ECLI:NL:RBAMS:2023:3936

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
23 juni 2023
Publicatiedatum
26 juni 2023
Zaaknummer
13/233728-22
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht; Materieel strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Gebruik van SkyECC berichten en bewijsminimum in cocaïnehandel en witwassen

In deze strafzaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 23 juni 2023 uitspraak gedaan in de zaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van meerdere strafbare feiten, waaronder de handel in en het bezit van cocaïne, poging tot invoer van cocaïne en gewoontewitwassen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte betrokken was bij de handel in grote hoeveelheden cocaïne, waarbij gebruik werd gemaakt van versleutelde berichten via de aanbieder SkyECC. De verdachte werd beschuldigd van het opzettelijk aanwezig hebben van 50 kilogram cocaïne en het verkopen van 2 kilogram cocaïne. Daarnaast werd hij beschuldigd van de poging tot invoer van 550 kilogram cocaïne en het witwassen van in totaal 2.290.910 euro. De rechtbank heeft de bewijsvoering beoordeeld, waarbij de inhoud van de SkyECC-berichten en andere bewijsstukken zijn meegenomen. De rechtbank oordeelde dat de verdachte als gebruiker van verschillende Sky-ID's kon worden geïdentificeerd en dat er voldoende bewijs was voor de betrokkenheid bij de cocaïnehandel. De rechtbank sprak de verdachte vrij van het witwassen van een Rolex en een schilderij, maar achtte de overige feiten bewezen. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van 6 jaar, met aftrek van voorarrest. De rechtbank benadrukte de ernst van de feiten en de ontwrichtende invloed van de cocaïnehandel op de samenleving.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling Publiekrecht
Teams Strafrecht
Parketnummer: 13/233728-22 (Promis)
Datum uitspraak: 23 juni 2023
Vonnis van de rechtbank Amsterdam, meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, in de zaak tegen:
[verdachte] ,
geboren op [geboortedag] 1969 te [geboorteplaats] ( [geboorteland] ),
ingeschreven in de Basisregistratie Personen op het adres:
[adres verdachte] .

1.Het onderzoek ter terechtzitting

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 9 juni 2023. Verdachte was bij de behandeling van zijn strafzaak aanwezig.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie, mr. A.C. Kramer, en van wat verdachte en zijn raadsman mr. C.C. Polat naar voren hebben gebracht.

2.Tenlastelegging

Aan verdachte is – kort samengevat – ten laste gelegd dat hij zich, wat betreft de feiten 1 t/m 4 samen met anderen, te Amsterdam/Rotterdam, althans in Nederland, heeft schuldig gemaakt aan:
1. handel in, dan wel aanwezig hebben van 50 kilogram cocaïne in de periode van 15 februari 2021 tot en met 23 februari 2021;
2. handel in, dan wel aanwezig hebben van 10 kilogram cocaïne op 2 januari 2021;
3. een poging tot het opzettelijk binnen het grondgebied van Nederland brengen van 550 kilogram cocaïne in de periode van 17 juli 2020 tot en met 26 augustus 2020, subsidiair ten laste gelegd als voorbereidingshandelingen;
4. ( gewoonte)witwassen van 2.290.910 euro in de periode van 17 juli 2020 tot en met 23 februari 2021;
5. witwassen van 2.100 euro, een Rolex en een schilderij op 13 september 2022.
De volledige tenlastelegging is opgenomen in
bijlage Idie aan dit vonnis is gehecht.

