ECLI:NL:RBAMS:2023:3699

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
23 maart 2023
Publicatiedatum
14 juni 2023
Zaaknummer
13/314418-22
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Integrale vrijspraak voor het medeplegen van een woninginbraak en medeplegen van opzet- dan wel schuldheling

Op 23 maart 2023 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van het medeplegen van een woninginbraak en het medeplegen van opzet- dan wel schuldheling. De zaak werd behandeld door de meervoudige kamer van de rechtbank, waarbij de verdachte zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland was. De rechtbank heeft het onderzoek ter terechtzitting op 9 maart 2023 gehouden, waarbij de officier van justitie, mr. D.G. Specker, de vordering heeft gepresenteerd.

De tenlastelegging omvatte het medeplegen van een woninginbraak op 28 november 2022 in Uithoorn, waarbij verschillende waardevolle goederen zijn gestolen. Daarnaast werd de verdachte ook beschuldigd van het medeplegen van opzet- dan wel schuldheling van deze goederen op 29 november 2022 in Amsterdam. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat er geen redenen waren voor schorsing van de vervolging.

Na beoordeling van het bewijs kwam de rechtbank tot de conclusie dat het tenlastegelegde niet kon worden bewezen. De verdachte was op het moment van de inbraak niet direct betrokken, aangezien hij niet werd gezien met de gestolen goederen. De rechtbank heeft daarom besloten om de verdachte vrij te spreken van alle tenlastegelegde feiten. De uitspraak werd gedaan door mr. C.M. Berkhout, voorzitter, en mrs. R.A. Overbosch en C.F.J. Heemskerk, rechters, in aanwezigheid van griffier mr. A.M. Rus.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling Publiekrecht
Teams Strafrecht
Parketnummer: 13/314418-22
Datum uitspraak: 23 maart 2023
Vonnis van de rechtbank Amsterdam, meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, in de zaak tegen:
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] ( [geboorteland] ) op [geboortedag] 1996,
zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland.

1.Het onderzoek ter terechtzitting

Dit vonnis is bij verstek gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 9 maart 2023.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie, mr. D.G. Specker.

2.Tenlastelegging

Aan verdachte is – kort gezegd – ten laste gelegd dat hij zich heeft schuldig gemaakt aan
primair: het medeplegen van een woninginbraak aan [adres] in Uithoorn op 28 november 2022, waarbij laptops, een laptoptas, sieraden en een koptelefoon zijn weggenomen;
subsidiair: het medeplegen van opzet- dan wel schuldheling van laptops, een laptoptas en een ring op 29 november 2022 in Amsterdam.
De tekst van de integrale tenlastelegging is opgenomen in de bijlage die aan dit vonnis is gehecht en geldt als hier ingevoegd.

3.Voorvragen

De dagvaarding is geldig, deze rechtbank is bevoegd tot kennisneming van de ten laste gelegde feiten en de officier van justitie is ontvankelijk. Er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.Vrijspraak

Met de officier van justitie is de rechtbank van oordeel dat het tenlastegelegde niet kan worden bewezen.
Op 28 november 2022 heeft op [adres] in Uithoorn een woninginbraak plaatsgevonden.
Verdachte bevond zich een dag later, te weten op 29 november 2022 in de auto die op het tijdstip van de inbraak in de buurt van de woning in Uithoorn heeft uitgepeild. Zijn medeverdachten werden gezien met de gestolen goederen, maar verdachte zelf niet. Daarom kan naar het oordeel van de rechtbank geen betrokkenheid van verdachte bij de tenlastegelegde woninginbraak of heling worden vastgesteld.
De rechtbank zal verdachte dan ook vrijspreken.

5.Beslissing

De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.
Verklaart het ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij.
Dit vonnis is gewezen door
mr. C.M. Berkhout, voorzitter,
mrs. R.A. Overbosch en C.F.J. Heemskerk, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. A.M. Rus, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 23 maart 2023.
[...]
[...]
[...]
[...]