Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 23 augustus 2022;
- de conclusie van antwoord in conventie en voorwaardelijke eis in reconventie
- de conclusie van antwoord in voorwaardelijke reconventie van 28 december 2022
- het tussenvonnis van 25 januari 2023; en
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 23 maart 2023 en de daarin
2.De feiten
Bij mijn weten heb ik de gebruiksvergoeding ter hoogte van de huur tot en met deze maand betaald. Dat geeft de eigenaar de tijd om in zee te gaan met een van de gegadigden die u zei dat er waren. In verband daarmee ben ik ook bereid om de maand augustus te blijven. Graag kom ik met u tot een afspraak voor de oplevering.”
Zoals algemeen directeur [naam 1] van cliënte in zijn mail van vrijdag 10 juli 2020 aan [naam 2] van de makelaar van uw cliënte heeft aangegeven, komt hij graag tot een haalbare afspraak over de oplevering. Het is nu maandag 20 juli 2020, terwijl een vonnis in kort geding er zeker niet voor 1 augustus 2020 zal zijn en wellicht niet eerder dan 5 september 2020, de datum waartegen uw cliënte de huurovereenkomst bij de curator heeft opgezegd. (..)
Aan dit verzoek legt eiseres ten grondslag dat zij een huurovereenkomst met een nieuwe huurder heeft gesloten voor het gebruik van de bedrijfsruimte aan de [adres] tegen uitzonderlijke gunstige voorwaarden. Op basis van de huurovereenkomst dient eiseres het gehuurde op 1 augustus a.s. aan haar nieuwe huurder ter beschikking te stellen.”
gedaagde weigert om een bedrijfsruimte te ontruimen, terwijl zij zulks heft toegezegd. Indien gedaagden niet voor 1. Aug de ruimte heeft ontruimd kan eiseres een uitzonderijke hok met een nieuwe huurder niet nakomen en lijdt zij schade.”
€ 50.000,- ineens. Daarnaast is in de concept dagvaarding het volgende opgenomen:
Inmiddels heeft Rembrandt Propco met één van de beschikbare gegadigden een huurovereenkomst gesloten voor de duur van vijf jaar, met een verlening van twee keer vijf jaar, onder de voorwaarde dat deze nieuwe huurder de bedrijfsruimte op 1 augustus 2020 in gebruik kan nemen. Voor Rembrandt Propco is het dan ook noodzakelijk dat TL de bedrijfsruimte op 31 juli 2020 bezemschoon, leeg en ontruimd aan Rembrandt Propco oplevert. (..)
Er wordt verlof verleend voor verkorting van de dagvaardingstermijn en daarnaast wordt geen rekening gehouden met de van de zijde van gedaagde opgegeven verhinderdata. (..) Het kan zijn dat partijen al met elkaar in discussie zijn vanaf december 2019 en dat in juni nog geen sprake was van dagvaarding op verkorte termijn, maar uitgaande van de stellingen in de dagvaarding heeft eiseres inmiddels met één van de gedaagden een huurovereenkomst gesloten en moet zij de bedrijfsruimte op 1 augustus leeg en ontruimd aan de huurder in gebruik geven. Dat rechtvaardigt een behandeling op verkorte termijn. (..) De zaak zal worden behandeld op de zitting van 24 juli 2020 om 15:15 uur.”
Partijen komen het volgende overeen:
T en L Sports BV levert als onder I. van het petitum van de dagvaarding de bedrijfsruimte uiterlijk op vrijdag 31 juli 2020 leeg, ontruimd en bezemschoon aan Rembrandt Propco I BV op, onder afgifte van de sleutels, zulks op straffe van een dwangsom ad € 50.000,--;
T en L Sports BV betaalt aan Rembrandt Propco I BV uiterlijk op 31 juli 2020 een bedrag van € 8.000.- tegen algehele finale kwijting over en weer, behoudens ten aanzien van de oplevering;”
Dank voor de LOI. Ik ga deze direct doorsturen naar [weggelakt] voor een handtekening. Zal denk ik maandag worden gezien het tijdstip daar.
Huuringangsdatum: 1 augustus 2020 of zoveel later, maar uiterlijk 1 september 2020.(..)
3.Het geschil
Rembrandt Propco door het T en L Sports in dwaling laten uitvoeren van de vaststellingsovereenkomst een onrechtmatige daad jegens T en L Sports heeft begaan als in het lichaam van de dagvaarding uitgewerkt.” T&L vordert ten tweede om voor recht te verklaren dat Rembrandt aansprakelijk is voor de door T&L geleden schade als gevolg van de onrechtmatige daad, op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet. Ten derde vordert T&L – uitvoerbaar bij voorraad - de proceskosten en nakosten vermeerderd met de wettelijke rente.
€ 11.155,-. T&L heeft erkend dat zij de gebruiksvergoeding aan Rembrandt was verschuldigd. Dit blijkt uit de VSO en uit de mededeling van T&L dat zij eventueel ook bereid was de gebruiksvergoeding voor augustus 2020 te voldoen. Uit de VSO volgt dat Rembrandt T&L voor de maand juli 2020 een korting heeft gegeven van € 3.155,-. Als de VSO is vernietigd, vervalt vanwege de terugwerkende kracht hiervan de korting van € 3.155,-.
4.De beoordeling in conventie
uiterlijk 1 september 2020” en had de potentiële huurder het in haar e-mail van 17 juli 2020 over een openingsdatum van 1 oktober 2020. Onder dreiging van een kort geding en de gestelde huurovereenkomst heeft T&L ingestemd met de VSO en deze uitgevoerd. Als T&L op 23 juli 2020 had geweten van de werkelijke situatie, had zij de VSO niet of niet onder dezelfde voorwaarden gesloten. T&L vernietigt in de dagvaarding de VSO.
zsm in moeten, liefst per 1 Aug of eerder.” Ten tweede is geen sprake van causaal verband tussen de onjuiste voorstelling van zaken en het aangaan van de VSO. De VSO heeft slechts betrekking op het zonder recht of titel in gebruik nemen van de Bedrijfsruimte en de door Rembrandt ingestelde vordering tot ontruiming van de Bedrijfsruimte. In de VSO is ook geen overweging gewijd aan het belang van de ondertekende huurovereenkomst. Aangezien T&L de Bedrijfsruimte zonder recht of titel in gebruik had, was zij tot ontruiming daarvan gehouden. Daarbij was van ondergeschikt belang of er al dan niet een nieuwe huurovereenkomst was getekend. Voor T&L was er bij haar afweging om de VSO aan te gaan ook geen wezenlijk verschil geweest tussen de bereikte overeenstemming vastgelegd in een LOI en een ondertekende huurovereenkomst. T&L heeft ook juist geprofiteerd van de VSO, aanzien Rembrandt heeft ingestemd met de korting van € 3.155,-. Ten derde geldt dat als al sprake is van een onjuiste mededeling dat Rembrandt er gerechtvaardigd op mocht vertrouwen dat de VSO ook zonder die mededeling tot stand zou zijn gekomen. T&L wist dat zij de Bedrijfsruimte zonder recht of titel in gebruik had genomen en T&L wenste de ontruiming slechts te vertragen om te onderhandelen over financieel voordeel. Dit is geen rechtens te respecteren belang en zou niet aan toewijzing van de vorderingen in kort geding in de weg hebben gestaan.
€ 11.155,- over de maand augustus 2020 moeten betalen. T&L heeft niet aangetoond (althans aannemelijk gemaakt) dat haar schade meer is dan € 14.310,-.
5.De beoordeling in reconventie
€ 3.155,- aan Rembrandt kan worden toegewezen. Aangezien partijen zich in conventie nog moeten uitlaten over de schade en het causaal verband ziet de rechtbank aanleiding om de beslissing in reconventie aan te houden.
6.De beslissing
7 juni 2023voor het nemen van een akte door T&L over hetgeen is vermeld onder rechtsoverweging 4.4.3, waarna Rembrandt een antwoordakte kan nemen,