In deze civiele procedure, behandeld door de Rechtbank Amsterdam, heeft de kantonrechter op 6 juli 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen Bakker Media Groep B.V. en DM Flex B.V. Bakker Media Groep vorderde betaling van een openstaande factuur van € 1.724,40, vermeerderd met rente en kosten, terwijl DM Flex zich verweerde met de stelling dat er geen overeenkomst tot stand was gekomen en dat er sprake was van bedrog. De mondelinge behandeling vond plaats op 5 juni 2023, waarbij Bakker Media Groep niet verscheen, terwijl DM Flex vertegenwoordigd was door haar indirect bestuurder.
De feiten van de zaak zijn als volgt: DM Flex had in 2022 een opdracht gegeven voor het plaatsen van advertenties in een magazine, maar de facturen die door Bakker Media Groep werden gestuurd, werden niet volledig voldaan. DM Flex betwistte de geldigheid van de overeenkomst, stellende dat zij door een leugen van een vertegenwoordiger van Bakker Media Groep was misleid. De kantonrechter oordeelde dat de vordering van Bakker Media Groep moest worden afgewezen, omdat DM Flex terecht had aangevoerd dat er sprake was van bedrog. De rechter concludeerde dat DM Flex de factuur van 9 juni 2022 onterecht had betaald en dat Bakker Media Groep in reconventie moest worden veroordeeld tot terugbetaling van dit bedrag, vermeerderd met wettelijke rente.
De uitspraak benadrukt het belang van vertegenwoordiging en de gevolgen van bedrog in contractuele relaties. Bakker Media Groep werd in de proceskosten veroordeeld, zowel in conventie als in reconventie, en de rechter verklaarde de veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad.