7.3.Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen maatregel gelet op de aard en de ernst van wat bewezen is verklaard, de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon en de omstandigheden van de verdachte zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan diefstal bij verschillende winkels. Dat zijn vervelende feiten waardoor schade en overlast wordt veroorzaakt bij de winkeliers. De winkeliers zien zich genoodzaakt extra kosten te maken voor beveiligingsmaatregelen. Deze kosten worden vervolgens doorberekend naar de consument waardoor de maatschappij de kosten van het handelen van verdachte draagt. Verdachte heeft laten zien geen respect te hebben voor het eigendom van anderen. De rechtbank neemt dat verdachte kwalijk.
Uit het uittreksel Justitiële Documentatie (het strafblad) betreffende verdachte van 8 mei 2023 blijkt dat hij veelvuldig is veroordeeld voor het plegen van (winkel)diefstallen.
Advies van de reclassering
De rechtbank heeft kennisgenomen van het door mevrouw A. Baars opgestelde reclasseringsadvies van GGZ Reclassering Inforsa Amsterdam van 1 juni 2023. Dit rapport houdt – zakelijk weergegeven – onder meer het volgende in:
Verdachte is sinds 2019 in aanraking met justitie in Nederland, er is sprake van een patroon in het plegen van vermogensdelicten. Verdachte beschikt niet over enige stabiliteit, hij heeft geen huisvesting, geen inkomen en geen dagbesteding. Vanwege deze omstandigheden schat de reclassering het risico op recidive in als hoog.
Verdachte heeft de Roemeense nationaliteit en verblijft op dit moment volgens de informatie van de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) rechtmatig in Nederland en er loopt ook geen IND onderzoek naar hem. Vanwege zijn status dient verdachte zelfvoorzienend te zijn en maakt hij geen aanspraak op sociale voorzieningen, noch op zorgtoeleiding of huisvesting via een regulier reclasseringstoezicht. Bij oplegging van een ISD-maatregel kan de rechtmatigheid van het verblijf van verdachte in Nederland veranderen en leiden tot intrekking van het verblijfsrecht.
Het is evident dat verdachte stabiliteit nodig heeft. Dit kan hem geboden worden binnen de ISD-maatregel. Nadat de vreemdelingrechtelijke status van verdachte definitief bekend is, kan worden bepaald of de reguliere ISD of de ISD-VRIS kan volgen. In de reguliere ISD wordt ingezet op re-integratie in Nederland met de nodige zorg en opvang. Binnen de ISD-VRIS wordt ingezet op repatriëring met de nodige zorg en opvang in het land van herkomst. Daarbij ziet d reclassering repatriëring naar Roemenië met de zogenoemde zachte landing als de meest reële kans op het voor de lange termijn doorbreken van het strafbare gedrag en het beheersen van de persoonlijke problematiek. Gelet op het voorgaande adviseert de reclassering in het rapport een onvoorwaardelijke ISD-maatregel. De maatregel zal enerzijds de maatschappij beschermen en beveiligen tegen recidive en anderzijds kan via de maatregel hulp en interventie ingezet worden om te werken aan de problematiek van verdachte .
Ter terechtzitting van 9 juni 2023 heeft mevrouw A. Baars, gehoord als deskundige, haar rapport voor wat betreft de persoonlijke omstandigheden bevestigd maar het advies als volgt gewijzigd.
De reclassering ziet ingeval van een daadwerkelijke hulpvraag van de verdachte mogelijkheden om verdachte de nodige begeleiding te geven en het recidivegevaar naar een aanvaardbaar niveau te brengen. De reclassering past daarom het advies zoals dat is verwoord in het rapport van 1 juni 2023 in zoverre aan dat ingeval een voorwaardelijke ISD-maatregel passend wordt geacht de volgende bijzondere voorwaarden worden voorgesteld:
- meldplicht
- ambulante behandeling
- medewerking aan middelencontrole
Indien een voorwaardelijke ISD-maatregel aan verdachte zal worden opgelegd zal de reclassering zich inspannen om verdachte bij te staan door middel van deze ter zitting geadviseerde bijzondere voorwaarden.
Motivering van de maatregel
De rechtbank stelt vast dat ten aanzien van het bewezen geachte feit aan alle voorwaarden is voldaan die artikel 38m van het Wetboek van Strafrecht aan het opleggen van de ISD-maatregel stelt. Hiervoor is bewezen verklaard dat verdachte een misdrijf heeft begaan waarvoor voorlopige hechtenis is toegelaten.
Uit het uittreksel Justitiële Documentatie van 8 mei 2023 blijkt dat verdachte gedurende de vijf jaren voorafgaand aan 14 maart 2023 ten minste driemaal wegens een misdrijf onherroepelijk is veroordeeld tot een vrijheidsbenemende straf, terwijl het in dit vonnis bewezen verklaarde feit is begaan na tenuitvoerlegging van deze straffen en er, zoals blijkt uit de hiervoor genoemde rapportage, ernstig rekening mede moet worden gehouden dat de verdachte wederom een misdrijf zal begaan.
Blijkens het uittreksel Justitiële Documentatie is ook voldaan aan de eisen die de “Richtlijn voor Strafvordering bij meerderjarige veelplegers” van het Openbaar Ministerie stelt: verdachte is een zeer actieve veelpleger, die over een periode van vijf jaren processen-verbaal tegen zich zag opgemaakt worden voor meer dan tien misdrijven, waarvan ten minste één in de laatste twaalf maanden, terug te rekenen vanaf de pleegdatum van het laatst gepleegde feit. Verder eist de veiligheid van personen of goederen het opleggen van deze maatregel, gezien de ernst en het aantal door verdachte begane soortgelijke feiten.
. De rechtbank acht - met de officier van justitie – de oplegging van een voorwaardelijke ISD op dit moment het meest passend. Verdachte is immers nog niet eerder onder toezicht van de reclassering geweest en op dit moment kan niet worden ingeschat in welke mate dit zou kunnen bijdragen aan het verbeteren van zijn situatie. Verdachte heeft ter terechtzitting laten zien dat hij intrinsiek gemotiveerd is om aan zijn problemen te werken en een zelfvoorzienend bestaan op te bouwen in Nederland. De verdachte krijgt de kans om hieraan vorm te geven binnen een voorwaardelijk kader.
Verdachte is op 26 mei 2023 geschorst door de raadkamer van deze rechtbank en heeft gedurende deze (korte) schorsing uitgebreid contact gezocht met hulpverlenende instanties. Daarmee heeft hij laten zien dat hij zijn verantwoordelijkheid wil nemen. De voorwaardelijke ISD is een stok achter de deur om dit vol te houden, zijn problemen aan te pakken en niet meer te recidiveren en
Alles afwegende acht de rechtbank het passend en geboden dat aan verdachte wordt opgelegd een ISD-maatregel in voorwaardelijke zin met een proeftijd van twee jaren met de bijzondere voorwaarden zoals ter terechtzitting door de reclassering zijn geadviseerd.