ECLI:NL:RBAMS:2023:3548

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
7 juni 2023
Publicatiedatum
6 juni 2023
Zaaknummer
C/13/724106 / HA ZA 22-826 en C/13/725968 / HA ZA 22-976
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Ondernemingsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis inzake beëindiging franchiseovereenkomst tussen Kitchenworld N.V. en [eiser in de HA ZA 22-826]

Op 7 juni 2023 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in twee samenhangende zaken met betrekking tot de beëindiging van een franchiseovereenkomst tussen de besloten vennootschap [eiser in de HA ZA 22-826] en de naamloze vennootschap Kitchenworld N.V. De rechtbank heeft vastgesteld dat er een franchiseovereenkomst was gesloten op 1 augustus 2019, met een looptijd tot 31 juli 2024. De eiser in de eerste zaak vorderde onder andere een boete van € 20.000 en een schadevergoeding van € 42.368,75, terwijl Kitchenworld in de tweede zaak een tegenvordering instelde wegens een betalingsachterstand van € 514.506,47. De rechtbank heeft geoordeeld dat de vorderingen van [eiser in de HA ZA 22-826] niet toewijsbaar zijn, omdat de gevorderde boete niet kan worden gedragen door de beslissing van de Franchiseraad. De rechtbank heeft de franchiseovereenkomst ontbonden en [eiser in de HA ZA 22-826] veroordeeld tot betaling van openstaande facturen van € 802.785,41, vermeerderd met contractuele rente. Tevens zijn er dwangsommen opgelegd voor het niet naleven van het non-concurrentiebeding en andere verplichtingen uit de franchiseovereenkomst. De rechtbank heeft de vorderingen van Kitchenworld tot nakoming van de franchiseovereenkomst en betaling van juridische kosten toegewezen, en de kosten van beslag en nakosten zijn eveneens toegewezen.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht
Vonnis van 7 juni 2023
in de zaak met zaaknummer / rolnummer: C/13/724106 / HA ZA 22-826 van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[eiser in de HA ZA 22-826] B.V.,
gevestigd te Alphen aan den Rijn,
eiseres in conventie,
verweerster in reconventie,
advocaat mr. J. Meerman te ’s-Hertogenbosch,
tegen
de naamloze vennootschap
KITCHENWORLD N.V.,
gevestigd te Willemstad, Curaçao,
gedaagde in conventie,
eiseres in reconventie,
advocaat mr. M.C. Franken-Schoemaker te Houten,
en in de zaak met zaaknummer / rolnummer C/13/725986 / HA ZA 22-976 van
de naamloze vennootschap
KITCHENWORLD N.V.,
gevestigd te Willemstad, Curaçao,
eiseres,
advocaat mr. M.C. Franken-Schoemaker te Houten,
tegen
[gedaagde in de HA ZA 22-976],
wonende te [woonplaats] ,
gedaagde,
advocaat mr. J. Meerman te ‘s-Hertogenbosch
Partijen zullen hierna [eiser in de HA ZA 22-826] , Kitchenworld en [gedaagde in de HA ZA 22-976] worden genoemd. [eiser in de HA ZA 22-826] en [gedaagde in de HA ZA 22-976] worden gezamenlijk aangeduid als [gedaagde in de HA ZA 22-976]

1.Het verloop van de procedure

1.1.
Het verloop van de procedure in de zaak [eiser in de HA ZA 22-826] tegen Kitchenworld met zaaknummer 724106 blijkt uit:
  • de dagvaarding van 28 februari 2022, met producties,
  • beslagstukken,
  • de conclusie van antwoord tevens houdende eis in reconventie, met producties,
  • het tussenvonnis van de kantonrechter van 6 september 2022 waarin een mondelinge behandeling is bepaald,
  • het tussenvonnis van 18 oktober 2022 van de kantonrechter, waarin de zaak is verwezen naar de kamer voor handelszaken van de rechtbank,
  • de conclusie van antwoord in reconventie, met producties,
  • het tussenvonnis van 8 februari 2023, waarin een mondelinge behandeling is bepaald en waarbij tevens is bepaald dat de behandeling gelijktijdig plaatsvindt met de zaak van Kitchenworld tegen [gedaagde in de HA ZA 22-976] ,
  • het proces-verbaal van mondelinge behandeling van 23 maart 2023 met de daarin genoemde processtukken, waaronder de akte overlegging aanvullende producties tevens akte wijziging petitum van de zijde van [eiser in de HA ZA 22-826] met producties en de akte overlegging producties tevens akte houdende vermeerdering van eis van de zijde van Kitchenworld met producties.
1.2.
Het verloop van de procedure in de zaak Kitchenworld tegen [gedaagde in de HA ZA 22-976] met zaaknummer 725986 blijkt uit:
  • de dagvaarding van 18 november 2022, met producties,
  • beslagstukken,
  • de conclusie van antwoord, met producties,
  • het tussenvonnis van 8 februari 2023, waarin een mondelinge behandeling is bepaald en waarbij tevens is bepaald dat de behandeling gelijktijdig plaatsvindt met de zaak van [eiser in de HA ZA 22-826] tegen Kitchenworld,
  • het proces-verbaal van mondelinge behandeling van 23 maart 2023 met de daarin genoemde processtukken, waaronder de akte overlegging producties tevens akte houdende vermeerdering van eis van de zijde van Kitchenworld met producties.
1.3.
In beide zaken is bepaald dat vandaag vonnis zal worden gewezen.
1.4.
De mondelinge behandeling in beide zaken heeft gelijktijdig plaatsgevonden en is vastgelegd in één proces-verbaal. De rechtbank ziet aanleiding beide zaken tegelijk te beschrijven en te beoordelen zonder daarbij een onderscheid te maken tussen beide zaken, omdat de processtukken van beide zaken inhoudelijk dezelfde inhoud hebben en alleen op het petitum afwijken, zoals tijdens de mondelinge behandeling tussen partijen is vastgesteld.

2.De feiten

2.1.
Tussen Kitchenworld als franchisegever en [eiser in de HA ZA 22-826] als franchisenemer is een franchiseovereenkomst gesloten met ingang van 1 augustus 2019 en met een (initiële) looptijd van vijf jaar tot 31 juli 2024 (de franchiseovereenkomst). Op grond hiervan exploiteert [eiser in de HA ZA 22-826] een keukenwinkel ( [naam 2] Nijmegen) met gebruikmaking van de franchiseformule ( [naam 2] ) van Kitchenworld. [gedaagde in de HA ZA 22-976] , bestuurder van [eiser in de HA ZA 22-826] , heeft de franchiseovereenkomst ook ondertekend. In de franchiseovereenkomst zijn de volgende bepalingen opgenomen, voor zover van belang:
Artikel 10 Taken Franchisenemer
(…)
4. Franchisenemer dient op eerste verzoek controleerbare relevante bedrijfsgegevens, administratie aan Franchisegever te overleggen en toestaan dat de Franchisegever het bedrijf van de Franchisenemer te allen tijde kan inspecteren en de administratie mag inzien.’
Artikel 13 Levering en betaling
1. Op alle leveringen door de Franchisegever zijn de algemene leverings- en betalingsvoorwaarden van de Franchisegever van toepassing. Door ondertekening van deze overeenkomst verklaart Franchisenemer deze voorwaarden te hebben ontvangen en met deze voorwaarden in te stemmen.
(..)
3. De factuur met betrekking tot de inkopen die Franchisegever op bestelling van Franchisenemer verricht en waarover de in artikel 20 lid 2 van deze Overeenkomst bedoelde vergoeding wordt berekend, wordt opgemaakt door Franchisegever en zal door Franchisenemer binnen 8 dagen aan Franchisegever worden voldaan.’

