1.2.Verweerder heeft in het bestreden besluit het bezwaar van eiser niet-ontvankelijk verklaard, omdat het annuleren van de vaccinatieafspraak geen besluit is in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb). Volgens verweerder gaat het niet om het scheppen of annuleren van een individueel recht maar om een mededeling van een bestaande
rechtstoestand. Bovendien ontbreekt het procesbelang, omdat eiser reeds de tweede Covid-19 herhaalprik heeft ontvangen.
2. Eiser voert aan dat er (nog steeds) sprake is van procesbelang, ondanks het reeds verkrijgen van de tweede Covid-19 herhaalprik. Zijn bezwaar geldt namelijk voor het weigeren van toegang tot preventieve gezondheidszorg op onvoldoende gronden en het doen uitvoeren van leeftijdsdiscriminatie. Het coronavirus is er nog steeds en eiser wil geen herhaling van de handelswijze van de GGD Amsterdam bij een eventuele nieuwe vaccinatieronde. Bovendien meent eiser dat sprake is van een besluit in de zin van de Awb, ondanks dat de GGD Amsterdam nalaat het annuleren van de vaccinatieafspraak schriftelijk te bevestigen.
Het oordeel van de rechtbank
3. Voordat de rechtbank aan een inhoudelijke beoordeling van het beroep toe kan komen, dient ambtshalve te worden beoordeeld of het beroep ontvankelijk is. Zoals de rechtbank op zitting heeft besproken gaat het om de vraag of eiser procesbelang heeft bij een inhoudelijke beoordeling van het bestreden besluit.
Is er sprake van procesbelang?
4. Uit vaste rechtspraak van de Centrale Raad van Beroepvolgt dat sprake is van (voldoende) procesbelang als het resultaat dat de indiener van een bezwaar- of beroepschrift met het maken van bezwaar of het indienen van (hoger) beroep nastreeft, daadwerkelijk kan worden bereikt en het realiseren van dat resultaat voor deze indiener feitelijk betekenis kan hebben. Het hebben van een louter formeel of principieel belang is onvoldoende voor het aannemen van (voldoende) procesbelang. Echter kan er procesbelang zijn gelegen in de omstandigheid dat zich tussen dezelfde partijen in de toekomst een soortgelijk geschil kan voordoen.
5. De rechtbank stelt vast dat eiser eind 2022 als gevolg van de per 17 oktober 2022 gewijzigde richtlijn van het RIVM reeds de tweede Covid-19 herhaalprik heeft ontvangen. De rechtbank is met inachtneming van de onder 4. genoemde rechtspraak van oordeel dat eiser geen procesbelang heeft bij een inhoudelijke beoordeling van het beroep tegen het bestreden besluit. In deze zaak kan de rechtbank enkel een oordeel geven over de vraag of verweerder terecht het bezwaar niet-ontvankelijk heeft verklaard omdat de afzegging van zijn tweede Covid-19 herhaalprik geen besluit is. Zelfs indien de rechtbank tot de conclusie zou komen dat verweerder ten onrechte het bezwaar niet-ontvankelijk heeft verklaard, dan brengt dit oordeel eiser niet in een betere positie. Eiser heeft niets meer aan een inhoudelijke beoordeling door verweerder van zijn bezwaar, omdat hij inmiddels zijn tweede Covid-19 herhaalprik heeft gehaald. Het realiseren van het resultaat mist daarmee feitelijke betekenis.
Procesbelang gelegen in de toekomst?
6. Eiser stelt belang te hebben bij de beoordeling van het bestreden besluit, zodat toekomstige discriminatie jegens hem c.q. het hem verbieden van toegang tot preventieve medische zorg voortaan wél zal geschieden met inachtneming van bestuursrechtelijke waarborgen. Het is zo dat in een geval als deze, waarin het procesbelang is komen te ontvallen door feitelijk handelen (het ontvangen van de herhaalprik), toch sprake kan zijn van procesbelang bij inhoudelijke beoordeling van de rechtmatigheid van het bestreden besluit wanneer dat inhoudelijk oordeel kan worden betrokken bij eventuele toekomstige (terugkerende) besluiten van verweerder jegens eiser, zogeheten repeterende besluiten.
De rechtbank is van oordeel dat niet aannemelijk is geworden dat sprake is van toekomstige besluiten van verweerder jegens eiser, noch dat de inhoudelijk beoordeling van de niet-ontvankelijkverklaring van het bezwaar daarbij van belang kan zijn.
7. Ook anderszins zijn er geen aanknopingspunten voor het aannemen van procesbelang. Daarbij is nog het volgende van belang. Op zitting heeft eiser uitgesproken zich ernstig zorgen te maken dat hij bij het trachten te verkrijgen van een nieuwe herhaalprik in dezelfde situatie terecht zal komen. De gemachtigde van verweerder heeft ter zitting aangegeven dat eiser in de toekomst een met medische stukken onderbouwde schriftelijke aanvraag kan indienen bij een GGD-arts om een herhaalprik te krijgen. De GGD-arts zal deze aanvraag dan vervolgens beoordelen. De rechtbank heeft begrip voor de zorgen die eiser heeft over zijn gezondheid en de gezondheid van zijn familie. In deze zaak heeft eiser echter niet zo’n schriftelijke aanvraag voor zichzelf gedaan en is een dergelijke beoordeling niet gevolgd. Een beoordeling van het bestreden besluit is dan ook voor een dergelijke eventuele toekomstige aanvraag van eiser niet van belang.
8. Het beroep is niet-ontvankelijk. De rechtbank komt niet toe aan een inhoudelijke beoordeling.
9. Voor een veroordeling in de proceskosten of vergoeding van het griffierecht bestaat geen aanleiding.