ECLI:NL:RBAMS:2023:354

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
30 januari 2023
Publicatiedatum
30 januari 2023
Zaaknummer
13-845123-16
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor gewoontewitwassen en wapenbezit met gevangenisstraf

Op 30 januari 2023 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan gewoontewitwassen van in totaal € 5.238.498,- en wapenbezit. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 18 maanden. De zaak werd behandeld in meervoudige kamer en de uitspraak volgde na een verstekprocedure. De verdachte was in de periode van 2013 tot 2017 betrokken bij het witwassen van grote geldbedragen die op verschillende zakelijke rekeningen waren gestort. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte, samen met zijn broer, contante geldbedragen heeft gewitwashed die vermoedelijk uit misdrijf afkomstig waren. Daarnaast is er een vuurwapen aangetroffen in het bedrijfspand van de verdachte, wat bijdroeg aan de veroordeling voor wapenbezit. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie gevolgd en de verdachte veroordeeld tot de opgelegde straf, waarbij ook rekening is gehouden met de lange duur van de procedure en de gezondheidssituatie van de verdachte.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Parketnummer: 13-845123-16 [verdachte] Afdeling Publiekrecht
Teams Strafrecht
Parketnummer: 13-845123-16
Datum uitspraak: 30 januari 2023
Vonnis van de rechtbank Amsterdam, meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, in de zaak tegen:
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1963,
wonende op het adres [adres] , [woonplaats] .

1.Onderzoek ter terechtzitting

Dit vonnis is bij verstek gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen op 13, 15 en 19 december 2022 en 30 januari 2023.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering die de officier van justitie mr. H.J. Hart naar voren heeft gebracht. Op de zitting van 13 december 2022 was de raadsman van verdachte, mr. L. de Leon, enige tijd aanwezig, maar hij bleek niet door verdachte gemachtigd namens hem de verdediging te voeren.

2.Tenlastelegging

Aan verdachte is als feit 1 – kort gezegd – ten laste gelegd dat hij zich heeft schuldig gemaakt aan het gewoontewitwassen van in totaal ruim 5,4 miljoen euro. Dit bedrag bestaat uit contante geldbedragen die op zakelijke rekeningen zijn gestort in de periode van 2013 tot 2017. Dit is subsidiair ten laste gelegd als feitelijke leiding geven aan het gewoontewitwassen door twaalf bedrijven voor in totaal 5,4 miljoen euro.
Als feit 2 is ten laste gelegd het voorhanden hebben van een pistool en munitie.
De volledige tekst van de tenlastelegging is opgenomen in de bijlage bij dit vonnis.

3.Waardering van het bewijs

3.1.
Standpunt van het Openbaar Ministerie
De officier van justitie vindt bewezen dat verdachte beide ten laste gelegde feiten heeft begaan. Met betrekking tot feit 1 heeft de officier van justitie de gevorderde bewezenverklaring beperkt tot € 5.385.036,-, omdat voor een klein deel van de geldbedragen (€ 44.850,- onder B en € 7.150,- onder D) niet vastgesteld kan worden dat verdachte daarvoor verantwoordelijk was en voor een ander klein deel niet vastgesteld kan worden dat sprake is van geld dat uit misdrijf afkomstig is (€ 33.222,- onder G).
3.2.
Oordeel van de rechtbank
3.2.1.
Feit 1
3.2.1.1. Inleiding
Verdachte staat samen met zijn broer [medeverdachte] (hierna: [medeverdachte] ) terecht voor het witwassen van contante geldbedragen die op verschillende bankrekeningen zijn gestort. De verdenkingen tegen verdachte en [medeverdachte] zien voor een deel op het witwassen van dezelfde geldbedragen, maar daarnaast bevatten beide tenlasteleggingen andere geldbedragen.
De tenlastelegging van verdachte ziet op het witwassen van:
€ 1.361.265,- aan contante stortingen op de bankrekening van Readen B.V. in 20142016;
€ 971.640,- aan contante stortingen op de bankrekening van D5 Mobile B.V. in 20132015;
€ 663.025,- aan contante stortingen op de bankrekening van Neckermann.com Retail B.V. in 2016;
€ 462.790,- aan contante stortingen op de bankrekening van D5 Avenue Ltd. in 20132015;
€ 350.990,- aan contante stortingen op de bankrekening van Yoho Telecom Ltd. in 2013-2015;
€ 294.325,- aan contante stortingen op de bankrekening van Readen Real Estate B.V. in 2013-2015;
€ 283.030,- aan contante stortingen op de bankrekening van D5Avenue.com B.V. in 2016-2017;
€ 386.765,- aan contante stortingen op de bankrekening van D5 Constructions B.V. in 2013-2015;
I. € 236.450,- aan contante stortingen op de bankrekening van Moho Telecom Ltd. in 2013-2014;
€ 208.120,- aan contante stortingen op de bankrekening van Readen Retail B.V. in 2015)
€ 146.538,- aan contante stortingen op de bankrekening van Vitalon Holland B.V. in 2014-2015;
€ 105.320,- aan contante stortingen op de bankrekening van Readen Infra B.V. in 2015.
Op basis van het dossier en de behandeling op zitting kan geen rechtstreeks verband vastgesteld worden tussen de in de tenlastelegging genoemde geldbedragen en concrete misdrijven. Voor het beantwoorden van de vraag of de geldbedragen uit misdrijf afkomstig zijn, zal de rechtbank het in de rechtspraak ontwikkelde stappenplan voor witwassen zonder gronddelict toepassen.
3.2.1.2. Toetsingskader witwassen zonder gronddelict
Het stappenplan voor het witwassen zonder gronddelict houdt – toegespitst op de zaak tegen verdachte – in dat als eerste stap het Openbaar Ministerie feiten en omstandigheden moet aandragen die het vermoeden rechtvaardigen dat het niet anders kan zijn dan dat de contante geldbedragen die op verschillende bankrekeningen zijn gestort, uit enig misdrijf afkomstig zijn.
Indien vastgesteld kan worden dat sprake is van een witwasvermoeden, mag van verdachte verwacht worden dat hij een verklaring geeft dat de gestorte geldbedragen niet uit misdrijf afkomstig zijn. Deze verklaring moet concreet, verifieerbaar en niet op voorhand hoogst onwaarschijnlijk zijn.
Indien verdachte een witwasverklaring heeft afgelegd, is het aan het Openbaar Ministerie om naar aanleiding van die verklaring verificatieonderzoek te doen, waarna het aan de rechtbank is om te beoordelen of het wel of niet anders kan zijn dan dat de contante geldbedragen die op de verschillende bankrekeningen zijn gestort, uit enig misdrijf afkomstig zijn. Indien verdachte geen witwasverklaring heeft afgelegd, mag de rechtbank die omstandigheid betrekken in zijn bewijsoverwegingen.
3.2.1.3. Vrijspraak van het geldbedrag onder K
De rechtbank vindt niet bewezen dat verdachte de contante geldbedragen die op de bankrekening van Vitalon Holland B.V. zijn gestort, heeft witgewassen. Daarvoor is allereerst van belang dat uit het dossier blijkt dat [medeverdachte] , en niet verdachte, de bestuurder en enig aandeelhouder was van die vennootschap. Daarnaast kan op basis van het dossier niet worden vastgesteld dat verdachte op een strafrechtelijk relevante wijze betrokken is geweest bij de contante stortingen en/of de overboekingen van deze geldbedragen. De rechtbank zal verdachte daarom van dit onderdeel van de tenlastelegging vrijspreken.
3.2.1.4. Feiten en omstandigheden overige onderdelen
De rechtbank gaat op grond van de wettige bewijsmiddelen van de volgende feiten en omstandigheden uit. [1]
Readen-concern
In dit onderzoek is veel aandacht gegaan naar de bedrijven die behoren tot het Readen-concern. Bovenaan dit concern staat Readen Holding Corporation (hierna: RHCO), waarvan verdachte president en CEO was. Alle in de tenlastelegging genoemde bedrijven, met uitzondering van Vitalon Holland B.V. maken/maakten onderdeel uit van het Readen-concern.
Readen B.V. (onder A)
Op twee bankrekeningen van Readen B.V. bij de Rabobank, [nummer] en [nummer] , is contant geld gestort. In de periode 14 februari 2014 tot en met 13 april 2016 gaat het in totaal om € 1.243.330,-. [2] Op de ABN AMRO-rekening van Readen B.V., [nummer] , is tussen 12 september en 31 december 2016 in totaal € 117.935,- contant gestort. [3] In totaal is op bankrekeningen van Readen B.V. tussen 14 februari 2014 en 31 december 2016 € 1.361.265,- aan contant geld gestort.
Uit het dossier blijkt het volgende over de bestuurders en aandeelhouders van Readen B.V. in de periode van de contante stortingen. Verdachte was tot 22 december 2015 bestuurder en enig aandeelhouder van Readen B.V. [4] Vanaf 22 december 2015 was RHCO bestuurder en enig aandeelhouder van Readen B.V. [5] In de periode van 22 december 2015 tot en met 31 december 2016 was verdachte aandeelhouder en CEO van RHCO. [6] De rechtbank leidt hieruit af dat verdachte ten tijde van de stortingen (in)direct bestuurder en (enig) aandeelhouder was van Readen B.V.
Onderzoek aan de beschikbare administratie (Exact online) van Readen B.V. heeft het volgende opgeleverd. De contante stortingen in 2014 zijn in de administratie niet aangemerkt als behaalde omzet. [7] Voor het jaar 2015 heeft de verbalisant geen bevestiging gevonden voor de stelling dat de contant gestorte geldbedragen uit de omzet van Readen B.V. afkomstig zijn. [8] Over 2016 is geen grootboekadministratie beschikbaar.
In de systemen van de Belastingdienst was de volgende informatie beschikbaar over Readen B.V. De omzet volgens de aangiften omzetbelasting over de jaren 2013/2014 bedroeg € 117.924,-, terwijl die op basis van de aangifte vennootschapsbelasting € 459.277,- zou hebben bedragen. Ook voor het jaar 2015 is de omzet op basis van de aangifte vennootschapsbelasting hoger dan op basis van de aangiften omzetbelasting (€ 1.802.490,- tegenover € 1.620.477). [9]
D5 Mobile B.V. (onder B)
Op bankrekening [nummer] van D5 Mobile B.V. is tussen 25 februari 2013 en 15 oktober 2015 in totaal € 971.640,- contant gestort, waarvan € 926.790,- in 2013-2014. [10]
Uit het dossier blijkt het volgende over de bestuurders en aandeelhouders van D5 Mobile B.V. in de periode van de contante stortingen. In de periode van 25 februari 2013 tot en met 15 oktober 2015 was Moho Telecom Ltd. de bestuurder en enig aandeelhouder van D5 Mobile B.V. [11] Verdachte was tot 1 februari 2015 bestuurder van Moho Telecom Ltd. [12] Readen Industries Ltd. was tot 1 februari 2015 enig aandeelhouder van Moho Telecom Ltd. [13] Verdachte was in 2013 en 2014 bestuurder van Readen Industries Ltd. en RHCO was in die jaren enig aandeelhouder van Readen Industries Ltd. [14] Verdachte is in 2013 en 2014 CEO en aandeelhouder van RHCO. [15] De rechtbank leidt hieruit af dat verdachte in 2013 en 2014 indirect bestuurder en aandeelhouder was van D5 Mobile B.V.
Net als de officier van justitie houdt de rechtbank – gelet op de bestuurs- en aandeelhouderwisselingen per 1 februari 2015 – verdachte niet strafrechtelijk verantwoordelijk voor de stortingen die in 2015 hebben plaatsgevonden.
Onderzoek aan de beschikbare administratie (Exact online) van D5 Mobile B.V. heeft het volgende opgeleverd. Over de jaren 2013 en 2014 heeft de verbalisant in de grootboekadministratie geen bevestiging gevonden dat de contant gestorte geldbedragen afkomstig zijn uit contant behaalde omzet. [16]
In de systemen van de Belastingdienst was de volgende informatie beschikbaar over D5 Mobile B.V. Over de jaren 2013 en 2014 zou volgens de aangiften omzetbelasting in totaal € 88.346,- aan omzet zijn behaald, en volgens de aangiften vennootschapsbelasting in totaal € 659.801,-. [17]
Neckermann.com Retail B.V. (onder C)
Op bankrekening [nummer] van Neckermann.com Retail B.V. is in totaal € 451.780,- contant gestort en daarnaast is voor in totaal € 211.245,- op deze rekening gestort via een waardetransportbedrijf. [18] De bankrekening is geopend in april 2016 en de bankmutaties zijn ontvangen op 19 december 2016. [19] De rechtbank leidt daaruit af dat het totaalbedrag aan (directe en indirecte) contante stortingen van € 663.025,- in de periode van april tot december 2016 op de bankrekening terecht is gekomen.
Uit het dossier blijkt het volgende over de bestuurders en aandeelhouders van Neckermann.com Retail B.V. in de periode van de contante stortingen. Vanaf de oprichting op 22 januari 2016 is Readen Retail B.V. de bestuurder en enig aandeelhouder van Neckermann.com Retail B.V. [20] RHCO was vanaf 22 december 2015 een van de bestuurders van Readen Retail B.V. en was vanaf 22 januari 2016 grootaandeelhouder van Readen Retail B.V. [21] Verdachte was in 2016 CEO en aandeelhouder van RHCO. [22] De rechtbank leidt hieruit af dat verdachte in de periode van de stortingen indirect aandeelhouder en bestuurder was van Neckermann Retail B.V.
Ten aanzien van Neckerman.com Retail B.V. is geen grootboekadministratie ontvangen.
In de systemen van de Belastingdienst was de volgende informatie beschikbaar over Neckermann.com Retail B.V. Op basis van de aangiften omzetbelasting zou over 2016 een omzet zijn behaald van € 360.276,-. [23] Over een aangifte vennootschapsbelasting over 2016 zijn geen gegevens bekend.
D5 Avenue Ltd. (onder D)
Op bankrekening [nummer] van D5 Avenue Ltd. is tussen 26 februari 2013 en 11 maart 2015 in totaal € 462.790,- aan contant geld gestort, waarvan € 455.640,- in 20132014. [24]
Uit het dossier blijkt het volgende over de bestuurders en aandeelhouders van D5 Avenue Ltd. in de periode van de contante stortingen. Verdachte en D5 Mobile B.V. waren tot 1 februari 2015 twee van de bestuurders (
directors) van D5 Avenue Ltd. [25] D5 Mobile B.V. had van 31 maart 2012 tot 1 februari 2015 alle aandelen van D5 Avenue Ltd. [26] Hiervoor bij D5 Mobile B.V. heeft de rechtbank al vastgesteld dat verdachte in 2013 en 2014 indirect bestuurder en aandeelhouder was van D5 Mobile B.V. De rechtbank leidt hieruit af dat verdachte in 2013 en 2014 (in)direct bestuurder en aandeelhouder was van D5 Avenue Ltd.
Net als de officier van justitie houdt de rechtbank – gelet op de bestuurs- en aandeelhouderwisselingen per 1 februari 2015 – verdachte niet strafrechtelijk verantwoordelijk voor de stortingen die in 2015 hebben plaatsgevonden.
Onderzoek aan de beschikbare administratie (Exact online) van D5 Avenue Ltd. heeft het volgende opgeleverd. De verbalisant heeft in de grootboekadministratie geen bevestiging gevonden dat de in 2013 en 2014 contant gestorte geldbedragen afkomstig zijn uit contant behaalde omzet of opbrengst. [27]
In de systemen van de Belastingdienst was de volgende informatie beschikbaar over D5 Avenue Ltd. Op basis van de aangiften omzetbelasting zou in 2013 en 2014 bij elkaar in totaal € 144.636,- aan omzet zijn behaald, maar op basis van de aangiften vennootschapsbelasting zou de totale omzet over die jaren € 938.640,- zijn geweest. [28]
Yoho Telecom Ltd. (onder E)
Op bankrekening [nummer] van Yoho Telecom Ltd. is in de periode van 29 januari 2013 tot en met 10 februari 2015 in totaal € 350.990,- contant gestort. [29]
Uit het dossier blijkt het volgende over de bestuurders en aandeelhouders van Yoho Telecom Ltd. in de periode van de contante stortingen. Vanaf 1 april 2012 zijn verdachte en Readen Industries Ltd.
Directorsvan Yoho Telecom Ltd. [30] Readen Industries Ltd. is vanaf 1 april 2012 ook enig aandeelhouder van Yoho Telecom Ltd. [31] Deze situatie is op 6 oktober 2015 hetzelfde. [32] Verdachte was in 2013 en 2014 bestuurder van Readen Industries Ltd. en RHCO was in die jaren enig aandeelhouder van Readen Industries Ltd. [33] Verdachte is in 2013 en 2014 CEO en aandeelhouder van RHCO. [34] De rechtbank leidt hieruit af dat verdachte ten tijde van de contante stortingen (in)direct bestuurder en indirect aandeelhouder was van Yoho Telecom Ltd.
Onderzoek aan de beschikbare administratie (Exact online) van Yoho Telecom Ltd. heeft het volgende opgeleverd. De verbalisant heeft in de grootboekrekeningen over 2013 en 2014 geen aanwijzingen gevonden dat de contant gestorte geldbedragen contante omzet als herkomst hebben. Over 2015 is er geen contante omzet of opbrengst geweest die de herkomst kan zijn van de contant gestorte geldbedragen. [35]
In de systemen van de Belastingdienst was de volgende informatie beschikbaar over Yoho Telecom Ltd. In 2013 was de omzet op basis van de aangiften omzetbelasting in totaal € 22.610,- en op basis van de aangiften vennootschapsbelasting was de omzet in 2013 € 22.280,- en in 2014 € 115.716,-. [36] Er waren geen omzetbelastinggegevens bekend over 2014 en 2015 en geen vennootschapsbelastinggegevens over 2015.
Readen Real Estate B.V. (onder F)
Op bankrekening [nummer] van Readen Real Estate B.V. is in de periode van 24 oktober 2013 tot en met 15 oktober 2015 in totaal € 294.325,- aan contant geld gestort. [37]
Uit het dossier blijkt het volgende over de bestuurders en aandeelhouders van Readen Real Estate B.V. in de periode van de contante stortingen. Verdachte was vanaf 4 maart 2014 bestuurder van Readen Real Estate B.V. en Readen Industries Ltd. was in deze hele periode van de contante stortingen de enig aandeelhouder van Readen Real Estate B.V. [38] RHCO was in 2013-2015 aandeelhouder van Readen Industries Ltd. [39] Verdachte was in 2013-2015 CEO en aandeelhouder van RHCO. [40] De rechtbank leidt hieruit af dat verdachte in de periode van de contante stortingen indirect aandeelhouder was van Readen Real Estate B.V. en dat hij daarnaast in de tweede helft ook de bestuurder was van de vennootschap.
Onderzoek aan de beschikbare administratie (Exact online) van Readen Real Estate B.V. heeft het volgende opgeleverd. De verbalisant heeft in de grootboekadministratie geen bevestiging gezien dat de in 2013, 2014 en 2015 contant gestorte geldbedragen afkomstig zijn van contant behaalde omzet. [41]
In de systemen van de Belastingdienst was de volgende informatie beschikbaar over Readen Real Estate B.V. De omzet was op basis van de aangiften omzetbelasting in 2013 € 0,-, in 2014 € 14.812,- en in 2015 € 187.511,-. Op basis van de aangifte vennootschapsbelasting was de omzet in 2014 € 7.708,-. [42] Over de jaren 2013 en 2015 waren er geen vennootschapsbelastinggegevens bekend.
D5Avenue.com B.V. (onder G)
Op bankrekening [nummer] van D5Avenue.com B.V. is in 2016 € 170.140,- aan contant geld gestort en in 2017 € 112.890,-. [43] In totaal is over deze jaren € 283.030,- contant gestort op de rekening van D5Avenue.com B.V.
Uit het dossier blijkt het volgende over de bestuurders en aandeelhouders van D5Avenue.com B.V. in de periode van de contante stortingen. Readen Retail B.V. is vanaf de oprichting op 22 januari 2016 bestuurder en enig aandeelhouder van D5Avenue.com B.V. [44] RHCO was vanaf 22 december 2015 een van de bestuurders van Readen Retail B.V. en was vanaf 22 januari 2016 grootaandeelhouder van Readen Retail B.V. [45] Verdachte was in 2016 CEO en aandeelhouder van RHCO en in 2017 ‘
President, Director’. [46] De rechtbank leidt hieruit af dat verdachte in de periode van de stortingen indirect aandeelhouder en bestuurder was van D5Avenue.com B.V.
Onderzoek aan de beschikbare administratie (Exact online) van D5Avenue.com B.V. heeft het volgende opgeleverd. De verbalisant stelt op basis van de grootboekadministratie over 2017 dat er door D5Avenue.com B.V. in dat jaar een contante omzet is gerealiseerd van € 33.222,-. [47] Dit betekent ook dat voor zover in 2017 meer aan contante geldbedragen is gestort, de contante omzet daarvan niet de herkomst kan zijn. Over het jaar 2016 is geen grootboekadministratie ontvangen.
D5 Constructions B.V. (onder H)
D5 Constructions B.V. is op 30 november 2011 opgericht onder de naam Yomobile B.V. Per 25 februari 2015 is de naam gewijzigd in ON-Mix Music B.V. en met ingang van 7 maart 2017 is D5 Constructions B.V. de naam van deze vennootschap. [48] De rechtbank zal hierna steeds de naam D5 Constructions B.V. gebruiken. [49]
Op bankrekening [nummer] van D5 Constructions B.V. is in 2013 in totaal € 25.910,- aan contant geld gestort. [50] Tussen 20 maart 2014 en 2 november 2015 is in totaal € 360.855,- gestort op de bankrekening van D5 Constructions B.V. [51] In totaal is vanaf 2013 tot en met 2 november 2015 € 386.765,- contant gestort.
Uit het dossier blijkt het volgende over de bestuurders en aandeelhouders van D5 Constructions B.V. in de periode van de contante stortingen. Vanaf 8 augustus 2014 was Yoho Telecom B.V. bestuurder en enig aandeelhouder van D5 Constructions B.V. [52] Verdachte was in de periode van de stortingen de bestuurder en enig aandeelhouder van Yoho Telecom B.V. [53] Yoho Telecom Ltd. was tot 7 mei 2013 bestuurder en enig aandeelhouder van D5 Constructions B.V. [54] Tussen 7 mei 2013 en 8 augustus 2014 was Yoho Telecom Ltd. medeaandeelhouder van D5 Constructions B.V. [55] Hiervoor heeft de rechtbank bij Yoho Telecom Ltd. vastgesteld dat verdachte in 2013 en 2014 (in)direct bestuurder en indirect aandeelhouder was van Yoho Telecom Ltd. De rechtbank leidt hieruit af dat verdachte tijdens de periode van de stortingen de hele tijd (enig) aandeelhouder is geweest van D5 Constructions B.V. en dat hij een groot deel van de periode ook indirect bestuurder was van de bv.
Onderzoek aan de beschikbare administratie (Exact online) van D5 Constructions B.V. heeft het volgende opgeleverd. De verbalisant ziet in de grootboekadministratie over 2013, 2014 en 2015 geen bevestiging dat contant gestort geld contante omzet als herkomst heeft. [56]
In de systemen van de Belastingdienst was de volgende informatie beschikbaar over D5 Constructions B.V. De omzet over de jaren 2014 en 2015 was op basis van de aangiften omzetbelasting in totaal € 14.166,-, terwijl die op basis van de aangiften vennootschapsbelasting over die jaren in totaal € 48.524,- was. [57] Over het jaar 2013 bevat het dossier geen informatie.
