Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Het onderzoek ter terechtzitting
2.Tenlastelegging
bijlage Idie aan dit vonnis is gehecht en geldt als hier ingevoegd.
3.Voorvragen
4.Waardering van het bewijs
(de rechtbank begrijpt: de foto die getuige [getuige 2] heeft gemaakt)en de man op de camerabeelden van het incident bij het [plaats delict] op 12 september 2022 met elkaar vergeleken. De volgende overeenkomsten vielen hem op: op beide beelden draagt de persoon een donkere (winter)jas met grote capuchon; op beide beelden draagt de persoon een broek die donker is, maar lichter is dan de kleur van de jas én op beide beelden draagt de persoon een broek waarop een wit, dan wel licht merkteken zichtbaar is op de broekspijp ter hoogte van het linker bovenbeen. [11] Verbalisant [naam verbalisant 4] heeft de foto van de slapende man (bijlage A) en de camerabeelden vergeleken met de foto van verdachte die door de politie is genomen bij zijn aanhouding op aanwijzen van een getuige
(de rechtbank begrijpt: op aanwijzen van getuige [getuige 3] ).Hij herkende de persoon op de foto (bijlage A) en de camerabeelden als de persoon die op aanwijzen van de getuige is aangehouden. [12] [naam verbalisant 4] ziet een overeenkomst in het Nike logo op de kleding. [13]
5.Bewezenverklaring
op 12 september 2022 te Amsterdam aan [slachtoffer] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel, te weten een breuk in de schouder en een scheur in het bot van de bovenarm, heeft toegebracht door [slachtoffer] van achteren tegen de rug te trappen/schoppen (waardoor [slachtoffer] ten val kwam) en door haar (toen zij op de grond lag) nogmaals te trappen/schoppen en te slaan;
op 12 september 2022 te Amsterdam opzettelijk [slachtoffer] , in haar tegenwoordigheid, door feitelijkheden, heeft beledigd, door haar te bespugen.
6.De strafbaarheid van de feiten
7.De strafbaarheid van verdachte
8.Vordering benadeelde partij [slachtoffer] (feit 1, primair)
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Beslissing
[verdachte]voor het bewezene niet strafbaar en
ontslaat verdachte van alle rechtsvervolgingter zake daarvan.
[slachtoffer]gedeeltelijk toe tot een bedrag van
€ 9.383,43 (negenduizenddriehonderddrieëntachtig euro en drieënveertig cent), bestaande uit € 3.383,43 (drieduizenddriehonderddrieëntachtig euro en drieënveertig cent) aan vergoeding van materiële schade en € 6.000,00 (zesduizend euro) aan vergoeding van immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade, te weten op 12 september 2022, tot aan de dag van de algehele voldoening.