4.3Het oordeel van de rechtbank
4.3.1De rechtbank is op grond van de in
bijlage IIopgenomen bewijsmiddelen van oordeel
dat bewezen is dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan alle drie de aan hem ten laste gelegde feiten.
4.3.2De rechtbank overweegt daartoe als volgt.
4.3.3Op 12 maart 2023 ziet aangeefster, werkzaam als beveiligster bij de Bijenkorf in Amsterdam, via de CCTV twee mannen en een vrouw de in de Bijenkorf gevestigde winkel van Prada binnenlopen. Een van de mannen, later geïdentificeerd als [medeverdachte] (hierna: medeverdachte), herkent zij van tientallen eerdere diefstallen van kostbare designertassen binnen de Bijenkorf. De andere man wordt later geïdentificeerd als verdachte.
Aangeefster beschrijft dat de medeverdachte aan de buitenzijde van de winkel op de uitkijk blijft staan, terwijl verdachte en de vrouw de winkel binnenlopen. Verdachte pakt een tas van de stelling en stopt deze weg onder zijn trui. De vrouw schermt deze handeling af voor de verkopers.
Bij het verlaten van de winkel wordt het drietal door een collega van aangeefster aangesproken. De medeverdachte loopt direct mee naar de onderzoeksruimte. Verdachte en de vrouw lopen door en verlaten de Bijenkorf, waarbij het poortalarm in werking treed. Buiten de winkel worden zij nogmaals aangesproken en verzocht mee te gaan naar de onderzoeksruimte. Verdachte verzet zich hierbij tegen de beveiligers door te duwen en te trekken. Tijdens dit verzet valt de tas onder zijn kleding vandaan op de grond.
Verdachte en zijn medeverdachte worden vervolgens aangehouden ter zake winkeldiefstal. De verder onbekend gebleven vrouw heeft weten te ontkomen.
Bij de fouillering door de politie wordt bij beide verdachten een korset aangetroffen, volgens de verbalisanten bedoeld om goederen in te verstoppen.
4.3.4De camerabeelden die de aangeefster in haar aangifte beschrijft, zijn op overeenkomstige wijze beschreven door de politie. Na het bekijken van een deel van de beelden ter zitting, stelt de rechtbank vast dat de beschrijvingen accuraat zijn.
4.3.5Verdachte heeft ter zitting bekend de tas te hebben weggenomen. Hij heeft daarnaast verklaard dat hij probeerde te ontkomen van de beveiligers en dat hij zich uit zijn jas heeft gewrongen. Verdachte ontkent de diefstal echter in vereniging te hebben gepleegd.
4.3.6De rechtbank schuift de verklaring van verdachte, inhoudende dat hij de diefstal alleen gepleegd heeft en dat hij in eerste instantie niet wist dat de medeverdachte (zijn vader) ook in de Bijenkorf was, als ongeloofwaardig ter zijde. Uit het dossier komt een geraffineerde werkwijze naar voren, waarbij de medeverdachte op de uitkijk staat en waarbij de onbekend gebleven vrouw de handelingen van verdachte afschermt. Zowel verdachte als zijn medeverdachte droegen een korset, volgens de politie bedoeld om goederen in te verstoppen. Ook is op beelden te zien dat verdachte in de onderzoeksruimte van de Bijenkorf een apparaatje uit zijn zak haalt dat later geïdentificeerd wordt als een
jammer, bedoeld om alarmpoortjes mee te saboteren. Verdachte overhandigt deze
jammeraan zijn medeverdachte, die de
jammerdan probeert te verstoppen. Dit alles geeft naar het oordeel van de rechtbank blijk van een nauwe en bewuste samenwerking die in de kern bestaat uit een gezamenlijke uitvoering.
4.3.7Het geweld dat door verdachte is gepleegd in een poging te ontkomen, is alleen door hem gepleegd. Dit neemt niet weg dat de diefstal zelf nog steeds gekwalificeerd kan worden als een diefstal in vereniging gevolgd van geweld. Uit de in het dossier beschreven en de ter zitting bekeken beelden blijkt niet duidelijk dat verdachte geslagen heeft, waardoor hij van dit deel van de tenlastelegging wordt vrijgesproken. Wel is duidelijk te zien dat er van zijn kant sprake is van duwen en trekken, hetgeen past bij de verklaring van verdachte dat hij zich ‘uit zijn jas heeft gewrongen’.
