Op 13 juni 2023 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende een Europees aanhoudingsbevel (EAB) dat is uitgevaardigd door de Spaanse autoriteiten. De zaak betreft de opgeëiste persoon, geboren in Algerije in 1982, die zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland verblijft en gedetineerd is. De rechtbank heeft op 30 mei 2023 de behandeling van het EAB gehouden, waarbij de officier van justitie, mr. G.P. Sholeh, aanwezig was. De opgeëiste persoon werd bijgestaan door zijn raadsman, mr. E.M. Steller, en een tolk in de Algerijnse taal. De rechtbank heeft de termijn voor de uitspraak op grond van de Overleveringswet met 30 dagen verlengd.
De rechtbank heeft vastgesteld dat het EAB voldoet aan de eisen van de Overleveringswet en dat er geen weigeringsgronden zijn voor de overlevering. De opgeëiste persoon is in persoon verschenen bij het proces dat tot de beslissing heeft geleid. De overlevering wordt verzocht voor de tenuitvoerlegging van een vrijheidsstraf van één jaar, opgelegd door het Spaanse gerecht. De rechtbank heeft vastgesteld dat het feit waarvoor de overlevering wordt verzocht, naar Nederlands recht kwalificeert als poging tot diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak.
De rechtbank heeft op basis van de feiten en de toepasselijke wetgeving, waaronder de artikelen 45 en 311 van het Wetboek van Strafrecht en de Overleveringswet, besloten de overlevering toe te staan. Deze uitspraak is gedaan door de voorzitter en twee andere rechters, en is openbaar uitgesproken. Tegen deze uitspraak staat geen gewoon rechtsmiddel open, conform artikel 29, tweede lid, van de Overleveringswet.