Op 7 maart 2023 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die op 16 april 2022 in Amsterdam met een hockeystick op het hoofd en lichaam van een slachtoffer heeft geslagen. De verdachte werd beschuldigd van poging tot doodslag en poging tot zware mishandeling. Tijdens de zitting op 21 februari 2023 heeft de officier van justitie, mr. P.L.J. Smit, de poging tot doodslag als wettig en overtuigend bewezen willen verklaren, terwijl de verdediging, vertegenwoordigd door mr. M.A.C. de Bruijn, pleitte voor vrijspraak op basis van noodweer en noodweerexces. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte en het slachtoffer in een conflict verwikkeld waren, waarbij het slachtoffer de verdachte had uitgescholden en met een hockeystick op hem afkwam. De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich in een noodweersituatie bevond, maar dat hij bij de uitoefening van zijn zelfverdediging te ver was gegaan. De rechtbank concludeerde dat de poging tot doodslag niet bewezen kon worden, maar dat de poging tot zware mishandeling wel bewezen was. Uiteindelijk werd de verdachte ontslagen van alle rechtsvervolging op basis van noodweerexces, omdat de rechtbank aannam dat de verdachte handelde vanuit een hevige gemoedsbeweging door de aanval van het slachtoffer. De rechtbank heeft ook bepaald dat de in beslag genomen hockeystick bewaard blijft ten behoeve van de rechthebbende.