ECLI:NL:RBAMS:2023:3835

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
21 juni 2023
Publicatiedatum
21 juni 2023
Zaaknummer
10468520 KK EXPL 23-256
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot toegang tot zakelijke e-mailaccounts na ontslag van bestuurder van gezondheidskliniek

In deze zaak vordert de ontslagen bestuurder van de gezondheidskliniek Human Concern, [eiseres], dat haar zakelijke e-mailaccounts weer ter beschikking worden gesteld. De kantonrechter heeft op 21 juni 2023 uitspraak gedaan in een kort geding, waarin [eiseres] stelt dat zij tot en met 30 april 2023 in dienst was van Human Concern en dat het onterecht is dat zij zonder waarschuwing is afgesloten van haar zakelijke e-mail. Human Concern, vertegenwoordigd door haar gemachtigde, betwist de vordering en stelt dat de e-mailaccounts alleen ter beschikking zijn gesteld voor werkzaamheden van [eiseres] en dat met de beëindiging van het dienstverband de basis voor het gebruik van deze accounts is vervallen.

De kantonrechter oordeelt dat [eiseres] recht heeft op toegang tot de informatie op haar e-mailaccounts tot het moment van beëindiging van haar dienstverband. De rechter wijst erop dat Human Concern geen voldoende argumenten heeft aangedragen om te rechtvaardigen dat [eiseres] geen toegang meer zou moeten hebben tot deze informatie. De rechter benadrukt dat het geheimhoudingsbeding in de arbeidsovereenkomst van [eiseres] voldoende bescherming biedt voor Human Concern tegen ongewenst gebruik van de e-mailaccounts.

De vordering van [eiseres] wordt toegewezen, waarbij Human Concern wordt veroordeeld om binnen zeven dagen na betekening van het vonnis de inhoud van de e-mailaccounts weer ter beschikking te stellen, op straffe van een dwangsom. Tevens wordt Human Concern veroordeeld in de proceskosten. Dit vonnis is gewezen door kantonrechter E. Pennink en openbaar uitgesproken op 21 juni 2023.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht
zaaknummer: 10468520 KK EXPL 23-256
vonnis van: 21 juni 2023

vonnis van de kantonrechterkort geding

I n z a k e

[eiseres] ,

wonende te [woonplaats] ,
eiseres,
nader te noemen: [eiseres] ,
gemachtigde: mr. M.H. van Hooft,
t e g e n

de besloten vennootschap HUMAN CONCERN B.V.,

gevestigd te Amsterdam,
gedaagde,
nader te noemen: Human Concern,
gemachtigde: mr. S.B. Piekaar-Bouthoorn.

VERLOOP VAN DE PROCEDURE

Bij dagvaarding van 26 april 2023, met producties, heeft [eiseres] een voorziening gevorderd.
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 31 mei 2023. [eiseres] is via een videoverbinding in persoon verschenen. Haar gemachtigde is ter terechtzitting verschenen, alsmede mr. A.J.A. Jansen. Human Concern is verschenen bij [naam bestuurder] , bestuurder, vergezeld door de gemachtigde en mr. A.M.S. van Asselt. Partijen hebben op voorhand nog stukken in het geding gebracht. Namens [eiseres] is op 31 mei 2023 een vermeerdering van eis ingediend, maar deze is namens [eiseres] ter terechtzitting ingetrokken. Partijen hebben ter zitting hun standpunten toegelicht, mede aan de hand van overgelegde pleitnotities. Na verder debat is de behandeling aangehouden teneinde partijen in de gelegenheid te stellen een minnelijke regeling te treffen. Na een nieuwe aanhouding hebben partijen bij e-mail van 12 en 14 juni 2023 bericht dat zij geen regeling hebben getroffen en hebben zij vonnis gevraagd en is een datum voor vonnis bepaald.