Artikel 14 Geheimhouding, non- concurrentie
(…)
2. De Franchisenemer zal, behoudens schriftelijke toestemming van de Franchisegever gedurende de looptijd van deze overeenkomst rechtstreeks noch indirect soortelijke activiteiten uitoefenen in een gebied waarin hij concurreert (waaronder in ieder geval wordt verstaan: het uitoefenen van een met de franchiseformule concurrerend concept) met een lid van het franchisenet, De Franchisenemer, alsook haar bestuurder, dhr. [gedaagde in de HA ZA 22-976] zullen voorts gedurende een periode van één jaar na beëindiging van deze overeenkomst niet direct of indirect, zelfstandig of in dienstverband of in de vorm van een vennootschap werkzaam zijn of financiële dan wel andere zakelijke belangen hebben bij activiteiten in Nederland, die soortgelijk zijn aan de door de Franchisenemer in het kader van deze overeenkomst uitgeoefende activiteiten.’
Artikel 18 Exploitatie
1. De Franchisenemer verbindt zich zijn bedrijf overeenkomstig het door de Franchisegever ontwikkelde systeem te exploiteren, de goede naam van het systeem hoog te houden en zijn bedrijf steeds duidelijk als “ [naam 2] .com herkenbaar te doen zijn.’

Artikel 20 Vergoedingen
(…)
3. De verdiensten van Franchisegever bestaan er voorts uit dat Franchisegever over de inkoop die hij op bestelling van Franchisenemer verricht een marge van 5% hanteert: aldus berekent Franchisegever een opslag van 5% over alle door Franchisenemer bestelde inkopen. Vooralsnog zal er slechts een fee van 2% verschuldigd zijn over de inkoop van keukenapparatuur (buiten Nobilia)’
Artikel 21 Controle
(…)
2. De Franchisenemer zal op eerste daartoe strekkende verzoek van de Franchisegever aan deze de informatie verschaffen waarom deze verzoekt, een en ander binnen het kader van deze overeenkomst.
(…)
4. De Franchisenemer is gehouden zijn boekhouding in te richten naar goed koopmansgebruik.’
Artikel 26 Verplichtingen bij einde
1. Indien deze overeenkomst op enigerlei wijze zou eindigen, is de Franchisenemer verplicht onverwijld alle informatie van de Franchisegever te retourneren en het gebruik van het Franchisepakket, Know-How, Merken en de Formule te staken en gestaakt te houden, en voortaan alles te vermijden, dat de indruk zou kunnen wekken, dat zij nog tot voornoemd gebruik gerechtigd zou zijn.
2. Het is niet toegestaan dat Franchisenemer het in deze overeenkomst genoemde Franchisepakket, Formule en andere bedrijfsmiddelen, die mede het karakter van de Franchise-Onderneming en van de Franchisegever bepalen, aan een ander dan Franchisegever verkoopt of op enig andere wijze ter beschikking stelt.’
Artikel 30 Geschilbeslechting
(..)
3. (…) zal het geschil op verzoek van de meest gerede partij uitsluitend worden beslecht door de bevoegde rechter te Amsterdam.
4. Deze Overeenkomst en alle rechten en plichten van Partijen worden geregeld en uitgelegd overeenkomstig Nederlands recht.’
‘Artikel 31. Bankgarantie en mededebiteurschap
1. Wanneer de situatie daar aanleiding toe geeft, bijvoorbeeld wanneer de weekfacturen oplopen, kan Franchisegever verlangen dat er een bankgarantie wordt gesteld ter nakoming van de verplichtingen die voortkomen uit onderhavige overeenkomst. Franchisenemer zal aan ieder redelijk verzoek daartoe door Franchisegever direct en onvoorwaardelijk voldoen.
2. Dhr. [gedaagde in de HA ZA 22-976] , verbindt zich door ondertekening van deze overeenkomst jegens Franchisegever, volledig in privé aansprakelijk en hoofdelijk mededebiteur voor franchisenemer, zulks tot zekerheid voor de betaling van al hetgeen franchisegever van franchisenemer te vorderen heeft of zal krijgen uit hoofde van onderhavige overeenkomst.’
2.2.
Op de franchiseovereenkomst zijn op grond van artikel 13 lid 1 de algemene voorwaarden van Kitchenworld van toepassing. Daarin zijn betalingsvoorwaarden opgenomen, waaronder een betalingstermijn van acht dagen (artikel 20.1). Verder bepaalt artikel 20.2 van de algemene voorwaarden dat de wederpartij van Kitchenworld van rechtswege in verzuim is als een factuur niet tijdig wordt betaald. In dat geval is een rente verschuldigd van 1,25% per maand, of de wettelijke rente als die hoger is, berekend vanaf de datum van verzuim. Artikel 20.3 bepaalt verder dat alle te maken gerechtelijke en buitengerechtelijke kosten voor rekening van Franchisenemer zijn en dat de buitengerechtelijke kosten worden verhoogd met alle redelijke kosten voor juridisch advies en bijstand.
2.3.
De notulen van de Franchiseraad van 29 juni 2020 luiden voor zover van belang:
“(..)
7. Beleid personeel
(..)

Benaderen personeel door andere winkel (..) [naam 1] geeft aan dat dit geld kost op mensen tevreden te houden wanneer ze door andere winkels benaderd wordt. Hier zou een boete op moeten staan.
o
De raad deelt de mening van [naam 1] . Ook al besluit het personeelslid niet om te gaan moeten we niet gaan werven onder personeel van andere winkels. Hierdoor ontstaan namelijk hogere salarissen en bijkomende kosten om het personeel weer tevreden te houden. Vanuit de raad wordt besloten hier een boete op te zetten van € 20.000,-.
2.4.
Een werknemer van [eiser in de HA ZA 22-826] is gaan werken bij een andere [naam 2] -vestiging, te Almere-Buiten.
2.5.
Kitchenworld leverde aan de [naam 2] -vestiging van [eiser in de HA ZA 22-826] keukens (kasten, werkbladen) en keukenapparatuur en stuurde aan [eiser in de HA ZA 22-826] facturen voor de inkoopprijs met een opslag als vergoeding (
fee) voor Kitchenworld. Na de start van de exploitatie is er al snel een achterstand ontstaan in de betaling van de facturen van Kitchenworld. Die achterstand bedroeg op 22 september 2020 blijkens een interne mail van Kitchenworld bijna € 190.000,00.
2.6.
Op 13 december 2020 heeft [gedaagde in de HA ZA 22-976] Kitchenworld laten weten dat hij op dat moment vast zat in detentie en een straf moest uitzitten van 268 dagen. In juli 2021 is hij weer vrijgekomen. Vanaf dat moment kon hij weer aanwezig zijn in de winkel. In de tussentijd heeft [gedaagde in de HA ZA 22-976] het personeel telefonisch aangestuurd en heeft Kitchenworld ondersteuning verleend door regelmatige bezoeken van de formulemanager en van commercieel managers. Kitchenworld heeft hierdoor inzicht gekregen in het reilen en zeilen van de winkel.
2.7.
Op 26 juli 2021 heeft Kitchenworld een e-mailbericht gestuurd met het saldo van de openstaande inkoopfacturen per die datum van € 313.687,94, met daarbij de opmerking dat het saldo nog moest worden verlaagd met € 90.000,00. Dit laatste bedrag was betaald, maar op dat moment nog niet geboekt.
2.8.
Op 27 augustus 2021 heeft Kitchenworld per e-mail haar zorgen geuit over de staat van de administratie. Het bericht luidt voor zover van belang:

(…) Onder verwijzing naar art. 10 en art. 21 van de franchiseovereenkomst verzoek ik jou alsdan vriendelijk doch dringend om binnen 14 dagen na dagtekening van deze e-mail (dus voor 10 september as) een gedegen cijfermatige onderbouwing aan te leveren waaruit blijkt dat sprake is van een deugdelijke administratie en dat er voor de nabije toekomst een goede exploitatie mogelijk is van [naam 2] Nijmegen. Inclusief een door een accountant of AA gecontroleerde proef-saldi balans en winst/verliesrekening t/m 31 juli 2021, waaruit eveneens de rekening courantverhoudingen (ivm bijvoorbeeld de leaseauto ’s die jij in privé bent aangegaan, maar waarvoor de gelden uit jouw onderneming moeten komen) danwel de privé-onttrekkingen van jou blijken. Daarnaast eveneens een liquiditeitsprognose tot het einde van dit jaar en een crediteurenlijst.
Voor de duidelijkheid benadruk ik dat deze e-mail een ingebrekestelling betreft ten aanzien van jouw verplichtingen uit hoofde van art. 10 en art. 21 van de franchiseovereenkomst.
Ik zie de stukken graag zo spoedig als redelijkerwijs mogelijk tegemoet. (…)’
Hierop heeft [gedaagde in de HA ZA 22-976] afwijzend gereageerd.
2.9.
Op 8 oktober 2021 heeft Kitchenworld opnieuw verzocht om de eerder opgevraagde administratie onder vermelding van een nieuwe termijn en heeft zij [eiser in de HA ZA 22-826] tevens verzocht om een bankgarantie te stellen zoals opgenomen in artikel 31 lid 1 van de franchiseovereenkomst.
2.10.
Op 23 augustus 2022 heeft Kitchenworld in de zaak tegen [eiser in de HA ZA 22-826] een tegenvordering ingesteld, omdat de betalingsachterstand volgens Kitchenworld per 16 augustus 2022 was opgelopen tot € 514.506,47.
2.11.
Kitchenworld heeft kort voor de mondelinge behandeling als productie 35 een geactualiseerd overzicht van openstaande facturen tot en met 10 februari 2023 overgelegd. Volgens dit overzicht bedroeg het openstaande saldo op dat moment € 805.744,62.
2.12.
Kitchenworld heeft op 30 januari 2023 conservatoir beslag gelegd onder ABN Amro Bank N.V., onder ING Bank N.V. en onder bunq B.V.

3.Het geschil

in de zaak [eiser in de HA ZA 22-826] tegen Kitchenworld in conventie

3.1.
[eiser in de HA ZA 22-826] vordert na eisvermeerdering, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, samengevat:
I. Kitchenworld te veroordelen tot betaling van een boete van € 20.000,00 en een schadevergoeding van € 42.368,75 aan [eiser in de HA ZA 22-826] , te vermeerderen met wettelijke rente vanaf 1 februari 2022;
II. Een deskundige aan te stellen die de exacte hoogte van de openstaande rekeningcourant van [eiser in de HA ZA 22-826] zal vaststellen (en de aanvullende schade van [gedaagde in de HA ZA 22-976]
Keukens als gevolg van de te dure inkoop);
III veroordeling van Kitchenworld in de proceskosten, waaronder (IV) de nakosten, en bij gebreke van betaling binnen veertien dagen de wettelijke rente daarover (V).
3.2.
Kitchenworld voert verweer en concludeert tot niet-ontvankelijkheid danwel afwijzing, met – na eiswijziging – veroordeling van [eiser in de HA ZA 22-826] in de kosten voor juridische bijstand en advies ad € 27.613,93 exclusief btw, althans de beslagkosten ad € 1.519,65, de proceskosten en de nakosten.
3.3.
Op de grondslagen en verweren wordt hierna bij de beoordeling ingegaan.
in de zaak [eiser in de HA ZA 22-826] tegen Kitchenworld in conventie en in de zaak Kitchenworld tegen [gedaagde in de HA ZA 22-976]
3.4.
In de zaak [eiser in de HA ZA 22-826] tegen Kitchenworld, heeft Kitchenworld een tegenvordering ingesteld die identiek is de vordering van Kitchenworld in de zaak tegen [gedaagde in de HA ZA 22-976] met dien verstande dat de vordering in de ene zaak is gericht tegen [eiser in de HA ZA 22-826] en in de andere zaak is gericht tegen [gedaagde in de HA ZA 22-976] . Die vordering, aldus tegen [gedaagde in de HA ZA 22-976] , luidt, na eisvermeerdering, voor zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, samengevat:
PRIMAIR
I. De franchiseovereenkomst tussen Kitchenworld en [gedaagde in de HA ZA 22-976] te ontbinden op de datum van het in deze zaak te wijzen vonnis of op een andere datum;
II. [gedaagde in de HA ZA 22-976] te veroordelen tot nakoming van het in artikel 14 lid 2 van de
franchiseovereenkomst opgenomen postcontractueel non-concurrentiebeding met dien verstande dat de werking van het beding beperkt is tot het rayon (gemeente Nijmegen);
III. [gedaagde in de HA ZA 22-976] te veroordelen tot nakoming van artikel 26 lid 1 van de franchiseovereenkomst, althans [gedaagde in de HA ZA 22-976] te veroordelen tot staking van de exploitatie conform de franchiseformule ( [naam 2] );
IV. [gedaagde in de HA ZA 22-976] te veroordelen tot nakoming van artikel 26 lid 2 van de franchiseovereenkomst, althans [gedaagde in de HA ZA 22-976] te verbieden om het Franchisepakket zoals bedoeld in artikel 1 van de franchiseovereenkomst en/of andere bedrijfsmiddelen die mede bepalend zijn voor het karakter van zijn [naam 2] vestiging aan een ander dan Kitchenworld te verkopen of ter beschikking te stellen;
V. [gedaagde in de HA ZA 22-976] te veroordelen tot het betalen van een dwangsom van € 10.000 per dag dat [gedaagde in de HA ZA 22-976] niet aan de vorderingen II, III en IV voldoet met een maximum van € 500.000;
SUBSIDIAIR
I. [gedaagde in de HA ZA 22-976] te veroordelen tot overlegging aan Kitchenworld van:
(a) een door een accountant gecontroleerde jaarrekening over de jaren 2020, 2021
2022; en/of
(b) stukken waaruit alle rekening courantverhoudingen tussen [gedaagde in de HA ZA 22-976] en haar
bestuurder de heer [gedaagde in de HA ZA 22-976] blijken in de jaren 2020, 2021 en 2022; en/of
(c) een liquiditeitsprognose tot de einddatum van de franchiseovereenkomst; en/of
(d) een actuele crediteurenlijst.
PRIMAIR EN SUBSIDIAIR
I. [gedaagde in de HA ZA 22-976] te veroordelen tot betaling aan Kitchenworld van de openstaande facturen ten bedrage van € 805.744,62, te vermeerderen met de contractuele rente ad 1,25% per maand, dan wel met de wettelijke handelsrente of de wettelijke rente, vanaf de datum van het verstrijken van de betalingstermijn van de facturen of een andere datum;
II. [gedaagde in de HA ZA 22-976] te veroordelen tot vergoeding aan Kitchenworld van:
a. de kosten voor juridische bijstand en advies ad € 27.613,91 exclusief btw,
althans de beslagkosten ex artikel 706 Rv ad € 1.519,65;
b. althans [1] de kosten ex artikel 237 Rv, en;
c. de nakosten,
met de wettelijke rente daarover.
3.5.
[gedaagde in de HA ZA 22-976] voert verweer en concludeert tot afwijzing van de vorderingen van Kitchenworld met veroordeling van Kitchenworld in de kosten van de procedure.
3.6.
Op de grondslagen en verweren wordt hierna bij de beoordeling ingegaan.

