Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Het onderzoek ter terechtzitting
20 april 2023.
mr. S.M. van Veen en van wat de raadsvrouw, mr. A. Çimen, naar voren heeft gebracht.
Rechtbank Amsterdam
Op 20 april 2023 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in de strafzaak tegen een verdachte die op 10 juni 2020 in Amsterdam werd beschuldigd van het bezit van verschillende harddrugs, waaronder MDMA, metamfetamine, amfetamine en GHB, evenals het voorhanden hebben van knalvuurwerk. Tijdens de zitting heeft de rechtbank kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie, mr. S.M. van Veen, en de verdediging door raadsvrouw mr. A. Çimen. Echter, blijkens de informatiestaat SKDB is de verdachte op een onbekende datum overleden. Volgens artikel 69 van het Wetboek van Strafrecht vervalt het recht tot strafvervolging door de dood van de verdachte. De rechtbank heeft daarom geoordeeld dat het Openbaar Ministerie, in overeenstemming met de vordering van de officier van justitie, niet-ontvankelijk dient te worden verklaard in de vervolging van de verdachte. De rechtbank heeft de officier van justitie dan ook niet-ontvankelijk verklaard in de vervolging. Dit vonnis is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 20 april 2023, door de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken.