tijd) aangepast, daarbij is [eiseres] (bij testament van 4 juli 2022) onterfd en er zijn (zoals hierna in 4.9 tot en met 4.13 nader wordt overwogen) concrete aanwijzingen dat de overledene wilsonbekwaam was op het moment dat hij zijn testament wijzigde. [eiseres] wil de rechtsgeldigheid van het testament aanvechten en zal daartoe (medische) bewijsstukken moeten overleggen in de bodemprocedure.
4.8.
AMC heeft het verweer gevoerd dat [eiseres] geen persoonlijk zwaarwegend (financieel) belang heeft. Als meest verstrekkend argument heeft zij daartoe aangevoerd dat het aan [eiseres] betekende verzoek tot ontbinding van het partnerschap reeds maakt dat wanneer wordt uitgegaan van het testament van 7 april 2022 of van het oorspronkelijke testament van 11 juni 2013, [eiseres] ook geen erfgenaam meer zou zijn. In dit verweer wordt AMC echter niet gevolgd, nu het op 23 juni 2022 betekende verzoek tot ontbinding mogelijk ook is opgesteld op een moment dat [naam 3] wilsonbekwaam was, althans de vraag is of hij op dat moment zijn wil goed kon uiten.
4.9.
De concrete aanwijzingen dat [naam 3] wilsonbekwaam was op de momenten dat hij zijn testament wijzigde zijn gelegen in de navolgende feiten en omstandigheden, in samenhang bezien met de tijdens de mondelinge behandeling door [eiseres] gegeven verklaring.
4.9.1. In het uitgetypte transcript van de geluidsopname van het op 30 maart 2022 gevoerde gesprek tussen [naam 3] , zijn zoon [naam zoon 1] en [eiseres] staan voor zover van belang de volgende uitspraken van [naam 3] :
“90% is gewoon goed geregeld, maar ik wil toch eventjes een aantal zaken helder hebben. (…) Naast mij zitten … Mijn lieftallige vrouw…. Links van mij zit mijn zoon [naam zoon 1] , die dit aanhoort en die ik graag samen met [naam zoon 2] eigenlijk wil verzoeken [eiseres], vzr.]
te helpen. (…) Nou volgens onze eh dinges, zou in principe gelijk alles in vijf keer gedeeld moeten worden. Maar met recht eigenlijk dat jij feite vruchtgebruik uh hebt voor zover nodig. Daar zit ik eigenlijk net tegenaan te hikken. Er komt zoveel binnen op termijn dat eigenlijk zeker zolang [eiseres] eigenlijk, in het huis eigenlijk woont, dat ze gewoon deze rekening kan gebruiken om al de betalingen kan betalen. Dat gebeuren gewoon allemaal automatisch hoef je helemaal niks aan te doen. Bij wijze van spreken met 88.000 op de rekening kan je honderd maandelijks wordt ‘t hypotheek afgeschreven. (…) Belangrijkste eigenlijk argument is [eiseres] moet kunnen blijven leven wonen in het huis zolang ze dat nodig acht. Indien nodig wordt het huis netjes verkocht ehm. En en en. Sorry dan uh voor alle vier, jullie. Ik heb ze gelijk. Ik heb jullie alle vier heel bewust eigenlijk gelijkgeschakeld bij de notaris, ik wil daar geen onderscheid in maken, want daar ging ik voor. En ehm dat heeft jullie kost het misschien iets meer. Maar ik, ik dit is wat ik wou. Met [eiseres] heb ik er twee kinderen bij gekregen en die wil ik ook zo en ik zo hebben. En dat is een belangrijk gegeven. Met wel dat de prioriteit dat [eiseres] in feite daar heeft ze vaak in angst gezeten. Van hoe gaat het nou? (…) als ik er niet ben? Dat probeer ik toch eigenlijk alles te doen, wat er in mijn vermogen ligt. (…) Dit gesprek overruled, dit gesprek overruled in feite dus, allemaal.”
4.9.2.
In een WhatsApp-bericht van 1 april 2022 heeft financieel adviseur [naam 4] (toen nog geen executeur) onder meer het volgende aan [eiseres] geschreven:
“Ik denk dat een notaris geen wijzigingen opstelt in deze situatie” en “Dit ‘zwalken’ en de diverse opnames zijn duidelijk genoeg op te merken dat hij labiel is. Zorg [naam zoon 2] is idd onterecht. Ja als jij wil kan je alles verbrassen en hebben zij en je eigen kinderen niets meer. Maar waar hebben ze het over….. ze kunnen toch prima voor zichzelf zorgen [naam 3] en jij hebben ook alles zelf opgebouwd. Ik zeg altijd als er iets over blijft is dat fijn maar liever dat degene die ervoor gewerkt heeft er zelf van geniet. Ik denk echt niet dat de soep zo heet gegeten gaat worden. [naam 5][de notaris, vzr.]
werkt hier ook vast niet aan mee.”