4.De beoordeling

in de zaak [eiser in de HA ZA 22-826] tegen Kitchenworld en in de zaak Kitchenworld tegen [gedaagde in de HA ZA 22-976]

4.1.
Kitchenworld is gevestigd te Curaçao. Beide zaken hebben daarmee een internationaal karakter. De rechtbank zal daarom ambtshalve haar bevoegdheid en het toepasselijke recht beoordelen.
4.2.
In beide zaken is de grondslag voor de vordering de franchiseovereenkomst. Daarin hebben partijen in artikel 30 een forumkeuze neergelegd, inhoudende dat de rechtbank te Amsterdam, Nederland, bevoegd is. Op deze zaak is de Verordening (EU) nr. 1215/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2012 betreffende de rechterlijke beslissingsbevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken (Brussel I bis-Verordening) van toepassing. De rechtbank stelt vast dat het onderwerp van deze procedure niet een kwestie betreft waarvoor exclusieve bevoegdheidsregels gelden. Daarom is de rechtbank bevoegd op grond van artikel 25 Brussel I bis-Verordening. Verder hebben partijen in de franchiseovereenkomst een keuze gemaakt voor Nederlands recht. Op grond van artikel 3 van de Verordening EG) nr. 593/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 17 juni 2008 inzake het recht dat van toepassing is op verbintenissen uit overeenkomst (Rome I) is daarom op deze zaak Nederlands recht van toepassing.
De door [eiser in de HA ZA 22-826] gevorderde boete
4.3.
[eiser in de HA ZA 22-826] heeft ten eerste € 20.000,00 gevorderd. Volgens [eiser in de HA ZA 22-826] is Kitchenworld dit bedrag als boete verschuldigd, omdat een werknemer door bemiddeling van Kitchenworld in een [naam 2] winkel in Almere-Buiten is gaan werken. Kitchenworld heeft de werknemer benaderd en hier is door de franchiseraad een boete op gesteld van € 20.000,00. Kitchenworld heeft betwist dat zij de boete is verschuldigd. Zij heeft onder meer gesteld niet te zijn gebonden aan de beslissing van de Franchiseraad, omdat het een voornemen tot het sanctioneren van werven van personeel tussen winkels onderling betreft.
4.4.
Het verweer van Kitchenworld slaagt. De aan de gevorderde boete ten grondslag gelegde beslissing van de Franchiseraad kan de vordering niet dragen. Uit de tekst van de notulen volgt dat de Franchiseraad heeft besloten dat de winkels geen personeel van elkaar zullen werven. Partijen zijn niet overeengekomen dat Kitchenworld als franchisegever ook is gebonden aan beslissingen van de Franchiseraad. De conclusie is dus dat de gevorderde boete niet toewijsbaar is.
De vordering van Kitchenworld tot betaling van de openstaande facturen, de vordering van [eiser in de HA ZA 22-826] tot aanstelling van een deskundige
4.5.
Kitchenworld heeft € 805.744,62 aan betaling gevorderd van [eiser in de HA ZA 22-826] (in de zaak tegen [eiser in de HA ZA 22-826] als tegenvordering) en van [gedaagde in de HA ZA 22-976] (in de zaak van Kitchenworld tegen [gedaagde in de HA ZA 22-976] ). Van dit bedrag ziet € 802.785,41 op kosten van inkoop van keukens en keukenapparatuur en daarover verschuldigde
fee.Verder is in het gevorderde bedrag een bedrag van € 2.959,21 aan rentefacturen begrepen.
4.6.
De rechtbank stelt allereerst vast dat niet is betwist dat de keukens en apparatuur die Kitchenworld heeft gefactureerd, daadwerkelijk door [eiser in de HA ZA 22-826] zijn besteld en door Kitchenworld geleverd. Dat betekent dat de hiermee gemoeide inkoopkosten volledig zijn verschuldigd. Verder heeft [gedaagde in de HA ZA 22-976] ook niet weersproken dat [eiser in de HA ZA 22-826] op grond van artikel 20 lid 3 van de franchiseovereenkomst een leveranciersfee over de via Kitchenworld ingekochte goederen is verschuldigd. Ook de vordering die daaruit voortvloeit moet worden voldaan. Dat erkent [gedaagde in de HA ZA 22-976] ook. Wel heeft [gedaagde in de HA ZA 22-976] zich op het standpunt gesteld dat Kitchenworld feitelijk een veel hogere vergoeding ontvangt dan waarop zij recht heeft. Volgens [gedaagde in de HA ZA 22-976] klopt daardoor het openstaande bedrag niet. Op dit verweer wordt hierna ingegaan (zie 4.8).
4.7.
[gedaagde in de HA ZA 22-976] heeft ten eerste als verweer aangevoerd dat een deel van de vordering al is betaald. Ter zitting heeft [gedaagde in de HA ZA 22-976] verklaard dat [eiser in de HA ZA 22-826] een bedrag van € 656.460,63 heeft betaald, te weten het bedrag dat op de winst & verliesrekening als ‘inkopen Kitchenworld’ is vermeld (grootboekrekening 8401). Kitchenworld heeft de gestelde betaling betwist. Daarom is het aan [gedaagde in de HA ZA 22-976] om te bewijzen dat zij heeft betaald. Uit de vermelding op de – door Kitchenworld betwiste – grootboekrekening waarnaar [gedaagde in de HA ZA 22-976] verwijst kan alleen iets over de
hoogtevan de kosten van inkoop (in 2022) worden afgeleid, maar niets over de
betalingvan die kosten (die over meerdere jaren worden gevorderd). [gedaagde in de HA ZA 22-976] heeft nagelaten bankafschriften over te leggen waaruit blijkt dat zij (dit bedrag of een ander bedrag) heeft betaald, zodat aangenomen moet worden dat zij de door haar gestelde betaling van € 656.460,63 niet heeft gedaan en het gehele gevorderde bedrag niet is betaald.
De rechtbank merkt hierbij nog op dat er bij [gedaagde in de HA ZA 22-976] enige onduidelijkheid is geweest over een betaling door [eiser in de HA ZA 22-826] van € 90.000,00, waarbij [eiser in de HA ZA 22-826] niet had vermeld welke facturen zij daarmee betaalde. Kitchenworld heeft echter voldoende toegelicht dat zij dit bedrag uiteindelijk heeft afgeboekt op de oudste openstaande facturen en dat zij bij het in deze procedure gevorderde bedrag rekening heeft gehouden met die betaling (het gevorderde bedrag zou zonder die betaling € 90.000,00 hoger zijn geweest).
4.8.
[gedaagde in de HA ZA 22-976] heeft verder aangevoerd (tegen de verschuldigdheid van het meerdere dan de beweerdelijk betaalde € 656.460,63) dat Kitchenworld een veel hogere marge, tot wel 30%, aan fee ontvangt dan in de franchiseovereenkomst is overeengekomen. Dit is volgens [gedaagde in de HA ZA 22-976] in strijd met de door Kitchenworld jegens [eiser in de HA ZA 22-826] als franchisenemer te betrachten zorg van een goed franchisegever. Ter onderbouwing heeft [gedaagde in de HA ZA 22-976] verwezen naar een internetprint van een aanbieding van een andere verkoper met een veel lager bedrag (€ 1.299,00 inclusief btw) dan Kitchenworld aan [eiser in de HA ZA 22-826] in rekening brengt (€ 1.464,00 exclusief btw) voor een bepaald product. Voor het teveel gefactureerde ontbreekt volgens [gedaagde in de HA ZA 22-976] een rechtsgrond en [gedaagde in de HA ZA 22-976] vordert tevens dat een deskundige wordt aangesteld die zal vaststellen welke schade [eiser in de HA ZA 22-826] hierdoor heeft geleden en de exacte hoogte van de openstaande vordering van Kitchenworld zal vaststellen.
4.9.
Hierover wordt als volgt overwogen. Kitchenworld heeft gemotiveerd betwist dat zij een hoger percentage rekent dan is overeengekomen. Dit blijkt ook niet uit de
feeop de overgelegde facturen. Naar de rechtbank begrijpt, bestaat het meerdere van de
feedie Kitchenworld volgens [gedaagde in de HA ZA 22-976] ontvangt uit een verschil tussen de inkoopprijs van Kitchenworld en de prijs die Kitchenworld doorrekent naar [eiser in de HA ZA 22-826] . Dat keukenonderdelen door andere aanbieders soms goedkoper worden aangeboden dan door Kitchenworld, betekent echter niet dat zij zelf een grotere marge ‘pakt’ dan in de franchiseovereenkomst is overeengekomen. Kitchenworld heeft aangevoerd dat zij het kernassortiment in grote aantallen en daarmee zeer voordelig inkoopt. Buiten dit kernassortiment kan het wel voorkomen dat goederen zoals de op de internetprint genoemde Amerikaanse koelkast door anderen voordelig wordt ingekocht en dus goedkoop kunnen worden aangeboden, maar dat betekent niet dat Kitchenworld feitelijk meer marge heeft en meer rekent dan haar eigen inkoopprijs en de daarover overeengekomen vergoeding. Zij heeft er ook op gewezen dat verkoop via een internetaanbieder met een (daaraan inherente) lage kostenstructuur niet zomaar kan worden vergeleken met keukenverkoop in fysieke winkels zoals die van de [naam 2] -formule. Op dit betoog van Kitchenworld heeft [gedaagde in de HA ZA 22-976] alleen gereageerd met de stelling dat [gedaagde in de HA ZA 22-976] over meer internetprints van andere producten beschikt waaruit eveneens prijsverschillen volgen, maar [gedaagde in de HA ZA 22-976] is niet ingegaan op de argumenten van Kitchenworld. Dit mocht wel van [gedaagde in de HA ZA 22-976] worden verwacht. Daarom wordt [gedaagde in de HA ZA 22-976] niet toegelaten om dit bewijs alsnog (al dan niet via een deskundige) te leveren en wordt het verweer van [gedaagde in de HA ZA 22-976] als onvoldoende gemotiveerd verworpen. De vordering van [gedaagde in de HA ZA 22-976] onder II om een deskundige aan te stellen die de exacte hoogte van de openstaande rekeningcourant van [eiser in de HA ZA 22-826] zal vaststellen, zal dus worden afgewezen en de rechtbank moet voor juist aannemen dat Kitchenworld de franchiseovereenkomst nakomt en niet teveel heeft gefactureerd. Hieruit volgt dat [eiser in de HA ZA 22-826] de openstaande facturen moet betalen.
4.10.
Ook [gedaagde in de HA ZA 22-976] in privé is voor de betaling daarvan aansprakelijk, omdat hij daarvoor heeft meegetekend (zie artikel 31 van de franchiseovereenkomst). De tenaamstelling van de facturen op [eiser in de HA ZA 22-826] maakt dat niet anders.
4.11.
De rechtbank zal gelet op het voorgaande het gevorderde bedrag voor inkoop en fee van € 802.785,41 zowel tegen [eiser in de HA ZA 22-826] als tegen [gedaagde in de HA ZA 22-976] toewijzen. Op de rentefacturen wordt hierna ingegaan.
Contractuele rente
4.12.
De gevorderde contractuele rente van 1,25% per maand vanaf de vervaldatum van de facturen is toewijsbaar. [gedaagde in de HA ZA 22-976] was in verzuim, omdat de facturen niet zijn betaald binnen de (fatale) termijn van acht dagen die is overeengekomen in artikel 13 lid 3 van de franchiseovereenkomst, in de algemene voorwaarden en bovendien op de facturen van Kitchenworld was vermeld. Dat betekent dat ook de via enkele rentefacturen in rekening gebrachte rente van € 2.959,21 in beginsel toewijsbaar is. [gedaagde in de HA ZA 22-976] heeft echter terecht aangevoerd dat dit bij toewijzing van de vordering van Kitchenworld tot rentebetaling vanaf de vervaldatum van de facturen ertoe leidt dat rente dubbel wordt gevorderd. Hoewel de rentefacturen op zichzelf dus terecht zijn verzonden (en er nog veel meer rentefacturen verzonden hadden mogen worden), zal de rechtbank ter voorkoming van toewijzing van dubbele rente [gedaagde in de HA ZA 22-976] daarom niet (ook) veroordelen tot betaling van de rentefacturen, maar [gedaagde in de HA ZA 22-976] alleen veroordelen tot betaling van de openstaande facturen in de kolom ‘ink/verk’ van het overzicht dat als onderdeel van productie 35 als eerste is overgelegd (sluitend op € 802.785,41) met de rente daarover vanaf de vervaldata van die facturen (zoals eveneens in dat overzicht is vermeld onder ‘vervaldatum’).
4.13.
[gedaagde in de HA ZA 22-976] heeft ook nog aangevoerd dat het beding uit de algemene voorwaarden waarin de contractuele rente is opgenomen, onredelijk bezwarend is. Daarmee doet [gedaagde in de HA ZA 22-976] een beroep op de Richtlijn 93/13/EEG van de Raad van 5 april 1993 inzake oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten. [gedaagde in de HA ZA 22-976] heeft echter meegetekend als bestuurder van [eiser in de HA ZA 22-826] en is geen consument in de zin van deze Richtlijn. Immers, een consument is een natuurlijk persoon die niet handelt in de uitoefening van een beroep of bedrijf, maar [gedaagde in de HA ZA 22-976] handelde wel als zodanig. Dit verweer kan [gedaagde in de HA ZA 22-976] dus niet baten.
De door [eiser in de HA ZA 22-826] gevorderde schadevergoeding van € 42.368,75
4.14.
Ter zitting heeft [gedaagde in de HA ZA 22-976] verklaard dat de grondslag van de gevorderde schadevergoeding van € 42.368,75 is, dat Kitchenworld begin 2023 de leveringen heeft gestaakt. Daardoor kon [eiser in de HA ZA 22-826] de door klanten bestelde keukens niet tijdig leveren. [eiser in de HA ZA 22-826] heeft hierdoor kosten moeten maken die zij anders niet had hoeven maken, zoals de aanschaf, transport, montage en demontage van tijdelijke noodkeukens. Ook heeft [eiser in de HA ZA 22-826] omzet gederfd, omdat zij gedurende de leverstop geen keukens meer kon verkopen. Kitchenworld had volgens [eiser in de HA ZA 22-826] niet mogen stoppen met leveren.
Kitchenworld heeft hiertegen ingebracht dat zij inderdaad de nakoming van haar verplichtingen tijdelijk heeft opgeschort maar dat dat haar was toegestaan omdat [gedaagde in de HA ZA 22-976] op dat moment een grote betalingsachterstand had (en nog steeds heeft).
4.15.
Hiervoor is vastgesteld dat [gedaagde in de HA ZA 22-976] ten onrechte facturen onbetaald heeft gelaten. Onbetwist is dat al in 2020 een betalingsachterstand is ontstaan en daarna verder is opgelopen, terwijl de leverstop dateert van daarna (januari 2023). Artikel 6:52 BW bepaalt dat de andere contractant in zo’n geval mag opschorten. Dat betekent dat Kitchenworld niet in verzuim was en dus ook geen schadevergoeding is verschuldigd. De gevorderde schadevergoeding wordt dus afgewezen.
De door Kitchenworld gevorderde ontbinding
4.16.
Kitchenworld vordert voorts ontbinding van de franchiseovereenkomst wegens tekortkomingen van [eiser in de HA ZA 22-826] in de nakoming daarvan (waarvoor [gedaagde in de HA ZA 22-976] ook aansprakelijk is). [gedaagde in de HA ZA 22-976] is niet alleen in verzuim met betaling van de facturen,
[gedaagde in de HA ZA 22-976] is ook in verzuim met verschillende andere verplichtingen uit de franchiseovereenkomst. Kitchenworld heeft met name gewezen op de verplichtingen zoals die volgen uit:
- artikel 10 lid 4 (het overleggen controleerbare bedrijfsgegevens en administratie);
- artikel 18 lid 1 (de verplichting om de goede naam van [naam 2] hoog te houden);
- artikel 21 lid 2 (de verplichting om informatie te verschaffen waarom wordt verzocht)
- artikel 21 lid 4 (de verplichting om de boekhouding in te richten naar goed koopmansgebruik); en
- artikel 31 lid 1 van de franchiseovereenkomst (de verplichting om een bankgarantie te verstrekken).
Ter toelichting heeft Kitchenworld heeft onder meer gesteld dat [gedaagde in de HA ZA 22-976] weigert de administratie over te leggen, dat die administratie niet op orde is en er niet over alle verkopen omzetbelasting wordt afgedragen danwel wordt nagelaten juiste aangiften te doen. Dit volgt onder meer uit het feit dat orders uit het administratiesysteem zijn verwijderd, terwijl de bestelde keukens wel aan klanten zijn geleverd. Het gaat volgens een overzicht van Kitchenworld om tientallen verwijderde orders.
4.17.
De rechtbank constateert dat [gedaagde in de HA ZA 22-976] afwijzend heeft gereageerd op de verzoeken tot het aanleveren van informatie op grond van artikel 10 en 21 van de franchiseovereenkomst. Verder heeft [gedaagde in de HA ZA 22-976] op de stellingen over het verwijderen van orders alleen ontkennend gereageerd, maar [gedaagde in de HA ZA 22-976] heeft geen verklaring gegeven voor de verwijderde orders. Door niet de gevraagde informatie te verstrekken en door orders te verwijderen zonder dit te verklaren, is [gedaagde in de HA ZA 22-976] tekortgeschoten in de nakoming van de verplichtingen van de franchiseovereenkomst. De overige tekortkomingen die Kitchenworld aan de gevorderde ontbinding ten grondslag heeft gelegd, en wat [gedaagde in de HA ZA 22-976] ertegenin heeft gebracht, behoeven geen bespreking. De hoogte van het bedrag aan niet betaalde facturen, althans het grote financiële belang dat daar voor Kitchenworld mee is gemoeid, rechtvaardigt reeds de ontbinding, terwijl het bovendien evident is dat Kitchenworld als feitelijk financier van de winkel ook inzicht nodig heeft in de financiële status van de winkel in Nijmegen. Daarnaast heeft Kitchenworld belang bij ontbinding, omdat haar goede naam in het geding is als onjuiste aangiften worden gedaan. Het belang van [eiser in de HA ZA 22-826] bij voortzetting van de winkel is, zo stelt [gedaagde in de HA ZA 22-976] , dat de betalingsachterstand kan worden inlopen. Gelet op het tempo en de mate waarin de achterstand steeds verder oploopt enerzijds, en het feit dat de franchiseovereenkomst over ruim een jaar, op 31 juli 2024, ten einde zal zijn anderzijds, is dit belang van weinig gewicht en prevaleert het belang van Kitchenworld bij de ontbinding. Dat [eiser in de HA ZA 22-826] ten opzichte van de andere franchisenemers van Kitchenworld een goede, althans gemiddelde, omzet draait, maakt dit niet anders. Het is in elk geval geen enkele verklaring voor het feit dat [eiser in de HA ZA 22-826] de facturen niet betaalt.
4.18.
[gedaagde in de HA ZA 22-976] heeft nog aangevoerd dat Kitchenworld geen recht op ontbinding meer toekomt wegens rechtsverwerking, omdat zij niet ervoor heeft gekozen om de overeenkomst buitengerechtelijk eerder te ontbinden toen daar meer aanleiding voor was namelijk ten tijde van de detentie van [gedaagde in de HA ZA 22-976] . Dit verweer wordt verworpen. Het enkele feit dat mogelijk al eerder had kunnen worden ontbonden, betekent niet dat het recht daartoe nu niet meer bestaat. Uit vaste jurisprudentie volgt dat enkel tijdsverloop niet voldoende is om rechtsverwerking aan te nemen. Daarvoor moet sprake zijn van bijzondere omstandigheden als gevolg waarvan het vertrouwen is gewekt dat de schuldeiser zijn aanspraak niet (meer) geldend zal maken. Daarvan is hier geen sprake.
De ‘postcontractuele vorderingen’ van Kitchenworld
Artikel 14 lid 2 franchiseovereenkomst
4.19.
Kitchenworld heeft voorts een aantal vorderingen ingesteld die zien op postcontractuele verplichtingen. Het gaat ten eerste om een postcontractueel non-concurrentiebeding zoals overeengekomen in artikel 14 lid 2 van de franchiseovereenkomst, zij het dat wordt gevorderd dat daarbij de werking wordt beperkt tot het rayon Nijmegen. Kitchenworld stelt dat het beding nodig is voor de bescherming van haar knowhow. Als franchisenemer kreeg [gedaagde in de HA ZA 22-976] namelijk toegang tot het weldoordachte verkoopsysteem van Kitchenworld en een handboek. In dat handboek staat precies beschreven hoe een Kitchenworld-winkel moet worden geëxploiteerd. Daarnaast heeft [gedaagde in de HA ZA 22-976] kennisgenomen van de verkooptechnieken, marketingstrategieën en de diverse methoden die Kitchenworld hanteert en van de wijzen waarop en het netwerk waarmee zij haar franchiseorganisatie heeft ingericht.
[gedaagde in de HA ZA 22-976] , betwist niet dat hij van de gestelde knowhow kennis heeft genomen. Begrijpt de rechtbank [gedaagde in de HA ZA 22-976] echter goed, dan zegt hij dat het non-concurrentiebeding niet nodig is ter bescherming van de knowhow die Kitchenworld aan [gedaagde in de HA ZA 22-976] heeft overgedragen, omdat [gedaagde in de HA ZA 22-976] als franchisenemer c.q. als bestuurder daarvan niets heeft geleerd wat [gedaagde in de HA ZA 22-976] niet al eerder als werknemer van Kitchenworld wist. Dit doet echter niet af aan het feit dat Kitchenworld (mogelijk diezelfde) knowhow heeft overgedragen aan [gedaagde in de HA ZA 22-976] als (bestuurder van de) franchisenemer en aldus belang heeft bij het nakoming van het beding. De vordering is toewijsbaar op de tot het rayon Nijmegen beperkte wijze. Op deze manier voldoet het beding aan de vereisten van artikel 7:920 lid 2 BW.
Artikel 26 lid 1 franchiseovereenkomst
4.20.
De (primaire) vordering tot nakoming van artikel 26 lid 1 franchiseovereenkomst is toewijsbaar. [gedaagde in de HA ZA 22-976] moet onverwijld alle informatie aan Kitchenworld retourneren en het gebruik van het franchisepakket, de knowhow, de merken en de formule staken en gestaakt houden. Bovendien moet [gedaagde in de HA ZA 22-976] voortaan alles vermijden wat de indruk zou kunnen wekken dat [gedaagde in de HA ZA 22-976] nog tot voornoemd gebruik ervan gerechtigd zou zijn. Het belang van Kitchenworld daarbij is niet betwist.
Artikel 26 lid 2 Franchiseovereenkomst
4.21.
De vordering ten slotte om [gedaagde in de HA ZA 22-976] te veroordelen tot nakoming van artikel 26 lid 2 van de franchiseovereenkomst zal ook worden toegewezen. Op grond van dit artikel is het niet toegestaan om het Franchisepakket, Formule en ander bedrijfsmiddelen, die mede het karakter van de Franchise-Onderneming en van de Franchisegever bepalen, te verkopen of anderszins ter beschikking te stellen aan een ander dan Franchisegever. Het is evident dat Kitchenworld er alle belang bij heeft dat alleen partijen met wie zij een franchiseovereenkomst heeft, kunnen beschikken over het Franchisepakket en bedrijfsmiddelen van de [naam 2] -Formule. [gedaagde in de HA ZA 22-976] zullen dus tot nakoming worden veroordeeld.
Dwangsom
4.22.
De gevorderde dwangsommen kunnen worden toegewezen bij gebrek aan verweer. Ten aanzien van [gedaagde in de HA ZA 22-976] worden ze beperkt tot € 2.000,00 per dag en per artikel (dus per dag maximaal € 6.000,00) dat hij overtreedt, met een maximum van € 500.000,00 in totaal.
Ten aanzien van [eiser in de HA ZA 22-826] worden de dwangsommen op gelijke wijze beperkt en gemaximeerd. [gedaagde in de HA ZA 22-976] kunnen samen dus maximaal een miljoen euro aan dwangsommen verbeuren.
Subsidiaire vordering
4.23.
Kitchenworld heeft subsidiair een aantal vorderingen a) tot en met d) ingesteld voor het geval, naar de rechtbank begrijpt, de rechtbank de gevorderde ontbinding niet zou toewijzen (zie 4.4 in de conclusie van antwoord tevens eis in reconventie respectievelijk 4.4 van de dagvaarding in de zaak tegen [gedaagde in de HA ZA 22-976] ). Omdat hiervoor is geoordeeld dat de vordering tot ontbinding van de franchiseovereenkomst zal worden toegewezen, is deze voorwaarde niet vervuld en wordt niet toegekomen aan de subsidiaire vorderingen.
De gemaakte kosten voor juridisch advies en bijstand
4.24.
Kitchenworld heeft voorts op grond van de algemene voorwaarden een bedrag van € 27.613,91 exclusief btw gevorderd voor gemaakte kosten van juridisch advies en bijstand tot en met 24 februari 2023. Kitchenworld baseert zich hiervoor op artikel 20.3 van de toepasselijke algemene voorwaarden (zie 2.2). [gedaagde in de HA ZA 22-976] heeft aangevoerd dat de(ze) algemene voorwaarde(n) onredelijk bezwarend zijn (is), een specificatie ontbreekt en aanzienlijke bedragen voor griffierecht zijn meegenomen.
4.25.
Deze verweren staan niet aan de toewijsbaarheid van het gevorderde bedrag in de weg. Hiervoor is onder 4.13 reeds overwogen dat [gedaagde in de HA ZA 22-976] als bestuurder geen bescherming kan ontlenen aan Richtlijn 93/13/EEG van de Raad van 5 april 1993 inzake oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten. Het feit dat bij de facturen een meer gedetailleerde specificatie ontbreekt, maakt niet dat de kosten niet toewijsbaar zijn. Uit de facturen blijkt voldoende duidelijk waarop de kosten zien, namelijk de uren tot een bepaalde datum (vanaf de vorige factuur) en specifieke kosten zoals als zodanig benoemd op de facturen. Verder valt niet in te zien dat de griffierechten niet onder artikel 20.3 zouden vallen. Wel heeft Kitchenworld ter zitting aangegeven dat het niet de bedoeling is griffierechten dubbel te vorderen. Dit zou het geval zijn als zowel de kosten van juridische bijstand als de proceskosten zouden worden toegewezen zoals lijkt te worden gevorderd (zie pagina 4 van de akte overlegging producties tevens houdende akte vermeerdering eis), maar naar de rechtbank begrijpt is dit laatste subsidiair gevorderd (vergelijk ook pagina 6 van de genoemde akte). De conclusie is dat het gevorderde bedrag van € 27.613,93 exclusief btw toewijsbaar is (in plaats van de gebruikelijke proceskostenveroordeling). De genoemde kosten zijn in conventie en in reconventie gevorderd en tevens in de zaak tegen [gedaagde in de HA ZA 22-976] . In beide zaken zal de helft van dit bedrag worden toegewezen, dus € 13.806,97 (in de zaak tegen [eiser in de HA ZA 22-826] in conventie en in reconventie). Voor het geval [gedaagde in de HA ZA 22-976] heeft bedoeld dat de rechtbank de toe te wijzen kosten zou moeten matigen, geldt dat de rechtbank daartoe geen aanleiding ziet.
Beslagkosten
4.26.
Uit de beslagstukken volgt verder dat er in beide zaken beslagkosten zijn gemaakt, namelijk:
incl. btw
expl.
btw
- exploot betekening beslagen aan [eiser in de HA ZA 22-826] (MK)
90,94
75,16
15,78
- exploot betekening beslagen aan [gedaagde in de HA ZA 22-976] (M)
90,94
75,16
15,78
- exploot derdenbeslag ABN Amro N.V. ten laste van MK vordering op [eiser in de HA ZA 22-826]
271,86
224,68
47,19
- expl. derdenbeslag ING Bank N.V. voor vordering op
[eiser in de HA ZA 22-826]
271,86
224,68
47,19
- expl. derdenbeslag Bunq B.V. voor vordering op [eiser in de HA ZA 22-826]
271,86
224,68
47,19
- expl. derdenbeslag ABN Amro N.V. voor vordering op [gedaagde in de HA ZA 22-976]
271,86
224,68
47,19
- expl. derdenbeslag ING Bank N.V. voor vordering op [gedaagde in de HA ZA 22-976]
271,86
224,68
47,19
- expl. derdenbeslag Bunq B.V. voor vordering op [gedaagde in de HA ZA 22-976]
271,86
224,68
47,19
€ 1.813,04
€ 1.498,4
314,7
Deze beslagkosten van € 749,20 exclusief btw per zaak zijn niet begrepen in de hiervoor genoemde kosten voor juridisch advies en bijstand en worden ambtshalve toegewezen.
Nakosten
4.27.
Kitchenworld heeft voorts in beide zaken nakosten gevorderd. Dit zijn advocaatkosten die pas na het wijzen van het vonnis worden gemaakt, zoals het bestuderen van het vonnis. Deze kosten zijn dus niet begrepen in de reeds toegewezen kosten. Deze kosten worden in beide zaken in totaal begroot op € 271,00, waarbij dit bedrag wordt verhoogd met € 90,00 indien het vonnis ook wordt betekend. In beide zaken zal de helft van beide bedragen (voorwaardelijk voor wat betreft de betekeningskosten) worden toegewezen.