GRONDEN VAN DE BESLISSING

Uitgangspunten

1. Als uitgangspunt geldt het volgende.
1.1.
[eiseres] is oprichtster van Human Concern, opgericht in april 2007. Human Concern is actief in de geestelijke gezondheidszorg en levert behandelingen aan personen met eetstoornissen.
1.2.
[eiseres] is met ingang van 28 juni 2020 in dienst van Human Concern in de functie van statutair bestuurder. In haar schriftelijke arbeidsovereenkomst is in artikel 18 een geheimhoudingsbeding opgenomen. Voorts is in dat artikel opgenomen, voor zover hier van belang:

Werknemer is gehouden alle zaken van werkgever die zij in verband met de uitoefening van haar functie onder zich krijgt, niet anders te gebruiken en niet langer onder zich te houden dan voor de uitoefening van haar functie noodzakelijk is, en in elk geval onmiddellijk aan werkgever (terug) te geven indien werkgever dat verlangt.”
1.3.
[eiseres] hield via haar persoonlijke Holding Human Concern Holding B.V. 96,51% van de aandelen in het kapitaal van Human Concern.
1.4.
In mei 2021 is het meerderheidsbelang in Human Concern overgegaan naar de F&F PI Groep B.V. (hierna: F&F PI Groep).
1.5.
Vanaf 28 december 2020 vormt [naam] samen met [eiseres] het statutair bestuur van Human Concern.
1.6.
Bij brief van 18 januari 2023 is [eiseres] opgeroepen voor een vergadering van aandeelhouders op 10 februari 2023. Op de agenda stond onder meer het voorgenomen ontslag van [eiseres] als bestuurder van Human Concern, het aandeelhouderschap van [eiseres] bij Human Concern en de rekening-courantverhouding tussen [eiseres] en Human Concern.
1.7.
Tussen partijen en adviseurs is overleg geweest over de vergadering van aandeelhouders op 10 februari 2023. [eiseres] is daar niet aanwezig geweest.
1.8.
Op 2 februari 2023 is aan de ondernemingsraad van Human Concern een adviesaanvraag gedaan in verband met het ontslag van [eiseres] .
1.9.
Tijdens de vergadering van aandeelhouders is [eiseres] ontslagen als bestuurder bij Human Concern.
1.10.
Bij e-mail van 16 februari 2023 heeft F&F Pi Groep aan [eiseres] het ontslag bevestigd en aangekondigd dat haar arbeidsovereenkomst met inachtneming van een opzegtermijn van twee maanden eindigt per 1 mei 2023.
1.11.
Bij e-mail van 22 maart 2023 is namens Human Concern door [naam] aan [eiseres] meegedeeld dat Human Concern alle e-mailaccounts van [eiseres] vanuit Human Concern heeft stopgezet.
1.12.
In een e-mail van 31 maart 2023 heeft de gemachtigde van [eiseres] aan de gemachtigde van Human Concern meegedeeld, voor zover hier van belang:

Voorts bespraken wij dat cliënte heeft moeten constateren dat zij is afgesloten van haar zakelijke e-mail. U bevestigde dat cliënte inderdaad is afgesloten van haar mailbox en gaf aan dat dit een bewuste keuze is geweest. Ik heb u verzocht om uw cliënte ertoe te bewegen de toegang tot haar mailbox te herstellen, omdat haar arbeidsovereenkomst nog niet is geëindigd, zij derhalve recht heeft op toegang tot haar mailbox en er bovendien veel privégegevens en contacten via haar mailbox lopen. (..)”
1.13.
In reactie is namens Human Concern meegedeeld dat Human Concern bereid is om onder toezicht van een vertrouwens persoon [eiseres] in de gelegenheid te stellen om haar privé e-mails veilig te stellen. Daarvoor kan een afspraak worden gemaakt op kantoor.
1.14.
Op 14 april 2023 heeft [eiseres] , via het e-mailaccount [e-mailadres] een e-mail verzonden met als onderwerp: “Update Lda status after cancelation June group”.

