Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
Amtsgericht Münster, Duitsland (hierna: de uitvaardigende justitiële autoriteit), aangevuld (wegens een ontbrekende bladzijde in de vertaling) met een op 20 januari 2023 uitgevaardigd EAB (hierna tezamen aangeduid als: het EAB) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
1.Procesgang
2.Identiteit van de opgeëiste persoon
3.Grondslag en inhoud van het EAB
Amtsgericht Münster(23 Gs 5719/22).
4.Strafbaarheid; feit vermeld op bijlage 1 bij de OLW
5.De garantie als bedoeld in artikel 6, eerste lid, OLW
Staatsanwaltschaft Münster(Duitsland) heeft op 8 maart 2023 ten behoeve van de opgeëiste persoon de volgende garantie gegeven:
6.Weigeringsgrond als bedoeld in artikel 13 OLW
- met het uitvaardigen van het EAB hebben de Duitse justitiële autoriteiten de wens kenbaar gemaakt om de opgeëiste persoon te vervolgen;
- het onderzoek is in Duitsland aangevangen;
- het bewijs bevindt zich in Duitsland;
- de medeverdachten bevinden zich in Duitsland;
- de verdovende middelen zijn in Duitsland aangetroffen, zodat de rechtsorde daar is aangetast;
- het Nederlandse openbaar ministerie is niet voornemens om de opgeëiste persoon te vervolgen.
- aan de regeling van het EAB ten grondslag ligt dat overlevering de hoofdregel is en weigering de uitzondering moet zijn en
- de gedachte achter deze facultatieve weigeringsgrond is, te voorkomen dat Nederland zou moeten meewerken aan overlevering voor een zogenoemd lijstfeit dat geheel of ten dele in Nederland is gepleegd en dat hier niet strafbaar is of hier niet pleegt te worden vervolgd.
.Tot slot bevinden de bewijsmiddelen en de medeverdachten zich in Duitsland. In dat licht bezien, vormt het gegeven dat de feiten worden geacht gedeeltelijk in Nederland te zijn gepleegd onvoldoende aanleiding om de weigeringsgrond toe te passen. Waar het onderzoek exact is aangevangen, is, gelet op het voorgaande, irrelevant.
7.Slotsom
8.Toepasselijke wetsartikelen
9.Beslissing
[opgeëiste persoon]aan het
Amtsgericht Münster(Duitsland) voor de feiten zoals die zijn omschreven in onderdeel e) van het EAB.