ECLI:NL:RBAMS:2023:3626

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
26 mei 2023
Publicatiedatum
9 juni 2023
Zaaknummer
C/13/734178 / KG ZA 23-438
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot verbod uitzending televisieprogramma en rectificatie in kort geding

In deze zaak heeft eiser, vertegenwoordigd door mr. D. Pieterse, een kort geding aangespannen tegen Noordkaap TV Producties B.V., vertegenwoordigd door mr. J.A.K. van den Berg, met als doel de uitzending van een reportage over hem te verbieden. De zitting vond plaats op 26 mei 2023, waarbij eiser zijn vorderingen toelichtte, maar een deel van de vordering introk. Noordkaap voerde verweer en beide partijen dienden producties in. De voorzieningenrechter deed mondeling uitspraak, met schriftelijke vastlegging op 9 juni 2023.

Noordkaap produceert het programma "Undercover in Nederland", waarin misstanden aan de kaak worden gesteld. Eiser, die beschuldigd wordt van dierenverwaarlozing en wanbetaling, vorderde onder andere een verbod op de uitzending van de reportage, die gepland stond voor 28 mei 2023. De voorzieningenrechter overwoog dat het grondrecht van Noordkaap op vrijheid van meningsuiting in het geding was en dat een uitzendverbod alleen in uitzonderlijke gevallen kan worden toegewezen.

De rechter weegt de belangen van beide partijen. Eiser heeft onvoldoende aangetoond dat de beschuldigingen onterecht zijn, terwijl Noordkaap zich beroept op meerdere bronnen ter ondersteuning van de beschuldigingen. De voorzieningenrechter concludeert dat de belangenafweging in het voordeel van Noordkaap uitvalt, en wijst de vorderingen van eiser af. Eiser wordt veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van Noordkaap zijn begroot op € 1.755,00.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht, voorzieningenrechter civiel
zaaknummer / rolnummer: C/13/734178 / KG ZA 23-438 MDvH/LO
Vonnis in kort geding van 26 mei 2023
in de zaak van
[eiser],
wonende te [woonplaats] ,
eiser bij dagvaarding op verkorte termijn van 25 mei 2023,
advocaat mr. D. Pieterse te Den Haag,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
NOORDKAAP TV PRODUCTIES B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
gedaagde,
advocaat mr. J.A.K. van den Berg te Amsterdam.
Partijen zullen hierna [eiser] en Noordkaap worden genoemd.

1.De procedure

1.1.
Ter zitting van 26 mei 2023 heeft [eiser] de vorderingen zoals omschreven in de dagvaarding toegelicht, met dien verstande dat hij de vordering genoemd onder III in de dagvaarding heeft ingetrokken. Noordkaap heeft verweer gevoerd.
Beide partijen hebben producties ingediend en Noordkaap daarnaast een pleitnota.
1.2.
Ter zitting waren aanwezig:
  • [eiser] met mr. Pieterse;
  • aan de kant van Noordkaap: [naam 1] (bestuurder/aandeelhouder) en [naam 2] met mr. Van den Berg.
1.3.
In verband met de spoedeisendheid van de zaak is na het debat ter zitting mondeling uitspraak gedaan en is meegedeeld dat de schriftelijke vastlegging (en uitwerking) daarvan op 9 juni 2023 zal worden afgegeven. Het hierna volgende is die schriftelijke vastlegging en is afgegeven op 9 juni 2023.

2.De feiten

2.1.
Noordkaap produceert voor tv-zender SBS het televisieprogramma “Undercover in Nederland”. In dat programma stelt [naam 1] door hem gesignaleerde misstanden aan de kaak.
2.2.
[eiser] had een relatie met [naam 3] , die inmiddels is geëindigd.
2.3.
[eiser] is enig aandeelhouder en bestuurder van [bedrijf 1] , die weer enig aandeelhouder en bestuurder is van Global Nederland Participatiegroep B.V., welke vennootschap enig bestuurder is van [bedrijf 2] juridische dienstverlening.
2.4.
Noordkaap heeft een reportage gemaakt over [eiser] en [naam 3] .
2.5.
Op 18 november 2022 heeft [naam 1] video-opnamen gemaakt voor zijn programma, waarin hij [eiser] confronteert met verschillende beschuldigingen aan zijn adres. Hij beschuldigt [eiser] ervan dat hij:
paarden en honden ernstig heeft verwaarloosd;
honden heeft vastgebonden langs de A6;
stallingskosten van paarden onbetaald heeft gelaten;
diverse vorderingen onbetaald heeft gelaten;
aan een cameraman heeft laten doorschemeren dat hij connecties heeft in de mediawereld.
2.6.
Nadat [eiser] aldus onverwacht door [naam 1] met draaiende camera was geconfronteerd heeft hij dezelfde dag een e-mail aan Noordkaap gestuurd met de vraag of en wanneer de reportage zou worden uitgezonden. Bij e-mail van 30 november 2022 heeft Noordkaap daarop geantwoord dat zij nog niet wist wanneer de reportage zou worden uitgezonden, maar dat dat in ieder geval niet meer dat jaar zou zijn.
2.7.
In april 2023 heeft Noordkaap een e-mail ontvangen van de heer [naam 4] , van [bedrijf 2] , namens [naam 3] . Noordkaap heeft daarop geantwoord met een aantal vragen aan [naam 3] en heeft haar in de gelegenheid gesteld daarop te reageren. Bij e-mail van 8 mei 2023 heeft [naam 4] namens [naam 3] gereageerd.
2.8.
Later heeft [eiser] van [naam 3] begrepen dat Noordkaap voornemens was de reportage op 28 mei 2023 uit te zenden.

3.Het geschil

3.1.
[eiser] vordert – samengevat en na vermindering van eis – bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad:
I. Noordkaap te verbieden om de reportage voor het programma Undercover in Nederland op 28 mei 2023 uit te zenden, op straffe van een dwangsom;
II. Noordkaap te gebieden een rectificatie te plaatsen, op straffe van een dwangsom;
III. Noordkaap te veroordelen in de proceskosten en de nakosten, te vermeerderen met de wettelijke rente.
3.2.
Noordkaap voert verweer.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover voor de beoordeling van belang, ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Toewijzing van de vorderingen zou betekenen dat het grondrecht van Noordkaap op vrijheid van meningsuiting, zoals bepaald in artikel 10 lid 1 van het EVRM, wordt beperkt. Zoals lid 2 van artikel 10 EVRM bepaalt brengt de vrijheid van meningsuiting bepaalde plichten en verantwoordelijkheden mee, en kan deze worden beperkt als dat bij wet is voorzien, bijvoorbeeld om de goede naam en de rechten van anderen te beschermen. Zo’n beperking die bij wet is voorzien doet zich voor als een publicatie onrechtmatig is in de zin van artikel 6:162 BW. Verder dient tot uitgangspunt dat een uitzendverbod vooraf alleen in uitzonderlijke omstandigheden wordt toegewezen, als dat uit het oogpunt van effectieve rechtsbescherming nodig is. Er moet in ieder geval voldoende bekend zijn over de voorgenomen uitzending om de onrechtmatigheid daarvan te kunnen vaststellen.
4.2.
Voor het antwoord op de vraag of de publicatie onrechtmatig is, moeten de wederzijdse belangen, die in beginsel gelijkwaardig zijn, tegen elkaar worden afgewogen. Het belang van [eiser] is dat hij niet lichtvaardig wordt blootgesteld aan verdachtmakingen. Het belang van Noordkaap is dat zij zich in het openbaar kritisch, informerend en waarschuwend moet kunnen uitlaten over misstanden. Bij deze belangenafweging moeten alle omstandigheden van het geval aan bod komen. Nu de reportage nog niet is vertoond (en de voorzieningenrechter die ook niet heeft gezien), wordt er vanuit gegaan dat de inhoud ervan overeenkomt met wat partijen (met name Noordkaap) daarover naar voren hebben gebracht, en van de juistheid van het door Noordkaap in het geding gebrachte overzicht van stukken uit het dossier ‘ [naam 3] en [eiser] ’.
4.3.
De eerste omstandigheid die een rol speelt is dat Noordkaap misstanden aan de kaak beoogt te stellen, namelijk verwaarlozing van dieren, oplichting en wanbetaling, en gedupeerde schuldeisers die geen verhaalsmogelijkheden hebben voor hun vorderingen. Dit zijn serieuze misstanden die de samenleving raken. Noordkaap heeft er dan ook belang bij zich hierover uit te kunnen laten.
4.4.
De tweede omstandigheid die van belang is, is in welke mate de beschuldigingen aan het adres van [eiser] op feiten zijn gebaseerd. Noordkaap beroept zich ter ondersteuning van iedere beschuldiging op meerdere bronnen (personen) en stukken. De bronnen zijn afkomstig uit verschillende kringen, kennen elkaar niet, en zijn niet anoniem. Daarnaast heeft Noordkaap voor iedere beschuldiging documenten zoals facturen, e-mails en een faillissementsverslag, die de beschuldiging bevestigen. Noordkaap verwijst hiervoor naar het onder 4.2 genoemde overzicht van stukken, waarin per beschuldiging de stukken/verklaringen zijn vermeld waarop de beschuldiging is gebaseerd. Vanwege het korte tijdsbestek tussen de aanvraag van dit kort geding en de zitting, en ook vanwege de omvang van het dossier heeft zij niet alle stukken overgelegd, maar Noordkaap heeft verklaard desgevraagd alle onderliggende stukken te kunnen tonen. [eiser] heeft onvoldoende aangevoerd om aan te nemen dat aan dit overzicht/deze stukken geen waarde kan worden gehecht. [eiser] heeft bovendien de meeste (geld)vorderingen onvoldoende gemotiveerd betwist. Hij stelt alleen op één schuldeiser een tegenvordering te hebben, en een andere vordering had niet op zijn naam, maar op naam van zijn vriendin of zijn vennootschap moeten worden gesteld. Met al hetgeen Noordkaap heeft aangedragen is aannemelijk dat de beschuldigingen voldoende steun vinden in de feiten.