4.3.8Op de eerder genoemde camerabeelden, beschreven door zowel de aangeefster als door de politie en ook ter zitting door de rechtbank bekeken, is te zien dat verdachte in de onderzoeksruimte van de Bijenkorf een apparaatje uit zijn zak haalt dat later geïdentificeerd wordt als een
jammer. Na onderzoek blijkt dat de
jammerbedoeld is om de werking van alarmpoortjes te saboteren. Verdachte overhandigt deze
jammeraan zijn medeverdachte, die de
jammervervolgens probeert te verstoppen.
4.3.9Verdachte heeft ter zitting bekend de
jammervoorhanden te hebben gehad, maar ontkent dat de medeverdachte hiervan op de hoogte is geweest. Gelet op hetgeen reeds onder 4.3.6 is overwogen, acht de rechtbank deze verklaring niet aannemelijk.
4.3.10Ten aanzien van de aan verdachte onder 2. tenlastegelegde diefstal op
16 november 2022 bij Alexander McQueen in Amsterdam geldt dat niet ter discussie staat dat sprake is geweest van een voltooide diefstal van een kostbare designertas. De enige vraag die voorligt, is of de man die op de beelden te zien is als degene die de tas wegneemt, verdachte is (hetgeen verdachte ontkent). De rechtbank beantwoordt deze vraag, op grond van het hiernavolgende, bevestigend.
4.3.11De verbalisant die de beelden van de diefstal beschrijft, herkent de man onmiddellijk als verdachte. De verbalisant heeft verdachte eerder gezien op 13 maart 2023 bij het vaststellen van zijn identiteit en herkent verdachte aan de vorm van zijn gezicht, zijn bril, postuur, zijn haarkleur en hoe zijn haar in model zit. Ook is de manier van bewegen exact hetzelfde als op de beelden van de onder 1. tenlastegelegde diefstal bij de Bijenkorf op
12 maart 2023.
4.3.12De rechtbank heeft de beelden ter zitting bekeken en onderschrijft deze herkenning. Daar komt bij dat sprake is van een werkwijze die zeer gelijkend is aan de werkwijze die is gehanteerd bij de onder 1. ten laste gelegde diefstal op 12 maart 2023 bij de Bijenkorf, hetgeen te gelden heeft als een nadere ondersteuning van de herkenning. Verdachte komt samen met een vrouw de winkel binnen en pakt een tas van de stelling. Hij stopt deze tas onder zijn jas (dezelfde jas als de jas die verdachte op 12 maart 2023 droeg). Deze handelingen worden afgeschermd door een vrouw met wie hij vervolgens de winkel verlaat, waarna ze beiden met versnelde pas weglopen. Net als bij de diefstal op 12 maart 2023 betreft het gestolen goed op 16 november 2022 een kostbare designertas.
4.3.13Gelet op de in 4.3.12 beschreven werkwijze is de rechtbank van oordeel dat sprake is van een diefstal in vereniging.
5. De bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de in
bijlage IIopgenomen bewijsmiddelen bewezen dat
verdachte:
op 12 maart 2023 te Amsterdam, tezamen en in vereniging met anderen een tas, ter waarde van € 2.400,-, die aan het bedrijf Prada toebehoorde, heeft weggenomen met het oogmerk het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl deze diefstal, door verdachte, werd gevolgd van geweld tegen onbekend gebleven beveiligers, gepleegd met het oogmerk om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf de vlucht mogelijk te maken, door die beveiligers te duwen en aan het lichaam te trekken;
op 16 november 2022 te Amsterdam, tezamen en in vereniging met een ander, een tas die aan het bedrijf Alexander McQueen toebehoorde, heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
op 12 maart 2023 te Amsterdam, tezamen en in vereniging met een ander opzettelijk,
een radioapparaat, te weten een
jammer, aanwezig heeft gehad, terwijl voor het gebruik ervan aan de houders van die radioapparaten geen vergunning voor het gebruik van frequentieruimte was verleend op grond van hoofdstuk 3 van de Telecommunicatiewet.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. Verdachte is hierdoor niet in de verdediging geschaad.