Vordering

2. [eiseres] vordert -na wijziging van eis- dat Human Concern bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, veroordeeld zal worden om binnen 24 uur na betekening de e-mailaccounts [e-mailadres] en [e-mailadres] inclusief alle daarop op 10 februari 2023 bevindende e-mails, zowel inkomend als uitgaand, alsmede alle nadien tot 1 mei 2023 ingekomen e-mails en alle overige gegevens weer ter vrije beschikking en gebruik van [eiseres] te stellen en te houden, op straffe van een dwangsom van € 10.000,00 per dag dat Human Concern in gebreke blijft aan deze veroordeling te voldoen, met een maximum van € 500.000,00, alles met veroordeling van Human Concern in de kosten van dit geding.
3. [eiseres] stelt hiertoe, kort weergegeven, dat zij tot en met 30 april 2023 in dienst was van Human Concern en er dus geen rekening mee hoefde te houden dat zij voor die tijd abrupt van haar mailboxen zou worden afgesloten. Human Concern heeft gehandeld in strijd met artikel 7:611 van het Burgerlijk Wetboek (BW) door zonder dat daarvoor een redelijke grond bestaat en zonder voorafgaande waarschuwing of aankondiging op 22 maart 2023 haar af te sluiten van haar zakelijke accounts. [eiseres] heeft als oprichtster en boegbeeld van Human Concern haar zakelijke e-mailboxen vanaf de oprichting ook voor privé doeleinden en haar andere bedrijven en projecten gebruikt. Veel contacten liepen en lopen via deze e-mails en bevatten waardevolle en belangrijke informatie en contacten van [eiseres] . Bovendien is [eiseres] bezig in rechte op te komen tegen het genomen ontslagbesluit en in dat kader is toegang tot haar e-mail van belang omdat die veel informatie bevat die haar stellingen in dat verband kunnen staven.

Verweer

4. Human Concern voert aan, zakelijk weergegeven, dat de twee e-mailaccounts door haar alleen ter beschikking zijn gesteld voor de werkzaamheden van [eiseres] voor Human Concern. Met de beëindiging van het dienstverband is de basis voor het ter beschikking stellen van de accounts vervallen. [eiseres] heeft sedert het ontslagbesluit ook geen werkzaamheden meer verricht voor Human Concern en ook niet gevraagd om wedertewerkstelling. De voor [eiseres] van belang zijnde e-mails voor het verweer tegen het ontslagbesluit zijn aan [eiseres] verstrekt, zodat daar geen belang meer ligt voor haar. Human Concern heeft er belang bij om te voorkomen dat [eiseres] door oneigenlijk gebruik van de e-mailaccounts het belang van haar zal schaden. [eiseres] heeft na het ontslagbesluit in haar e-mail van 14 april 2023 aan relaties en personeel van Human Concern zonder enige onderbouwing een onjuist en onvolledig beeld geschetst van de situatie en daarmee wordt Human Concern in een kwaad daglicht geplaatst. Verder betwist Human Concern het spoedeisend belang bij de vordering, bestrijdt zij de toewijzing van de dwangsom en bepleit zij subsidiair matiging daarvan.