4.9.3.
In een Whatsapp-bericht van 9 april 2022 van de zus van [naam 3] aan [eiseres] benoemt zij de
“verwardheid”van [naam 3] .
4.9.4.
[eiseres] heeft tijdens de mondelinge behandeling in dit kort geding daarnaast het volgende verklaard. Zij had met [naam 3] een heel goed ‘huwelijk’ en houdt nog altijd heel veel van hem. Het ging opeens heel hard achteruit met zijn gezondheid, vooral nadat de arts medio maart 2022 heeft laten weten dat hij ongeneselijk ziek was. Tijdens het gesprek op 30 maart 2022 heeft [naam 3] heel goed zijn best gedaan om zijn wil kenbaar te maken. Vervolgens hij heeft zijn bankgegevens aan zijn zoon gegeven, wat hij normaal nooit zou hebben gedaan. De dag na de testamentswijziging van 7 april 2022 wist [naam 3] niet eens meer wat hij de dag ervoor had gedaan. [eiseres] is toen naar behandelend arts dr. Bomhof gegaan. Die zei dat [naam 3] toxisch is geworden door alle zware medicijnen en verzekerde haar dat als [naam 3] zou genezen hij zijn geheugen terug zou krijgen. Ook een andere betrokken arts heeft haar gebeld en gewaarschuwd dat er zich in de buurt van [naam 3] geen mensen zouden moeten bevinden met kwade bedoelingen. Op het laatst werd [naam 3] ook agressief jegens [eiseres] , ondanks dat bleef zij voor hem zorgen. Op een gegeven moment werd hij letterlijk verbitterd door bepaalde medicijnen. Tot dat moment is [eiseres] non stop bij [naam 3] geweest, zij kan dat aantonen met een compilatie van foto’s. Vanaf mei 2022 werd het haar even te zwaar en heeft zij even afstand genomen. Vervolgens hebben de zoons van [naam 3] nieuwe sloten geplaatst op de woning waar [eiseres] en [naam 3] samenwoonden. Ook hebben zij bewerkstelligd dat [eiseres] voor het AMC ziekenhuis niet langer de contactpersoon van [naam 3] was. Zij heeft [naam 3] dan ook niet gezien in zijn laatste dagen, zij weet niet eens waar zijn as is. Zij is in de laatste periode van het leven van [naam 3] letterlijk overal buitengehouden. Hij is vergiftigd met toxische medicijnen en zijn zoon [naam zoon 1] en [naam zoon 2] hebben misbruik van de situatie gemaakt, aldus steeds [eiseres] .
4.10.
Voor zover AMC meent dat aan het transcript van de geluidsopname van het gesprek op 30 maart 2022 geen waarde kan worden geacht, wordt zij daarin niet gevolgd. De voorzieningenrechter gaat voorshands uit van de juistheid van het transcript, nu [eiseres] ter zitting heeft aangeboden de geluidsopname alsnog over te leggen en er voorshands geen aanleiding is om te twijfelen aan de juistheid van de tekst van het transcript. Hoewel AMC terecht aanvoert dat iemand zijn standpunt op zeer korte termijn zou kunnen wijzigen en een verward persoon nog niet meteen wilsonbekwaam is, laat dat onverlet dat uit de onder 4.9.1 geciteerde tekst duidelijk naar voren komt dat [naam 3] op dat moment het beste voor heeft met [eiseres] en er op dat moment geen aanwijzingen zijn dat hij haar ruim drie maanden later geheel zou onterven.
4.11.
[eiseres] stelt in feite dat zij door de zoons [naam zoon 1] en [naam zoon 2] buiten spel is gezet. Of dat daadwerkelijk het geval is zal kunnen blijken in de bodemprocedure. Wat [eiseres] heeft verklaard over de (gemoeds)toestand van [naam 3] wordt kennelijk ondersteund door bij de behandeling van [naam 3] betrokken artsen. Dat in deze zaak slechts het (eenzijdige) verhaal van [eiseres] aan de orde is gekomen en [naam zoon 1] en [naam zoon 2] hun kant van het verhaal niet hebben kunnen verwoorden, neemt niet weg dat ook los daarvan, objectief gezien, er opmerkelijke gebeurtenissen hebben plaatsgevonden in een relatief korte periode voor het overlijden van [naam 3] . Nadat half maart 2022 duidelijk werd dat hij zou komen te overlijden, heeft hij zijn testament tweemaal gewijzigd en is er een verzoek ontbinding geregistreerd partnerschap ingediend. In het eerste testament is [eiseres] nog wel als erfgenaam opgenomen, maar is een legaat opgenomen waarbij zoon [naam zoon 1] de gezamenlijke woning van [naam 3] en [eiseres] zou krijgen. Nog voor het overlijden van [naam 3] zijn de sleutels van de woning door de zoons gewijzigd, zodat [eiseres] de woning niet in kon. Verder is [eiseres] als contactpersoon geschrapt bij het AMC en is zij niet op de hoogte gehouden over de toestand van [naam 3] . Dit alles roept veel vragen op en de belangrijkste vraag daarbij is, is dit wat [naam 3] wilde of hebben de zoons van [naam 3] (mis)gebruik gemaakt van de situatie om [eiseres] en haar kinderen buiten spel te zetten bij de verdeling van de erfenis.
