ECLI:NL:RBAMS:2023:3726
Rechtbank Amsterdam
- Op tegenspraak
- E. Slager
- F.J. Lourens
- C.J.M. Wildeman
- Rechtspraak.nl
Vonnis van de rechtbank Amsterdam over medeplichtigheid aan afdreiging en ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie
Op 26 mei 2023 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van medeplichtigheid aan afdreiging. De rechtbank heeft vastgesteld dat het Openbaar Ministerie ontvankelijk is in de vervolging, ondanks de overschrijding van de redelijke termijn van bijna zeven jaar. De verdediging had aangevoerd dat het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk moest worden verklaard vanwege deze termijnoverschrijding, maar de rechtbank volgde de vaste rechtspraak van de Hoge Raad en verwierp dit verweer.
Daarnaast werd er gediscussieerd over het klachtvereiste dat vereist is voor de vervolging van afdreiging. De verdediging stelde dat er geen formele klacht was ingediend, maar de rechtbank oordeelde dat uit de aangifte en aanvullende verklaringen van de aangever bleek dat de bedoeling om te vervolgen aanwezig was. Hierdoor was voldaan aan het klachtvereiste van artikel 318 lid 3 van het Wetboek van Strafrecht.
Uiteindelijk oordeelde de rechtbank dat er onvoldoende bewijs was voor de medeplichtigheid aan afdreiging, waardoor de verdachte werd vrijgesproken. De vordering van de benadeelde partij werd eveneens niet-ontvankelijk verklaard, aangezien de verdachte was vrijgesproken. De kosten werden door beide partijen zelf gedragen.