3.Waardering van het bewijs

3.1.
Inleiding
In het strafrechtelijk onderzoek Argus is onderzoek gedaan naar criminele samenwerkings-verbanden van gebruikers van cryptocommunicatie via de aanbieder SkyECC. Daarbij zijn veel versleutelde berichten ontdekt en ontsleuteld ten aanzien van een door de rechter-commissaris op voorhand gelimiteerd aantal categorieën misdrijven. [1] In de onderhavige zaak heeft een geautomatiseerde analyse van de chats in de categorie "Cocaïne" hits opgeleverd met (onder meer) de woorden "Uithaal” en “Collo". [2] Daardoor zijn berichten van de gebruiker van Sky-ID [account] in beeld gekomen. Door verder onderzoek komen ook Sky-ID’s [account 2] en [account 3] in beeld. De gebruiker van Sky-ID [account] zou namelijk ook de gebruiker zijn geweest van deze Sky-ID’s (zie hierna onder 3.4.2.1). De gebruiker van [account] , [account 2] en [account 3] heeft volgens de politie deelgenomen aan chats die betrekking hebben op de handel in verdovende middelen en het witwassen van geld. Het onderzoeksteam van de politie vermoedt dat verdachte als gebruiker van de Sky-ID’s kan worden geïdentificeerd.
3.2.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van de ten laste gelegde handel in cocaïne (feiten 1 en 2), de poging tot invoer van cocaïne (feit 3) en van gewoontewitwassen (feit 4).
Volgens de officier van justitie kan worden vastgesteld dat verdachte de gebruiker is geweest van de Sky-ID’s [account] , [account 2] en [account 3] . Dit blijk uit nader onderzoek van de metadata, telecomgegevens, vluchtgegevens, de inhoud van de chats en de opvolgende gebruikersduur van de accounts. Uit de berichten die zijn verzonden en ontvangen met gebruikmaking van de Sky-ID’s kan worden vastgesteld dat verdachte zich intensief bezig hield met de handel in verdovende middelen en witwassen. Uit de berichten blijkt ook dat sprake is van medeplegen. Verdachte betrok anderen en had daarbij een coördinerende en organiserende rol.
De officier van justitie heeft vrijspraak gevorderd voor het tenlastegelegde witwassen onder feit 5.
3.3.
Standpunt van de verdediging
Identificatie accounts
De raadsman heeft primair verzocht om verdachte van alle feiten vrij te spreken, aangezien niet met voldoende zekerheid kan worden vastgesteld dat verdachte de gebruiker is van Sky-ID [account] en (daarmee) van [account 2] en [account 3] . Dat een andere persoon dan verdachte de gebruiker van [account] is geweest, kan onvoldoende worden uitgesloten. Verder is er sprake van een (te) grote overlappende gebruikersduur van de accounts, hetgeen contra-indiceert dat [account] , [account 2] en [account 3] opvolgende accounts betreffen. Andere contra-indicaties voor deze aanname zijn het ontbreken van overeenkomstige ‘topcontacten’, van dezelfde bijnamen en van berichten inhoudende ‘dit is mijn nieuwe sky’ of berichten van een soortgelijke inhoud.
Bewijs uit één bron
De raadsman voert verder aan dat het wettige bewijs voor de ten laste gelegde feiten ontbreekt, nu het in het dossier aanwezige bewijs afkomstig is uit één bron, de SkyECC berichten, en er geen ondersteunend bewijs is om te komen tot het bewijsminimum. Ook op basis hiervan dient vrijspraak te volgen.
Indien de rechtbank oordeelt dat aan het bewijsminimum is voldaan, stelt de raadsman meer subsidiair dat met de beoordeling van deze berichten behoedzaam om dient te worden gegaan. Er wordt aan de lopende band gesproken over de koop en verkoop van substanties, maar dit betekent niet dat iets daadwerkelijk voorhanden is geweest. In dit kader verzoekt de raadsman vrijspraak van feit 1 en een partiële vrijspraak van feit 2 ten aanzien van de 8 kg cocaïne.
Medeplegen van een poging invoer of voorbereidingshandelingen
Ten aanzien van feit 3 stelt de verdediging zich op het standpunt dat uit de inhoud van de SkyECC berichten slechts kan volgen dat verdachte als bemiddelaar of tussenpersoon heeft gefungeerd en dat er daarom geen sprake is van medeplegen. Verdachte kan slechts als medeplichtige worden aangemerkt en dient daarom te worden vrijgesproken. Hooguit zou gesproken kunnen worden van de subsidiair ten laste gelegde voorbereidingshandelingen, nu enkel voorbereidingen waren getroffen om drugs in Nederland in te voeren en de drugs nooit zijn aangekomen in de haven.
Feit 5
Met de officier van justitie is de raadsman van mening dat verdachte – ook op de door de officier van justitie genoemde gronden – dient te worden vrijgesproken het hier tenlastegelegde witwassen.
3.4.
Het oordeel van de rechtbank
3.4.1.
Vrijspraak van het onder 5 ten laste gelegde witwassen
De rechtbank is – met de officier van justitie en raadsman – van oordeel dat niet kan worden bewezen dat verdachte € 2.100,- , een horloge en een schilderij heeft witgewassen. Verdachte wordt daarom vrijgesproken van dit feit.
3.4.2.
Het oordeel over het onder 1 tot en met 4 ten laste gelegde
3.4.2.1. Identificatie van de Sky-ID’s [account] en [account 2]
Ten aanzien van de overige tenlastegelegde feiten dient de rechtbank allereerst de vraag te beantwoorden of verdachte kan worden geïdentificeerd als gebruiker van de Sky-ID’s [account] en [account 2] . Of verdachte als gebruiker van Sky-ID [account 3] kan worden geïdentificeerd acht de rechtbank niet van belang, nu geen van de tenlastegelegde feiten in verband staan met dit account.
De rechtbank gaat op grond van de wettige bewijsmiddelen van de volgende feiten en omstandigheden uit. [3]
Uit identificatieonderzoek naar Sky-ID [account] volgt dat het aan dit account gekoppelde telefoontoestel met IMEI-nummer [nummer] in de periode van 20 juni 2020 tot en met 1 maart 2021 veelvuldig gebruik maakte van Cell-ID’s gelegen op [adres 1] te Amsterdam, namelijk – van de 233 gemeten dagen in Nederland – op 226 dagen overdag en op 195 dagen in de nachtelijke uren. [4]
Uit onderzoek naar Sky-ID [account 2] gekoppeld aan het telefoon met IMEI-nummer [nummer 2] , volgt eveneens dat veelvuldig gebruik maakte van de Cell-ID’s op [adres 1] te Amsterdam in de periode van 24 december 2020 tot en met 12 maart 2021, namelijk – van de 70 gemeten dagen in Nederland – op 70 dagen overdag en 63 dagen in de nachtelijke uren. [5] Deze Cell-ID’s liggen op ongeveer 400 meter afstand van het woonadres van verdachte. [6]
Sky-ID [account] is verder te koppelen aan een vlucht van Malaga naar Amsterdam op [datum 1] en Sky-ID [account 2] aan een vlucht van Amsterdam naar Curaçao op [datum 2] en een vlucht van Curaçao naar Amsterdam op [datum 3] . Verdachte en diens dochter waren passagiers op al deze vluchten. [7]
Op 24 en [geboortedag] 2020 verstuurt Sky-ID [account] berichten die erop wijzen dat hij op [geboortedag] jarig was. [geboortedag] is de verjaardag van verdachte. Ook blijkt uit de berichten dat de gebruiker van [account] die dag vijftig werd en twee dochters had, evenals verdachte. [8] Op 27 augustus 2020 zegt de gebruiker van [account] te zijn aangehouden. [9] Op diezelfde dag is verdachte gecontroleerd door de politie in het voertuig van zijn neefje. [10]
Sky-ID’s [account] en [account 2] hadden een aansluitende actieve gebruikersduur. Zo was [account] actief in gebruik van 21 juni 2020 tot en met 29 december 2020 en [account 2] van 25 december 2020 tot en met 8 maart 2021. [11] De rechtbank stelt vast dat de overlapping van gebruikersduur hier vijf dagen betreft. Verder maakte de gebruiker van de beide accounts veelvuldig gebruik van een [symbool] . [12]
Oordeel van de rechtbank
Op grond van al het voorgaande, in onderlinge samenhang bezien, kan het naar het oordeel van de rechtbank worden vastgesteld dat verdachte de gebruiker is van de Sky-ID’s [account] en [account 2] . De rechtbank zal de gebruiker van deze Sky-ID’s daarom hierna aanduiden als verdachte. Anders dan de raadsman, vindt de rechtbank het feit dat [account] in een bericht kenbaar maakte te zijn aangehouden, een belastend gegeven. Aannemelijk is immers dat de gebruiker van Sky-ID [account] met ‘aanhouding’ een controle of staandehouding bedoelde.
3.4.2.2. Bewijsminimum
Ten aanzien van het verweer van de raadsman dat het bewijs afkomstig is uit één bron, namelijk de SkyECC berichten, overweegt de rechtbank als volgt.
Allereerst merkt de rechtbank op dat er niet slechts één chatgesprek met één ander account beschikbaar is. Er zijn meerdere gesprekken gevoerd met verschillende andere accounts op diverse data. Bovendien zijn er afbeeldingen verstuurd, onder andere van blokken cocaïne en ‘tokens’, die de inhoud van de chats ondersteunen. Dat de blokken op de foto’s cocaïne betreffen, is in een proces-verbaal van herkenning met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid vastgesteld. [13] Ook de eerder genoemde vluchtgegevens ondersteunen de inhoud van de chats, nu verdachte op 2 januari 2021 een bericht met een afbeelding stuurde dat hij op ‘Cu’ zat (de rechtbank begrijpt: Curaçao) en verdachte zich blijkens deze gegevens op die datum ook op Curaçao bevond. [14] Daarbij wordt in een proces-verbaal van bevindingen bevestigd dat verdachte daadwerkelijk verblijf had op zijn woonadres. [15] De rechtbank is dus van oordeel dat dit niet een geval betreft waarin sprake is van één bron, zodat het verweer dat de inhoud van alle chats op voorhand niet tot bewijs zouden kunnen dienen wordt verworpen..
De raadsman heeft daarnaast aangevoerd dat behoedzaam met de beoordeling van de chats dient te worden omgegaan. De rechtbank is het hiermee eens, nu zij niet de beschikking heeft over alle SkyECC berichten en de weergave van de chats mogelijk niet compleet is. In het beoordelen van de bewijswaarde van de chats zal zij daarom deze behoedzaamheid betrachten, onder andere door te letten op het chronologische verloop van de chats.
3.4.2.3. Feit 1: medeplegen van het opzettelijk aanwezig hebben van 50 kilogram cocaïne
Feiten en omstandigheden
Op 15 februari 2021 heeft verdachte een gesprek met Sky-account [account 4] waarin onder andere de volgende berichten worden verstuurd:
Verdachte: Matti al wat materiaal [16]
Verdachte: Matti regel 50 meteen pap
[account 4] : gab ga 100 pakken ja [17]
[account 4] : heb gevraagd
Verdachte: Oké topper bedankt
[account 4] : die spullen zijn 1111
Verdachte stuurt een afbeelding van een wit blok
[account 4] : ja die [18]
Verdachte: Oké wat kost die handel 111 [19]
[account 4] : ga proberen 25 [20]
Op 16 februari 2021 vervolgt het gesprek en worden onder andere de volgende berichten verstuurd:
[account 4] : tekst [naam 1] 50 brengen
[account 4] : gab die pap van die 50 wanneer
Verdachte: Gab die man heeft me laten zitten zegt wordt morgen [21]
Op 17 februari 2021 gaat het gesprek verder en worden onder andere de volgende berichten verstuurd:
Verdachte stuurt een afbeelding van een wit blok
Verdachte: Gab ik heb al die spullen liggen
Verdachte: Wat moet ik daggen
Verdachte: Zeggen
Verdachte: Tegen die Cheese
Verdachte: Dit zijn ze hij wou deze
Verdachte stuurt een afbeelding van een wit blok en van een weegschaal
[account 4] : zijn ze niet goed
Verdachte: Nee ze koken 8
Verdachte: Gab iedereen bied ze aan ook op [nummer 3] ☹☹☹ [22]
Verdachte: ik denk moet ook dan voor dat gaan aanbieden [23]
Enkele minuten na dit gesprek verstuurt verdachte meerdere berichten inhoudende “ [tekst] ” naar verschillende Sky-contacten.
In een groepsgesprek met verdachte en Sky-accounts [account 5] en [account 4] worden op 18 februari 2021 onder meer de volgende berichten verstuurd:
Verdachte: Haloo 18h I have 600 ready
Verdachte: Can you send driver
Verdachte: Sir send me please token before arrival at adres at 18h [24]
[account 5] : [nummer token]
Verdachte stuurt twee afbeeldingen waarin het getal 612.143 te zien is, respectievelijk het getal 755.000 [25]
Verdachte: The boy is waiting
[account 5] : He’s there I sent you photos where he parked
[account 5] : Done ??
Verdachte: Yes done
[account 5] : Ok token photo pls [26]
Verdachte stuurt twee afbeeldingen van een bankbiljet
Verdachte: Payed 751 k
Verdachte: Instead of 755
[account 5] : 750,480 count [27]
Op 23 februari 2021 worden in een ander groepsgesprek onder andere de volgende berichten gestuurd:
Verdachte: Can you send driver please sir
Verdachte: To pik up
[account 5] : Where sir
Verdachte: I will tekst you in like 25 min exact amount [28]
Verdachte: 936200 counted
[account 5] : Pld confirm
Verdachte: [naam 2] Send please took
[account 6] stuurt een afbeelding van een 5-euro biljet [29]
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat uit de chatberichten blijkt dat verdachte samen met anderen in de periode van 15 februari 2021 tot en met 23 februari 2021 in Nederland 50 kilo van een materiaal bevattende cocaïne heeft gekocht en aanwezig heeft gehad. Verdachte heeft nauw en bewust met anderen samengewerkt om de cocaïne in zijn bezit te krijgen, zodat sprake is van medeplegen. De rechtbank stelt op basis van het proces-verbaal van herkenning cocaïne [30] , de inhoud van hiervoor genoemde chats tussen verdachte en verschillende Sky-accounts en de verstuurde afbeeldingen vast dat het in de chats ging om cocaïne. Dat sprake is van 50 kilogram, acht de rechtbank bewezen omdat het een feit van algemene bekendheid is dat cocaïne in blokken van 1 kilo wordt verhandeld en wordt gesproken over 50 (blokken). De rechtbank is van oordeel dat uit de chats niet kan worden afgeleid dat verdachte de cocaïne heeft (door)verkocht en heeft afgeleverd. Hoewel uit de chats kan worden opgemaakt dat verdachte de cocaïne voor verkoop heeft aangeboden, is dit niet voldoende om het verkopen, afleveren, verstrekken dan wel vervoeren van de cocaïne bewezen te verklaren. Evenmin blijkt dat verdachte de cocaïne heeft verwerkt. Ook uit andere chatberichten blijkt niet dat deze handelingen zijn verricht. Verdachte zal daarom van deze handelingen worden vrijgesproken.