4.12.
Het mag zo zijn dat, zoals AMC aanvoert, alle onder 4.9 genoemde feiten en omstandigheden afzonderlijk bezien op zichzelf niet aantonen dat sprake was van wilsonbekwaamheid, maar al deze feiten en omstandigheden samen, zeker in onderlinge samenhang bezien en mede gelet op de verklaring van [eiseres] , vormen voldoende concrete aanwijzingen dat [naam 3] op het moment dat hij zijn testament wijzigde, wilsonbekwaam was. Anders dan in de door AMC aangehaalde jurisprudentie gaat het hier immers niet slechts om een vermoeden dat enkel gegrond is op verklaringen van derden.
4.13.
Voor zover AMC meent dat er geen objectieve aanwijzingen zijn dat [naam 3] wilsonbekwaam was omdat hij niet onder curatele stond en zijn vermogen niet onder bewind stond, kan dat standpunt haar niet baten, nu niet gesteld of gebleken is dat er een verzoek tot curatele of bewind is ingediend en afgewezen, en de enkele omstandigheid dat er een dergelijk verzoek niet is ingediend maakt nog niet dat zo’n verzoek niet had kunnen worden toegewezen. De omstandigheid dat de notaris kennelijk geen aanleiding heeft gezien om zijn ministerie te weigeren en de testamenten niet te passeren, weegt niet op tegen voornoemde concrete aanwijzingen.
4.14.
Gelet op dit alles is voldoende aannemelijk dat [eiseres] een zwaarwegend belang heeft bij inzage in het medisch dossier en dat dit belang mogelijk wordt geschaad door de weigering van AMC. Voor zover AMC betoogt dat niet zeker of waarschijnlijk is dat het medisch dossier de door [eiseres] gewenste informatie over de wilsbekwaamheid bevat, geldt dat het wel mogelijk is en gezien de bewijsnood waarin [eiseres] nu klaarblijkelijk verkeert, is dat in dit verband voldoende.
4.15.
De volgende vraag is of [eiseres] voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat inzage noodzakelijk is voor de behartiging van dit belang.
4.16.
In dat kader heeft [eiseres] gesteld dat alleen medische stukken uit het dossier van [naam 3] , in handen van AMC, antwoord kunnen geven op prangende vragen omtrent de wils(on)bekwaamheid van [naam 3] . Met de informatie uit het dossier kan dr. Hertogh zich een oordeel vormen omtrent de wils(on)bekwaamheid, aldus [eiseres] . AMC heeft zich daartegen verweerd door aan te voeren dat [eiseres] de navolgende andere mogelijkheden heeft waarmee haar belang kan worden behartigd: (i) de andere aanvullende medische stukken waar [eiseres] kennelijk over beschikt kunnen worden beoordeeld, (ii) de video zoals benoemd in de e-mail van
2 juli 2022 van [naam zoon 2] kan worden bekeken, (iii) de geluidsopname van 30 maart 2022 kan worden beluisterd, (iv) de zoons van [naam 3] en de executeur kunnen als getuigen worden gehoord, (v) de notaris kan worden gehoord als getuige, althans kan een toelichting geven op de totstandkoming van de testamenten en de wijze waarop hij de wilsbekwaamheid heeft beoordeeld, (vi) het door [eiseres] bijgehouden medisch dagboek kan worden beoordeeld.
4.17.
