ECLI:NL:RBAMS:2023:3932
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van arbeidsongeschiktheid en afwijzing WIA-uitkering door UWV
In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 10 mei 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser, een inwoner van Amsterdam, en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV). Eiser had een aanvraag ingediend voor een uitkering op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Wet WIA), welke door het UWV was afgewezen. Het UWV handhaafde deze afwijzing in het bestreden besluit van 19 april 2022, waartegen eiser beroep instelde. De rechtbank behandelde de zaak op 1 mei 2023, waarbij eiser aanwezig was, maar het UWV niet. De rechtbank moest beoordelen of het UWV terecht had vastgesteld dat eiser op 5 augustus 2021 voor 5,92% arbeidsongeschikt was, en of de medische situatie van eiser voldoende was onderkend.
Eiser had zich op 2 september 2019 ziek gemeld en had in 2021 een aanvraag voor een WIA-uitkering ingediend. Het UWV baseerde zijn besluit op rapporten van verzekeringsartsen en arbeidsdeskundigen. Eiser was het niet eens met de beoordeling van zijn arbeidsongeschiktheid en voerde aan dat hij ten tijde van de beoordeling niet in staat was om te werken. De rechtbank oordeelde dat het UWV zorgvuldig onderzoek had verricht en dat de medische belastbaarheid van eiser op overtuigende wijze was vastgesteld. De rechtbank concludeerde dat eiser op 5 augustus 2021 in staat was om arbeid te verrichten die overeenkwam met zijn medische belastbaarheid, en dat het UWV terecht had geweigerd om hem een WIA-uitkering toe te kennen. Het beroep van eiser werd ongegrond verklaard, en hij kreeg geen gelijk in de zaak.