Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Het onderzoek ter terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Voorvragen
4.Waardering van het bewijs
IJhal W thv Taxi) blijkt dat meerdere omstanders zich met het conflict bemoeiden, maar dat het conflict zich met name tussen [persoon 2] en [persoon 3] afspeelde. Er is te zien hoe [persoon 3], na enkele seconden, iets uit zijn broekzak haalt, stekende bewegingen maakt in de richting van [persoon 2] en dat [persoon 2] achteruit deinst. Verdachte en getuigen [getuige 1] en [getuige 2] hebben verklaard dat [persoon 3] een mes in zijn handen had. [persoon 3] verdwijnt vervolgens even uit beeld. Kort nadat [persoon 3] uit beeld is verdwenen, is te zien hoe het slachtoffer iets dat lijkt op een bierflesje oppakt en met kracht in de richting van [persoon 2] gooit, zo ook iets dat lijkt op een blikje dat hij al in zijn handen had. Ook is te zien hoe [persoon 3] rennend weer in beeld verschijnt en weer uit beeld (door)rent, kennelijk op de vlucht voor de groep waar de ruzie mee is ontstaan. [persoon 3] is op dat moment niet meer bij de groep in de buurt. Het slachtoffer heeft niets meer in zijn handen. Daarna is te zien hoe verdachte in de richting van het slachtoffer loopt en met zijn mes in de richting van de buik van het slachtoffer steekt.
5.Bewezenverklaring
6.De strafbaarheid van het feit
djoek hem’ – wat in straattaal ‘steek hem’ betekent – tegen de vriend van het slachtoffer, [persoon 3], geroepen. Dat blijkt onder meer uit de getuigenverklaringen. [persoon 3] pakte kort daarna iets uit zijn zak en dreigde hiermee. Dat blijkt uit de getuigenverklaringen, maar ook uit de beelden waarop te zien is dat [persoon 2] achteruit deinst, terwijl [persoon 3] met zijn rechterarm stekende bewegingen maakte. Daarna gooide het latere slachtoffer met kracht een bierflesje. Verdachte raakte hierdoor in paniek en pakte zijn mes om [persoon 3] weg te jagen. Toen hij de stekende beweging maakte, duurde die noodweersituatie nog voort, omdat nog steeds sprake was van een onmiddellijke dreiging vanuit het latere slachtoffer.
7.De strafbaarheid van verdachte
8.Motivering van de straffen en maatregelen
9.Beslag
10.De benadeelde partij en de schadevergoedingsmaatregel
11.Toepasselijke wettelijke voorschriften
12.Beslissing
[verdachte], daarvoor strafbaar.
3 (drie) jaren.
1 (één) jaar, van deze gevangenisstraf niet tenuitvoergelegd zal worden, tenzij later anders wordt gelast.
2 (twee) jarenvast.
- Veroordeelde meldt zich op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt. De reclassering zal contact met betrokkene opnemen voor de eerste afspraak;
- Veroordeelde laat zich behandelen door de forensische polikliniek De Waag of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig acht. Betrokkene houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling.
- Veroordeelde spant zich in voor het vinden en behouden van betaald werk of opleiding met een vaste structuur. De dagbesteding draagt bij aan het voorkomen van delictgedrag.
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking zal verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht, daaronder begrepen de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht.
- 1 STK Kleding (omschrijving: PL1300-2022186277-G6231326)
- 1 STK Broek (omschrijving: PL1300-2022186277-G6231328)
- 1 STK Jas (omschrijving: PL1300-2022186277-G6231329)