3.4.2.4. Feit 2: medeplegen van handel in cocaïne
Feiten en omstandigheden
Op 2 januari 2021 vindt er tussen verdachte en Sky-account [account 7] een chatgesprek plaats waarin onder andere de volgende berichten worden verstuurd:
[account 7] : Gap kan 1 van beide gedropt worden voor mij?
[account 7] : Klant wil ff checken
Verdachte: Gab je moet echt ophalen man
[account 7] : Waar kan gehaald worden gap?
Verdachte: [locatie 1] [31]
Verdachte: Hoeveel wil je Er
[account 7] : HH en Dita tog
[account 7] : Kan ik gaan?
Verdachte: Man Hij is daar
Verdachte: [locatie 2] Op die hoek
[account 7] : Ik heb et
[account 7] stuurt twee afbeeldingen [32]
[account 7] : Heb 1 open gemaakt en is HH
[account 7] : Andere is helemaal dicht nog
Verdachte: Als je wil chekk die en als je er een andere stempel erop wil dan geef ik je Dita of hoefijzer allemaal 1 keuken
[account 7] : Ok, ziet er mooi uit wel [33]
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat uit de chatberichten blijkt dat verdachte op 2 januari 2021 in Amsterdam 2 kilo van een materiaal bevattende cocaïne heeft afgeleverd. De rechtbank stelt op basis van het proces-verbaal van herkenning cocaïne [34] , de inhoud van de hiervoor genoemde chats en de verstuurde afbeeldingen vast dat het in de chats ging om cocaïne. In het eerste gedeelte van de chats wordt gesproken over twee stuks, op basis waarvan de rechtbank vaststelt dat het hier de aflevering van 2 blokken cocaïne van een kilo betrof.
Uit de chatgesprekken volgt verder dat verdachte degene was die voor de cocaïne werd benaderd en die de afspraak van de overdracht tot stand bracht. Hoewel niet kan worden vastgesteld dat verdachte de cocaïne zelf voorhanden heeft gehad, hij bevond zich immers op dat moment in Curaçao, heeft verdachte een bijdrage van voldoende gewicht gehad nu hij ervoor zorgde dat de cocaïne in ‘ [locatie 1] ’ (de rechtbank begrijpt: [locatie 1] , Amsterdam) kon worden opgehaald. Voorgaande maakt tevens dat naar het oordeel van de rechtbank sprake is van een zodanig bewuste en nauwe samenwerking dat medeplegen kan worden bewezen.
Met de raadsman is de rechtbank van oordeel dat uit de chats onvoldoende kan worden vastgesteld dat verdachte naast deze 2 kilo, ook nog 8 kilo van een materiaal bevattende cocaïne zou hebben afgeleverd. Daarvan wordt verdachte dan ook vrijgesproken.
3.4.2.5. Feit 3: medeplegen van poging tot invoer van cocaïne
Feiten en omstandigheden
Op 17 juli 2020 wordt een groepschat gestart met de naam ‘ [naam groepschat 1] ’. Aan de chat nemen verdachte, [account 8] , [account 9] , [account 10] en [account 11] deel. [35] Door verdachte wordt op 17 juli 2020 om foto’s van ‘merchandise’ gevraagd. [36] Ook wordt over een ‘booking’ op 24 juli gesproken. [37] Op 19 juli 2020 worden door [account 11] twee foto’s gestuurd van ‘ [land 1] merchandis’. [38] Verdachte geeft hierop aan ‘ready for some action’ te zijn. [39] Op 3 augustus 2020 worden door [account 11] nog drie foto’s naar de groepsapp gestuurd. Daarnaast geeft [account 11] aan dat ‘500 ready’ zijn. [40] Door [account 11] , [account 10] , [account 8] en verdachte wordt de verdeling van de merchandise besproken. Op 4 augustus 2020 worden door [account 9] foto’s gestuurd waarop meerdere stapels blokken te zien zijn. [41] Nadat door verdachte wordt gevraagd ‘How is the inside’ [42] , wordt door [account 9] een foto gestuurd van een witte substantie. [43] Tussen 12 en 17 augustus 2020 worden in dezelfde groepschat meerdere berichten gestuurd en informeert verdachte over hoe alles verloopt. Verdachte vraagt onder andere ‘when they go to port’. [account 11] maakt duidelijk dat er nog maar '597.300’ is betaald en dat nog ‘825.000’ betaald moet worden. [44] Op 19 augustus 2020 vraagt verdachte ‘is it still possible we load’, waarop [account 11] antwoordt ‘next week bro’. [45] Op 25 augustus 2020 stuurt [account 10] het bericht ‘Can you check these boxes’. Verdachte antwoord hierop ‘Oké sir they are chekkkng’. [46] Ook vraagt verdachte hoeveel precies in de box wordt gestopt. [account 11] antwoordt ‘550 bro’. [47] Rond middernacht stuurt [account 11] het bericht dat de goederen uit de opslag zijn gehaald. [account 9] geeft aan naast de haven te zijn, maar dat er vermoedelijk een probleem is met de wisseldienst van de bewakers. [48] Een half uur later zegt [account 9] dat de missie is geannuleerd. [49]
In dezelfde periode, op 30 juli 2020, wordt een groepschat gestart met de naam ‘ [naam groepschat 2] ’. Aan de chat nemen verdachte en onder andere [account 12] , [account 13] en [account 14] deel. In de chat lijkt verdachte contact te hebben met de personen die de zogenaamde ‘uithaal’ in Rotterdam organiseren. [50] Op 30 juli 2020 wordt door verdachte gevraagd wat de ‘heren’ voor uithaal vragen. In de berichten wordt vervolgens een percentage onderhandeld. [51] Op 3 augustus 2020 vraagt verdachte of het oké is om 500 over 2 bakken te verdelen. Ook geeft verdachte aan dat de uithaalploeg daarvan 20 procent mag ‘invest’. [account 12] geeft aan liever 1 bak te willen in verband met de kosten en gaat akkoord met de 20 procent. [52] Op 4 augustus 2020 bevestigt verdachte dit plan en stuurt foto’s van ‘de spullen’. [53] Op 17 augustus 2020 vraagt [account 14] ‘Gaan ze nog zetten vandaag’. Verdachte antwoordt hierop dat de boot is vertraagd en dat ‘ze’ stand by staan. [54] In weer een andere groepschat met een paar van dezelfde deelnemers, deze met de naam ‘ [naam groepschat 3] ’, wordt op 25 augustus 2020 een overzicht van schepen en containers gestuurd en besproken. [account 15] stuurt een omcirkeld exemplaar door waarop [account 14] aangeeft dat die wel oké zijn. [55] Op 26 augustus 2020 stuurt verdachte dat ze helaas hebben gecanceld. De ‘gate was weer te heet om door heen te gaan’. [56] Op 9 september 2020 stuurt verdachte [account 14] een foto van de eerder doorgestuurde ‘spullen’ met het tekstbericht ‘Deze heb ik niet voor de kat ze kut gekocht’. [57]