Beoordeling

5. In dit kort geding dient te worden beoordeeld of de in deze zaak aannemelijk te achten omstandigheden een ordemaatregel vereisen dan wel of de vordering van [eiseres] in een bodemprocedure een zodanige kans van slagen heeft dat het gerechtvaardigd is op de toewijzing daarvan vooruit te lopen door het treffen van een voorziening zoals gevorderd. Het navolgende behelst dan ook niet meer dan een voorlopig oordeel over het geschil tussen partijen.
6. In dit geding is niet in geschil dat [eiseres] thans niet meer in dienst is van Human Concern. Daarmee is herstel van de e-mailaccounts dan ook niet aan de orde. Het gaat er in dit geding uitsluitend nog om, zoals door [eiseres] ter terechtzitting ook is verklaard, of [eiseres] kan beschikken over de informatie op haar e-mailaccounts tot het moment dat het dienstverband tussen partijen is geëindigd, derhalve tot 1 mei 2023. Deze vraag wordt bevestigend beantwoord.
7. [eiseres] heeft afdoende toegelicht welk belang zij heeft bij toegang tot de op deze e-mailaccounts beschikbare informatie. Voor een deel betreft het privé-informatie, maar anderzijds ook zakelijke contacten die zij in het verleden heeft opgebouwd en waarvan de contactgegevens en de informatie voor haar van belang zijn. Tot het moment dat Human Concern de toegang eenzijdig blokkeerde, had [eiseres] volledige toegang tot al haar gegevens van haar e-mailaccounts. Door Human Concern zijn geen redengevende omstandigheden naar voren gebracht die de conclusie rechtvaardigen dat tot het moment van afsluiten door [eiseres] op onjuiste of onrechtmatige wijze gebruik werd gemaakt van deze e-mailaccounts. Niet valt in te zien waarom de enkele beëindiging van het dienstverband zou moeten meebrengen dat [eiseres] niet meer over die informatie uit het verleden kan beschikken. Daar heeft Human Concern ook geen redengevende argumenten voor aangedragen.
8. Voor zover door Human Concern is betoogd dat [eiseres] oneigenlijk gebruik zou kunnen maken van haar e-mailaccounts, geldt het volgende. Het gaat alleen nog om terbeschikkingstelling van informatie uit het verleden en heraansluiting van [eiseres] is niet langer aan de orde. Verder geldt dat [eiseres] is gebonden aan een geheimhoudingsbeding, zodat zij zich er rekenschap van heeft te geven dat zij zich daaraan moet houden. Daarmee heeft Human Concern ook voldoende effectief gereedschap om tegen ongewenst gebruik van de e-mailaccounts door [eiseres] op te treden. Daarbij komt nog dat de e-mail van [eiseres] van 14 april 2023 die door Human Concern als onjuist en onvolledig wordt gekenschetst, hetgeen [eiseres] overigens betwist, van een ander e-mailadres is verzonden, zodat het achterhouden van de inhoud van de e-mailaccounts geen belemmering oplevert voor het verzenden door [eiseres] van beweerdelijk ongewenste e-mails. Voor zover Human Concern met verwijzing naar het hierboven geciteerde artikel 18 van de arbeidsovereenkomst heeft willen betogen dat partijen hierover in de arbeidsovereenkomst een afspraak hebben gemaakt, wordt zij daarin niet gevolgd. Een uitleg van de bewoordingen van deze bepaling leidt er vooralsnog toe dat onder de daarin genoemde zaken niet de e-mails van [eiseres] zijn begrepen.
9. Het door Human Concern gedane aanbod om op kantoor in aanwezigheid van een medewerker van Human Concern de informatie van de accounts te raadplegen, is niet als een realistisch alternatief aan te merken, zeker wanneer daarbij de te verwachten hoeveelheid e-mails die een normale mailbox bevat in aanmerking wordt genomen.
10. Hetgeen hiervoor is overwogen leidt ertoe dat de gevraagde voorziening, die door de kantonrechter als voldoende spoedeisend wordt beoordeeld, als na te melden toewijsbaar is. De dwangsom wordt als na te melden gematigd en gemaximeerd. De termijn waarbinnen Human Concern de toegang dient te verschaffen wordt als volgt bepaald.
11. Human Concern dient als de in het ongelijk gestelde partij met de proceskosten te worden belast.

BESLISSING

De kantonrechter:
veroordeelt Human Concern om aan [eiseres] binnen zeven dagen na betekening van dit vonnis de inhoud van de e-mailaccounts [e-mailadres] en [e-mailadres] , inclusief alle daarop op 10 februari 2023 bevindende e-mails, zowel inkomend als uitgaand, alsmede alle nadien tot 1 mei 2023 ingekomen e-mails ter vrije beschikking van [eiseres] te stellen, op verbeurte van een dwangsom van € 500,00 voor iedere dag dat Human Concern nalatig blijft aan deze veroordeling te voldoen, met een maximum van € 50.000,00;
veroordeelt Human Concern in de kosten van het geding, tot op heden aan de zijde van [eiseres] begroot op:
exploot € 132,42
salaris € 529,00
griffierecht € 86,00
-----------------
totaal € 747,42
voor zover van toepassing, inclusief btw;
veroordeelt Human Concern in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 66,00 aan salaris gemachtigde, voor zover van toepassing inclusief btw;
verklaart de veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad;
wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. E. Pennink, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 21 juni 2023 in tegenwoordigheid van de griffier.