5.De beslissing

De rechtbank
in de zaak [eiser in de HA ZA 22-826] tegen Kitchenworld
in conventie
5.1.
wijst de vorderingen af,
in reconventie
5.2.
ontbindt de franchiseovereenkomst tussen Kitchenworld en [eiser in de HA ZA 22-826] met ingang van heden,
5.3.
veroordeelt [eiser in de HA ZA 22-826] tot nakoming van het in artikel 14 lid 2 van de franchiseovereenkomst opgenomen postcontractueel non-concurrentiebeding met dien verstande dat de werking van het beding beperkt is tot het rayon (gemeente Nijmegen),
dit op straffe van een dwangsom van € 2.000,00 per overtreding van dit beding en van eveneens € 2.000,00 voor iedere dag dat die overtreding voortduurt tot uiterlijk 7 juni 2024,
5.4.
veroordeelt [eiser in de HA ZA 22-826] tot nakoming van artikel 26 lid 1 van de franchiseovereenkomst, dit op straffe van een dwangsom van € 2.000,00 per overtreding van dit beding en van eveneens € 2.000,00 voor iedere dag dat die overtreding voortduurt,
5.5.
veroordeelt Keukens tot nakoming van artikel 26 lid 2 van de franchiseovereenkomst, dit op straffe van een dwangsom van € 2.000,00 per overtreding van dit beding en van eveneens € 2.000,00 voor iedere dag dat die overtreding voortduurt,
5.6.
bepaalt dat het totaal van de door [eiser in de HA ZA 22-826] verbeurde dwangsommen maximaal € 500.000,00 zal zijn,
5.7.
veroordeelt [eiser in de HA ZA 22-826] om aan Kitchenworld te betalen een bedrag van € 802.785,41 (achthonderdtweeduizendzevenhonderdvijfentachtig euro en éénenveertig eurocent), vermeerderd met de contractuele rente van 1,25% per maand over het bedrag van € 802.785,41 vanaf de respectieve vervaldata van de onderliggende facturen, tot de dag van volledige betaling,
5.8.
verklaart de beslissingen in reconventie uitvoerbaar bij voorraad,
in conventie en in reconventie
5.9.
veroordeelt [eiser in de HA ZA 22-826] tot betaling aan Kitchenworld van de kosten van juridisch advies en bijstand ad € 13.806,96 exclusief btw, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in art. 6:119 BW over dit bedrag met ingang van de datum van dit vonnis tot de dag van volledige betaling,
5.10.
veroordeelt [eiser in de HA ZA 22-826] in de beslagkosten van € 749,20 exclusief btw,
5.11.
veroordeelt [eiser in de HA ZA 22-826] in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 135,50 aan salaris advocaat, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat [eiser in de HA ZA 22-826] niet binnen veertien dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden, met een bedrag van € 45,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van de uitspraak, en te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in art. 6:119 BW over de nakosten met ingang van veertien dagen na de betekening van dit vonnis tot aan de voldoening,
5.12.
verklaart de kostenveroordelingen uitvoerbaar bij voorraad,
5.13.
wijst het meer of anders gevorderde af.
in de zaak Kitchenworld tegen [gedaagde in de HA ZA 22-976]
5.14.
ontbindt de franchiseovereenkomst tussen Kitchenworld en [gedaagde in de HA ZA 22-976] met ingang van heden,
5.15.
veroordeelt [gedaagde in de HA ZA 22-976] tot nakoming van het in artikel 14 lid 2 van de franchiseovereenkomst opgenomen postcontractueel non-concurrentiebeding met dien verstande dat de werking van het beding beperkt is tot het rayon (gemeente Nijmegen), dit op straffe van een dwangsom van € 2.000,00 per overtreding van dit beding en van eveneens € 2.000,00 voor iedere dag dat die overtreding voortduurt tot uiterlijk 7 juni 2024,
5.16.
veroordeelt [gedaagde in de HA ZA 22-976] tot nakoming van artikel 26 lid 1 van de franchiseovereenkomst, dit op straffe van een dwangsom van € 2.000,00 per overtreding van dit beding en van eveneens € 2.000,00 voor iedere dag dat die overtreding voortduurt,
5.17.
veroordeelt [gedaagde in de HA ZA 22-976] tot nakoming van artikel 26 lid 2 van de franchiseovereenkomst, dit op straffe van een dwangsom van € 2.000,00 per overtreding van dit beding en van eveneens € 2.000,00 voor iedere dag dat die overtreding voortduurt,
5.18.
bepaalt dat het totaal van de door [gedaagde in de HA ZA 22-976] verbeurde dwangsom maximaal € 500.000,00 zal zijn,
5.19.
veroordeelt [gedaagde in de HA ZA 22-976] om aan Kitchenworld te betalen een bedrag van € 802.785,41 (achthonderdtweeduizendzevenhonderdvijfentachtig euro en éénenveertig eurocent), vermeerderd met de contractuele rente van 1,25% per maand over het bedrag van € 802.785,41 vanaf de respectieve vervaldata van de onderliggende facturen, tot de dag van volledige betaling,
5.20.
veroordeelt [gedaagde in de HA ZA 22-976] tot betaling aan Kitchenworld van de kosten van juridisch advies en bijstand ad € 13.806,96 exclusief btw, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in art. 6:119 BW over dit bedrag met ingang van de datum van dit vonnis tot de dag van volledige betaling,
5.21.
veroordeelt [gedaagde in de HA ZA 22-976] in de beslagkosten van € 749,20 exclusief btw,
5.22.
veroordeelt [gedaagde in de HA ZA 22-976] in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 135,50 aan salaris advocaat, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat [gedaagde in de HA ZA 22-976] niet binnen veertien dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden, met een bedrag van € 45,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van de uitspraak, en te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in art. 6:119 BW over de nakosten met ingang van veertien dagen na de betekening van dit vonnis tot aan de voldoening,
5.23.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.24.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. Q.R.M. Falger, bijgestaan door mr. K.E. Beerlage, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 7 juni 2023.

Voetnoten

1.Het woordje ‘althans’ is vermeld in het petitum in de zaak Kitchenworld tegen [gedaagde in de HA ZA 22-976] , maar ontbreekt in het petitum van de zaak [eiser in de HA ZA 22-826] tegen Kitchenworld. De rechtbank gaat ervan uit dat dit een vergissing is.