4.5.
Verder is de inkleding van de verdenkingen van belang voor de beoordeling. [eiser] wordt onherkenbaar in beeld gebracht, zijn gezicht en andere herkenbare kenmerken zijn
geblurden hij wordt niet bewegend in beeld gebracht. Zijn achternaam en woonplaats worden niet genoemd. De woning waar [eiser] is gefilmd, is bovendien niet de woning waar hij nu woont. [eiser] is dus voor het grote publiek onherkenbaar. Daarnaast wordt in de uitzending uitgebreid aandacht besteed aan het weerwoord van [eiser] . Voor zover [eiser] heeft gesteld dat hij ten onrechte wordt beschuldigd van zaken die zijn ex-vriendin aangaan, wordt daaraan voorbijgegaan, nu Noordkaap heeft verklaard dat dat niet zo is en op voorhand geen aanleiding bestaat om aan de juistheid daarvan te twijfelen. De uitzending gaat over oplichting door zowel [eiser] als zijn ex-vriendin, en waar een verdenking alleen ziet op de ex-vriendin wordt dat volgens Noordkaap ook vermeld. Bovendien blijkt uit de door Noordkaap overgelegde stukken (waaronder uittreksels uit de Kamer van Koophandel) van belangen van [eiser] in vennootschappen die ‘van’ zijn ex-vriendin lijken te zijn. Verder bestaat de uitzending voor een groot deel uit interviews met gedupeerden. Het zal dus voor de kijker duidelijk zijn dat de gedupeerde zijn of haar kant van het verhaal vertelt. Ook wordt duidelijk gemaakt dat er (nog) geen sprake is van een strafrechtelijke veroordeling.
4.6.
[eiser] heeft verder gesteld dat de uitzending voor hem ernstige gevolgen zal hebben, en dat de vermeende gedupeerden de mogelijkheid hebben op een minder schadelijke wijze hun gram te halen, namelijk door het voeren van een civiele procedure. [eiser] heeft daartoe een aantal berichten overgelegd die op sociale media zijn geplaatst en waarin de afzenders zich niet zachtzinnig uitlaten over hem.
Los van het feit dat de gedupeerden geen partij zijn in deze procedure, en dat de toets is of Noordkaap de misstand op minder schadelijke wijze aan de kaak kan stellen, wordt ook aan deze stelling voorbij gegaan. De uitzending gaat er nu juist over dat gedupeerden niet de mogelijkheid hebben om via de civiele rechter hun vorderingen betaald te krijgen, omdat [eiser] en zijn ex-vriendin steeds naar elkaar of naar een groot aantal gelieerde vennootschappen wijzen. Onweersproken is dat [eiser] een groot aantal vennootschappen heeft en heeft gehad, die (hij) steeds (laat) failleren, waardoor er voor schuldeisers geen verhaal mogelijk is. Dit is een misstand die Noordkaap aan de kaak wil – en mag – stellen. Verder is gelet op hetgeen onder 4.5 is overwogen voldoende gewaarborgd dat [eiser] onherkenbaar is voor het grote publiek. Daarnaast heeft [eiser] zelf gesteld dat in zijn woonplaats al geruchten de ronde doen, zodat voorshands onaannemelijk is dat herkenbaarheid in kleine kring extra schade zal opleveren.
4.7.
Alles afwegende valt de belangenafweging in het voordeel van Noordkaap uit. Dat betekent dat de vorderingen van [eiser] zullen worden afgewezen.
4.8.
[eiser] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van Noordkaap worden begroot op:
- griffierecht € 676,00
- salaris advocaat
1.079,00
Totaal € 1.755,00

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
5.1.
weigert de gevraagde voorzieningen,
5.2.
veroordeelt [eiser] in de proceskosten, aan de zijde van Noordkaap tot op heden begroot op € 1.755,00,
5.3.
verklaart dit vonnis wat betreft de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.A. Dudok van Heel, voorzieningenrechter, bijgestaan door mr. L. Oostinga, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 26 mei 2023. [1]

Voetnoten

1.type: LO