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank acht op grond van het voorgaande bewezen dat verdachte betrokken is geweest bij de poging tot invoer van 550 kilo cocaïne. De rechtbank stelt op basis van het proces-verbaal van herkenning cocaïne [58] , de inhoud van hiervoor genoemde chats en de verstuurde afbeeldingen vast dat het ging om cocaïne. Uit de chats komt ondubbelzinnig naar voren dat door verdachte en de accounts waarmee hij communiceerde, een transport van cocaïne naar Nederland georganiseerd werd. De rol van verdachte kan daarbij worden geduid als die van een medepleger. Uit de chats volgt dat verdachte een coördinerende en organiserende rol had, die veel verder ging dan het slechts bemiddelen of ‘tussen fungeren’. Zo had verdachte contact met de verkopers van de cocaïne in Zuid-Amerika, hield verdachte overzicht over de voortgang van het transport, werd door hem een uithaalploeg in Nederland geregeld en volgt uit de chats dat hij de koper van de cocaïne was. Het verweer van de raadsman dat hooguit gesproken zou kunnen worden van voorbereidingshandelingen, passeert de rechtbank. De gedragingen van verdachte en zijn medeverdachten waren naar hun uiterlijke verschijningsvorm gericht op de voltooiing van het voorgenomen misdrijf om cocaïne Nederland in te voeren. Uit de chats volgt immers dat de benodigde betalingen waren verricht en dat ‘de goederen’ uit de opslag in [land 1] waren gehaald. Enkel vanwege een probleem met de wisseldienst van de bewakers in de [land 1] haven is het transport niet doorgegaan. Dit maakt dat gesproken kan worden van een begin van uitvoering, waarmee de grens van voorbereiding is overschreden. De rechtbank komt zodoende tot een bewezenverklaring van feit 3.
3.4.2.6. Feit 4: gewoontewitwassen
311.750,- euro
Feiten en omstandigheden
Uit de onder 3.4.2.5. weergegeven berichten is naar voren gekomen dat de door verdachte geregelde uithaalploeg mocht investeren in een deel van de lading cocaïne die op transport gezet zou worden. In de groepschat [naam groepschat 2] zijn hierover tussen 6 en 11 augustus 2020 onder andere de volgende berichten gestuurd:
6 augustus 2020:
[account 12] : Waar moeten wij pap afgeven?
Verdachte: Ja voor jullie deel gewoon hier in Nederland dan zorg ik dat het met de rest na de wisselaar gaat [59]
7 augustus 2020:
[account 16] : Wanneer moet betaalt worden? En waar afgeven?
[account 13] : Hoeveel euro inc transfer voor alleen spullen?
Verdachte: 311750 [60]
8 augustus 2020:
Verdachte: Kan je adres regelen dan kan die wisselaar de pap ophalen nu
[account 17] : Tijd: 15:00, bedrag 311.750. Adres volgt.
[account 17] : Oke token had ik niet meegekregen ik ben later in de chat gekomen
10 augustus 2020:
Verdachte: Die wisselaar vraagt vast adres voor morgen vroeg ze hebben het te druk
[account 17] : Komt hij morgen ??
[account 17] : [adres 2] [61]
11 augustus 2020:
Verdachte stuurt afbeelding van 5-euro biljet
Verdachte: Ze zijn met hun tweeën een grijze kleine Renault en zijn erom 09:05
Verdachte: Sallam ze zullen over 5min aankomen
[account 17] : Hij is met mij
Verdachte: Yes bedankt broertje
[account 17] : Your welcome [62]
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat uit de chatberichten blijkt dat verdachte op 11 augustus 2020 een geldbedrag van 311.750,- euro heeft overgedragen.
1.686.680,- euro
Oordeel van de rechtbank
Onder verwijzing naar de onder 3.4.2.3. uiteengezette feiten en omstandigheden (met betrekking tot feit 1), acht de rechtbank bewezen dat verdachte – ter betaling van de door hem gekochte 50 kilo cocaïne – 1.686.680 euro heeft overgedragen. Verdachte heeft op 19 februari 2021 eerst een bedrag van 750.480 euro betaald en op 23 februari 2021 een bedrag van 936.200 euro. [63] Aangezien de tenlastelegging een bedrag van 1.686.660,- noemt, zal dat bedrag worden bewezen verklaard.
292.500,- euro
Feiten en omstandigheden
Op 5 januari 2021 vindt er tussen verdachte en Sky-account [account 7] een chatgesprek plaats waarin onder andere de volgende berichten worden verstuurd:
Verdachte: Kunnen we nu afspreken Bij [locatie 3]
[account 7] : 16uur [locatie 3] ?
[account 7] : 292.500 totaal
Verdachte: Heb jij geteld
[account 7] : Ik zelf ja!! [64]
[account 7] stuurt afbeelding
[account 7] : 225k van 50,-
[account 7] : 60k van 20,-
[account 7] : 5k van 10,-
[account 7] : En 2500,- klein
[account 7] stuurt afbeelding
Verdachte: Oké duidelijk
Verdachte: Hoe laat kan je daar zijn
[account 7] : Ik kan nu gaan
Verdachte: Graag
[account 7] : Ik ga nu
[account 7] : 4 min [65]
[account 7] : Heb gegeven
Oordeel van de rechtbank
Op grond van voornoemde acht de rechtbank bewezen dat verdachte op 5 januari 2021 een geldbedrag van 292.500,- euro heeft verworven. Gelet op de inhoud van de chats moet er ernstig rekening mee worden gehouden dat dit bedrag afkomstig is uit eigen misdrijf, zodat dit feit eenvoudig witwassen oplevert als bedoeld in artikel 420bis.1 Sr. Dat artikel is weliswaar niet genoemd in de tenlastelegging, maar aangezien in de tenlastelegging wel wordt gesproken van “(eigen) misdrijf”, moet het ervoor worden gehouden dat ook eenvoudig witwassen ten laste is gelegd.
Juridisch kader witwassen
Voor een bewezenverklaring van witwassen is vereist dat het betreffende voorwerp of geldbedrag middellijk of onmiddellijk afkomstig is uit enig misdrijf. Als er geen direct bewijs voor een brondelict aanwezig is, zal volgens vaste jurisprudentie allereerst moeten worden vastgesteld of de aangedragen feiten en omstandigheden van dien aard zijn dat zonder meer sprake is van een vermoeden van witwassen. Indien daarvan sprake is, mag van verdachte worden verlangd dat hij een verklaring geeft voor de herkomst van het voorwerp of het geldbedrag. Als een dergelijke verklaring ontbreekt, kan de rechtbank tot de conclusie komen dat met voldoende mate van zekerheid kan worden uitgesloten dat het voorwerp of het geldbedrag een legale herkomst heeft en dat een criminele herkomst dus als enige aanvaardbare verklaring geldt.
Beoordeling juridisch kader witwassen
Verdachte heeft in een periode van zeven maanden grote contante geldbedragen, in totaal 2.290.910,- euro, verworven en/of overgedragen. Uit het dossier komt een ernstig vermoeden naar voren dat deze bedragen verband houden met de drugshandel waarmee verdachte zich bezig hield. Verdachte genoot in 2020 een bruto inkomen van 22.759,- euro. [66] Er is aldus sprake van een witwasvermoeden. Verdachte heeft geen verklaring afgelegd over de oorsprong van de geldbedragen en heeft het witwasvermoeden dan ook niet weerlegd. De rechtbank komt daarom tot de conclusie dat met voldoende mate van zekerheid kan worden uitgesloten dat de geldbedragen een legale herkomst hebben. Het kan niet anders zijn dan dat deze uit misdrijf afkomstig zijn.
Gewoontewitwassen
Gelet op de lange periode en de frequentie van het witwassen en de omvang van de witgewassen geldbedragen komt de rechtbank tot een bewezenverklaring van gewoontewitwassen.

4.Bewezenverklaring

De rechtbank acht op grond van de in rubriek 3 vervatte bewijsmiddelen bewezen dat verdachte:
1. in de periode van 15 februari tot en met 23 februari 2021 in Nederland tezamen en in vereniging met een of meer anderen opzettelijk aanwezig heeft gehad, ongeveer 50 kilogram van een materiaal bevattende cocaïne;
2. op 2 januari 2021 in Amsterdam tezamen en in vereniging met anderen opzettelijk heeft verkocht en afgeleverd ongeveer 2 kilogram van een materiaal bevattende cocaïne;
3. in de periode van 17 juli 2020 tot en met 26 augustus 2020 in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen, ter uitvoering van het door verdachte en zijn mededaders voorgenomen misdrijf om ongeveer 550 kilogram opzettelijk binnen het grondgebied van Nederland te brengen:
- aan encrypted SkyECC groepschats heeft deelgenomen die betrekking hebben op de (internationale) handel in verdovende middelen en
- encrypted SkyECC chatgesprekken heeft gevoerd met betrekking tot het afleveren, vervoeren en invoeren van een handelshoeveelheid verdovende middelen en
- encrypted SkyECC chatgesprekken heeft gevoerd met betrekking tot de prijs van die verdovende middelen en de levering van het hiervoor te betalen geldbedrag en tokens heeft gestuurd
terwijl de uitvoering van het voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
4. in de periode van 17 juli 2020 tot en met 23 februari 2021 in Nederland, meermalen voorwerpen, te weten
- een geldbedrag van 311.750 euro, en
- een geldbedrag van 1.686.660,- euro, en
- een geldbedrag van 292.500 euro,
althans een geldbedrag van in totaal ongeveer 2.290.910,
heeft verworven en/of heeft overgedragen en/of gebruik heeft gemaakt,
terwijl hij, verdachte wist dat bovenomschreven geldbedragen - onmiddellijk of middellijk - afkomstig waren uit enig (eigen) misdrijf en hij, verdachte, van het plegen van witwassen een gewoonte heeft gemaakt.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten staan, zijn deze verbeterd. Verdachte is hierdoor niet in de verdediging geschaad.

5.De strafbaarheid van de feiten

De bewezen geachte feiten zijn volgens de wet strafbaar. Het bestaan van een rechtvaardigingsgrond is niet aannemelijk geworden.