Voornoemde zes door AMC genoemde alternatieve mogelijkheden worden echter voorshands onvoldoende geacht om het belang van [eiseres] te kunnen behartigen. Daartoe is het volgende redengevend: ad (i) naar de voorzieningenrechter begrijpt beschikt [eiseres] thans niet over andere aanvullende medische stukken, maar wordt hiermee bedoeld de stukken uit het medisch dossier waarvan afgifte/inzage wordt gevorderd, ad (ii) voldoende aannemelijk is dat [eiseres] niet over die video beschikt en bovendien is onduidelijk of die video daadwerkelijk is gemaakt, ad (iii) de geluidsopname van 30 maart 2022 op zichzelf zegt niets over de wils(on)bekwaamheid van [naam 3] op 7 april 2022 en 4 juli 2022, ad (iv) gelet op hun positie in deze kwestie is het nog maar zeer de vraag wat een getuigenverklaring van de zoons en executeur zal opleveren, het licht in ieder geval niet in de lijn der verwachting dat een van hen zal verklaren dat [naam 3] wilsonbekwaam was, ad (v) hetzelfde geldt ten aanzien van het horen van de notaris, uit een toelichting op de totstandkoming van de testamenten zou kunnen blijken dat de notaris het van toepassing zijnde toetsingskader (het stappenplan) voor de beoordeling van wilsbekwaamheid niet (voldoende) in acht heeft genomen, maar dat is dan eventueel een tuchtrechtelijke aangelegenheid, ad (vi) het door [eiseres] bijgehouden medisch dagboek biedt geen soelaas nu [eiseres] kennelijk juist in de laatste periode van het leven van [naam 3] bij hem is weggehouden.
4.18.
Al met al is voldoende aannemelijk dat inzage in het medisch dossier van [naam 3] dat zich bij AMC bevindt noodzakelijk is voor de behartiging van het zwaarwegende belang van [eiseres] .
4.19.
De volgende vraag die beantwoord moet worden is of inzage in het gehele medisch dossier moet worden verstrekt. In lid 3 van artikel 7:458a BW is immers bepaald: “Op grond van dit artikel worden uitsluitend gegevens verstrekt voor zover deze betrekking hebben op de grond waarvoor inzage wordt verleend”. In verband met deze proportionaliteitstoets behoeft niet het gehele dossier te worden afgegeven, maar zal (in lijn met het subsidiaire voorstel dat zij in haar pleitnota heeft gedaan) AMC worden veroordeeld tot afgifte van (een kopie van) het medisch dossier van [naam 3] over de periode voorafgaand aan en rondom het passeren van de testamenten van 2022, dat wil zeggen de periode van 1 maart 2022 tot en met 4 juli 2022. Zodoende kunnen in het medisch dossier de eventuele veranderingen (bijvoorbeeld op het gebied van medicijngebruik of gemoedstoestand) in de periode vanaf het moment dat de toestand van [naam 3] zorgwekkend werd tot aan zijn overlijden worden waargenomen. In het kader van de proportionaliteit zal de afgifte / inzage (eveneens in lijn met het subsidiaire voorstel dat AMC in haar pleitnota heeft gedaan) slechts moeten worden verschaft aan een daartoe bevoegd en bekwaam medisch deskundige. De vordering zal daarom worden toegewezen op de wijze zoals in de beslissing is vermeld.
4.20.
Gelet op de beperkte wijze waarop de vordering wordt toegewezen waardoor partijen ieder als de (gedeeltelijk) in het ongelijk gestelde partij zijn te beschouwen en nu [eiseres] bepaalde informatie pas voor het eerst tijdens de mondelinge behandeling naar voren heeft gebracht, wordt aanleiding gezien om de proceskosten tussen partijen te compenseren, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.
4.21.
AMC heeft bezwaar gemaakt tegen de uitvoerbaar bij voorraad verklaring van dit vonnis. Omdat [eiseres] spoedeisend belang heeft bij de vordering die wordt
toegewezen, dient haar belang bij spoedige tenuitvoerlegging van dit vonnis echter te prevaleren boven het belang van AMC dat zij door het aanwenden van een rechtsmiddel de tenuitvoerlegging van dit vonnis kunnen doen schorsen. Het vonnis zal dan ook, zoals gebruikelijk in kort geding, uitvoerbaar bij voorraad worden verklaard.

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
5.1.
veroordeelt AMC om, binnen zeven dagen na betekening van dit vonnis, afgifte van, althans inzage in (een kopie van) het medisch dossier van wijlen [naam 3] over de periode 1 maart 2022 tot en met 4 juli 2022, te verschaffen aan een daartoe bevoegd en bekwaam medisch deskundige, ten behoeve van een onderzoek naar de vraag of [naam 3] ten tijde van het opstellen van zijn testamenten in die periode wilsbekwaam was,
5.2.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.3.
compenseert de kosten van deze procedure tussen partijen, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt,
5.4.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. H.C. Hoogeveen, voorzieningenrechter, bijgestaan door mr. J.E. Tiddens, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 4 mei 2023. [1]

Voetnoten

1.type: JT