Op 15 juni 2023 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende een Europees Aanhoudingsbevel (EAB) dat was uitgevaardigd door het Amtsgericht Hamburg op 10 maart 2023. De zaak betreft de overlevering van een opgeëiste persoon, geboren in Algerije, die zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland verblijft en op dat moment gedetineerd was. De behandeling van het EAB vond plaats op 1 juni 2023, waarbij de opgeëiste persoon werd bijgestaan door zijn raadsman, mr. V.G. Kraal, en een tolk in de Arabische taal. De officier van justitie, mr. W.H.R. Hogewind, was ook aanwezig. De rechtbank heeft de termijn voor de uitspraak op basis van de Overleveringswet met 30 dagen verlengd.
De rechtbank heeft vastgesteld dat het EAB voldoet aan de eisen van artikel 2 van de Overleveringswet (OLW) en dat er geen weigeringsgronden zijn die aan de overlevering in de weg staan. Het EAB vermeldt dat de opgeëiste persoon wordt verdacht van een strafbaar feit dat onder nummer 14 van bijlage 1 bij de OLW valt, namelijk moord en doodslag of zware mishandeling, waarvoor in Duitsland een vrijheidsstraf van ten minste drie jaren kan worden opgelegd. De rechtbank heeft daarom besloten de overlevering toe te staan.
De uitspraak is gedaan door mr. M.C.M. Hamer als voorzitter, samen met mrs. B. Yeşilgöz en A.K. Glerum als rechters, en is openbaar uitgesproken. Tegen deze uitspraak staat geen gewoon rechtsmiddel open, conform artikel 29, tweede lid, OLW.