6.De strafbaarheid van verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

7.Motivering van de straffen en maatregelen

7.1.
De eis van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf van acht jaar, met aftrek van voorarrest, voor de feiten die zij bewezen vindt.
7.2.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft gewezen op de landelijke oriëntatiepunten straftoemeting van het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht (hierna: LOVS) en een aantal uitspraken van verschillende rechtbanken in volgens de raadsman soortgelijke zaken, waarbij de opgelegde gevangenisstraf lager is dan de acht jaar die de officier van justitie heeft gevorderd.
7.3.
Het oordeel van de rechtbank
De hierna te noemen strafoplegging is in overeenstemming met de ernst van het bewezen geachte, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals daarvan ter terechtzitting is gebleken.
De rechtbank heeft bij de keuze tot het opleggen van een vrijheidsbenemende straf en bij de vaststelling van de duur daarvan in het bijzonder het volgende laten meewegen.
Verdachte heeft zich in een periode van (in ieder geval) ruim een half jaar schuldig gemaakt aan het medeplegen van de handel in grote hoeveelheden cocaïne en aan het witwassen van grote contante geldbedragen. Verdachte heeft zich daarnaast schuldig gemaakt aan een poging tot invoer van 550 kilo cocaïne binnen het grondgebied van Nederland. Uit het dossier kan worden afgeleid dat verdachte bij het plegen van de feiten een leidende en organiserende rol had. Verdachte ging professioneel te werk door gebruik te maken van Sky-telefoons, tussenpersonen en tokens. De handel in cocaïne vormt een ernstige inbreuk op de rechtsorde en heeft een ontwrichtende invloed op de samenleving. Niet alleen gezondheid en welzijn wordt door deze handel nadelig beïnvloed, ook de algemene veiligheid en het financiële stelsel. Ook door het witwassen van grote geldbedragen heeft verdachte bijgedragen aan ontwrichting van de samenleving en het financiële stelsel. Verdachte heeft zich beroepen op zijn zwijgrecht en heeft in zoverre geen verantwoordelijkheid voor zijn handelen genomen.
Bij het bepalen van de hoogte van de gevangenisstraf heeft de rechtbank gelet op de afspraken tussen rechtbanken onderling over straffen voor verschillende soorten strafbare feiten (de LOVS oriëntatiepunten) en straffen opgelegd in soortgelijke zaken.
De rechtbank heeft ook acht geslagen op het strafblad van verdachte van 22 mei 2023, waaruit blijkt dat verdachte eerder voor cocaïnehandel en witwassen is veroordeeld. Ook heeft de rechtbank acht geslagen op een reclasseringsrapport van 8 juni 2023.
Op basis van alle hierboven genoemde omstandigheden is de rechtbank van oordeel dat met geen andere straf kan worden volstaan dan met een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van aanzienlijke duur. Deze zal de rechtbank dan ook opleggen. Gelet op de straffen opgelegd in vergelijkbare zaken komt de rechtbank tot een andere straftoemeting dan door de officier van justitie is gevorderd. De rechtbank zal verdachte een gevangenisstraf opleggen van 6 jaar met aftrek van de tijd die hij in voorarrest heeft doorgebracht.

8.Beslag

Onder verdachte zijn papiertjes met aantekeningen in beslaggenomen. Deze papiertjes zullen worden onttrokken aan het verkeer, nu daarmee (soortgelijke) feiten als de bewezen verklaarde kunnen worden begaan of voorbereid en het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet of het algemeen belang.
Verder worden een, in verband met de witwasverdenking van feit 5, onder verdachte in beslag genomen geldbedrag, schilderij en een Rolex aan verdachte geretourneerd omdat verdachte van deze verdenking wordt vrijgesproken.
Een lijst van inbeslaggenomen voorwerpen is aan dit vonnis gehecht als
bijlage II.

9.Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straf is gegrond op de artikelen 36b, 36c, 45, 47, 57 420 bis, 420 bis.1 en 420ter van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 2 en 10 Opiumwet.

10.Beslissing

De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.
Verklaart het onder 5 ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart bewezen dat verdachte het onder 1 tot en met 4 ten laste gelegde heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 4 is weergegeven.
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Het bewezenverklaarde levert op:
Ten aanzien van feit 1:
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod
Ten aanzien van feit 2:
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2 onder B van de Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd
Ten aanzien van feit 3:
poging tot medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2 onder A van de Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd
Ten aanzien van feit 4:
van het plegen van witwassen en eenvoudig witwassen een gewoonte maken
Verklaart het bewezene strafbaar.
Verklaart verdachte,
[verdachte], daarvoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstraf van 6 (zes) jaar.
Beveelt dat de tijd die door veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van die straf in mindering gebracht zal worden.
Verklaart onttrokken aan het verkeer:
- 1 STK Papier (Omschrijving: IJB1357.01.01.001/ ADRAA22090_735871)
Gelast de teruggave aan verdachte van:
- 2100 EUR IBG (Omschrijving: PL1300-2022192522-G6234955)
- 1 STK schilderij (Omschrijving: PL1300-ADRAA22090_735875)
- 1 STK Horloge (Omschrijving: PL1300-ADRAA22090_735872, Zilver, merk: Rolex Oyster)
Heft op het - geschorste - bevel tot voorlopige hechtenis.
Dit vonnis is gewezen door
mr. N.J. Koene, voorzitter,
mrs. F.W. Pieters en E. Laanen, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. L. Bergsma, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 23 juni 2023.
[...]

Voetnoten

1.De hieruit voortgekomen data wordt aangeduid als ‘metadata’.
2.PVB die hebben geleid tot toestemming van de rechter-commissaris om aanvullend onderzoek te mogen doen, p. A002, bovenaan.
3.Voor zover niet anders vermeld, wordt in de hierna volgende voetnoten telkens verwezen naar bewijsmiddelen die zich in het aan deze zaak ten grondslag liggende dossier bevinden, volgens de in dat dossier toegepaste nummering. Tenzij anders vermeld, gaat het daarbij om processen-verbaal, in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren. Voor zover er verwezen wordt naar een proces-verbaal van bevindingen, wordt dit processtuk in de voetnoot afgekort als ‘PVB’.
4.PVB identificatie [account 2] , [account] en [account 3] als [verdachte] , p. A011, onderaan.
5.PVB identificatie [account 2] , [account] en [account 3] als [verdachte] , p. A012, bovenaan.
6.PVB identificatie [account 2] , [account] en [account 3] als [verdachte] , p. A014, bovenaan.
7.PVB identificatie [account 2] , [account] en [account 3] als [verdachte] , p. A012, midden-onder.
8.PVB identificatie [account 2] , [account] en [account 3] als [verdachte] , p. A014, onderaan, en A015, bovenaan.
9.PVB identificatie [account 2] , [account] en [account 3] als [verdachte] , p. A015, onderaan.
10.PVB identificatie [account 2] , [account] en [account 3] als [verdachte] , p. A016, bovenaan.
11.PVB identificatie [account 2] , [account] en [account 3] als [verdachte] , p. A016, tabel midden.
12.PVB identificatie [account 2] , [account] en [account 3] als [verdachte] , p. A016, midden.
13.PVB herkenning coke / cocaïne, p. C001, bovenaan.
14.PVB chats: overdracht 10 kilogram cocaïne en het witwassen van 292.500 euro, p. A059, midden-boven.
15.PVB vermoedelijke herkenning [verdachte] , p. C004, onderaan.
16.PVB chats aankoop 50 kilogram cocaïne en witwassen 1.686.660 euro, p. A070, midden-onder.
17.PVB chats aankoop 50 kilogram cocaïne en witwassen 1.686.660 euro, p. A072, midden.
18.PVB chats aankoop 50 kilogram cocaïne en witwassen 1.686.660 euro, p. A074, bovenaan.
19.PVB chats aankoop 50 kilogram cocaïne en witwassen 1.686.660 euro, p. A074, midden.
20.PVB chats aankoop 50 kilogram cocaïne en witwassen 1.686.660 euro, p. A075, bovenaan.
21.PVB chats aankoop 50 kilogram cocaïne en witwassen 1.686.660 euro, p. A075, midden.
22.PVB chats aankoop 50 kilogram cocaïne en witwassen 1.686.660 euro, p. A076.
23.PVB chats aankoop 50 kilogram cocaïne en witwassen 1.686.660 euro, p. A077, bovenaan.
24.PVB chats aankoop 50 kilogram cocaïne en witwassen 1.686.660 euro, p. A078, onderaan.
25.PVB chats aankoop 50 kilogram cocaïne en witwassen 1.686.660 euro, p. A079, midden.
26.PVB chats aankoop 50 kilogram cocaïne en witwassen 1.686.660 euro, p. A080, onderaan.
27.PVB chats aankoop 50 kilogram cocaïne en witwassen 1.686.660 euro, p. A081, midden.
28.PVB chats aankoop 50 kilogram cocaïne en witwassen 1.686.660 euro, p. A081, onderaan.
29.PVB chats aankoop 50 kilogram cocaïne en witwassen 1.686.660 euro, p. A082, bovenaan.
30.PVB herkenning coke / cocaïne, p. C001, bovenaan.
31.PVB chats: overdracht 10 kilogram cocaïne en het witwassen van 292.500 euro, p. A059, onderaan.
32.PVB chats: overdracht 10 kilogram cocaïne en het witwassen van 292.500 euro, p. A060.
33.PVB chats: overdracht 10 kilogram cocaïne en het witwassen van 292.500 euro, p. A061, bovenaan.
34.PVB herkenning coke / cocaïne, p. C001, bovenaan.
35.PVB chats, poging invoer 550 kilogram cocaïne ( [land 1] – Rotterdam), p. A033, midden-onder.
36.PVB chats, poging invoer 550 kilogram cocaïne ( [land 1] – Rotterdam), p. A033, onderaan.
37.PVB chats, poging invoer 550 kilogram cocaïne ( [land 1] – Rotterdam), p. A034, midden.
38.PVB chats, poging invoer 550 kilogram cocaïne ( [land 1] – Rotterdam), p. A034, onderaan.
39.PVB chats, poging invoer 550 kilogram cocaïne ( [land 1] – Rotterdam), p. A035, midden-onder.
40.PVB chats, poging invoer 550 kilogram cocaïne ( [land 1] – Rotterdam), p. A037 en p. A038, bovenaan.
41.PVB chats, poging invoer 550 kilogram cocaïne ( [land 1] – Rotterdam), p. A040.
42.PVB chats, poging invoer 550 kilogram cocaïne ( [land 1] – Rotterdam), p. A040, onderaan.
43.PVB chats, poging invoer 550 kilogram cocaïne ( [land 1] – Rotterdam), p. A041, bovenaan.
44.PVB chats, poging invoer 550 kilogram cocaïne ( [land 1] – Rotterdam), p. A047, midden-boven en onderaan.
45.PVB chats, poging invoer 550 kilogram cocaïne ( [land 1] – Rotterdam), p. A049, bovenaan.
46.PVB chats, poging invoer 550 kilogram cocaïne ( [land 1] – Rotterdam), p. A050, bovenaan.
47.PVB chats, poging invoer 550 kilogram cocaïne ( [land 1] – Rotterdam), p. A052, midden.
48.PVB chats, poging invoer 550 kilogram cocaïne ( [land 1] – Rotterdam), p. A053, tweede tabel.
49.PVB chats, poging invoer 550 kilogram cocaïne ( [land 1] – Rotterdam), p. A054, midden-onder.
50.PVB chats, poging invoer 550 kilogram cocaïne ( [land 1] – Rotterdam), p. A035, onderaan.
51.PVB chats, poging invoer 550 kilogram cocaïne ( [land 1] – Rotterdam), p. A036.
52.PVB chats, poging invoer 550 kilogram cocaïne ( [land 1] – Rotterdam), p. A041, onderaan.
53.PVB chats, poging invoer 550 kilogram cocaïne ( [land 1] – Rotterdam), p. A042, onderaan, en A043, onderaan.
54.PVB chats, poging invoer 550 kilogram cocaïne ( [land 1] – Rotterdam), p. A048, midden.
55.PVB chats, poging invoer 550 kilogram cocaïne ( [land 1] – Rotterdam), p. A051, onderaan.
56.PVB chats, poging invoer 550 kilogram cocaïne ( [land 1] – Rotterdam), p. A054, onderaan.
57.PVB chats, poging invoer 550 kilogram cocaïne ( [land 1] – Rotterdam), p. A055, bovenaan.
58.PVB herkenning coke / cocaïne, p. C001, bovenaan.
59.PVB chats, poging invoer 550 kilogram cocaïne ( [land 1] – Rotterdam), p. A044, onderaan.
60.PVB chats, poging invoer 550 kilogram cocaïne ( [land 1] – Rotterdam), p. A045, midden.
61.PVB chats, poging invoer 550 kilogram cocaïne ( [land 1] – Rotterdam), p. A045, onderaan.
62.PVB chats, poging invoer 550 kilogram cocaïne ( [land 1] – Rotterdam), p. A046, bovenaan.
63.PVB chats aankoop 50 kilogram cocaïne en witwassen 1.686.660 euro, p. A081, onderaan en p. A082 bovenaan.
64.PVB chats: overdracht 10 kilogram cocaïne en het witwassen van 292.500 euro, p. A066, midden en bovenaan.
65.PVB chats: overdracht 10 kilogram cocaïne en het witwassen van 292.500 euro, p. A067, midden en bovenaan.
66.Proces-verbaal verstrekking gevorderde gegevens ex art. 126nd lid 1Wetboek van Strafvordering, p. D001, midden-onder.