Moho Telecom Ltd. (onder I)
Op bankrekening [nummer] van Moho Telecom Ltd. wordt tussen 27 augustus 2013 en 11 december 2014 in totaal € 236.450,- aan contant geld gestort. [58]
Uit het dossier blijkt het volgende over de bestuurders en aandeelhouders van Moho Telecom Ltd. in de periode van de contante stortingen (2013-2014). Verdachte was bestuurder van Moho Telecom Ltd. [59] Readen Industries Ltd. was enig aandeelhouder van Moho Telecom Ltd. [60] Verdachte was bestuurder van Readen Industries Ltd. en RHCO was in die jaren enig aandeelhouder van Readen Industries Ltd. [61] Verdachte was CEO en aandeelhouder van RHCO. [62] De rechtbank leidt hieruit af dat verdachte in de periode van de stortingen bestuurder en indirect aandeelhouder was van Moho Telecom Ltd.
Onderzoek aan de beschikbare administratie (Exact online) van Moho Telecom Ltd. heeft het volgende opgeleverd. De verbalisant heeft geen bevestiging gevonden dat de contante stortingen in 2013 en 2014 contant behaalde omzet als herkomst hebben. [63]
In de systemen van de Belastingdienst was de volgende informatie beschikbaar over Moho Telecom Ltd. Volgens de aangiften vennootschapsbelasting was de omzet in 2014 € 10.000,- en was er in 2013 € 62.045 aan overige opbrengsten, maar was er geen omzet behaald. [64] Bij de Belastingdienst is geen informatie bekend over aangiften omzetbelasting.
Readen Retail B.V. (onder J)
Op bankrekening [nummer] van Readen Retail B.V. is in de periode van 11 maart tot en met 23 december 2015 in totaal € 208.120,- contant gestort. [65]
Uit het dossier blijkt het volgende over de bestuurders en aandeelhouders van Readen Retail B.V. in de periode van de contante stortingen. Verdachte was tot en met 23 december 2015 bestuurder van Readen Retail B.V. en tot 22 december 2015 enig aandeelhouder. Vanaf 22 december 2015 was RHCO enig aandeelhouder. Verdachte was CEO en aandeelhouder van RHCO. [66] De rechtbank leidt hieruit af dat verdachte ten tijde van de stortingen bestuurder en (indirect) aandeelhouder was van Readen Retail B.V.
Onderzoek aan de beschikbare administratie (Exact online) van Readen Retail B.V. heeft het volgende opgeleverd. De verbalisant heeft op basis van de grootboekadministratie niet kunnen vaststellen dat in 2015 sprake was van omzet en/of opbrengsten, en dus ook niet van contante omzet of opbrengsten. [67] Contante omzet kan dan ook niet de herkomst zijn geweest van de contant gestorte geldbedragen.
In de systemen van de Belastingdienst was de volgende informatie beschikbaar over Readen Retail B.V. De omzet op basis van de aangiften omzetbelasting was in 2015 € 0,- en er waren geen gegevens over de aangiften vennootschapsbelasting. [68]
Readen Infra B.V. (onder L)
Op bankrekening [nummer] van Readen Infra B.V. is in de periode van 6 maart tot en met 10 september 2015 in totaal € 105.320,- aan contant geld gestort. [69]
Uit het dossier blijkt het volgende over de bestuurders en aandeelhouders van Readen Infra B.V. in de periode van de contante stortingen. Readen Real Estate B.V. was in de periode van de stortingen bestuurder en enig aandeelhouder. [70] Verdachte was heel 2015 bestuurder van Readen Real Estate B.V. en Readen Industries Ltd. was heel 2015 enig aandeelhouder. [71] In 2015 was RHCO aandeelhouder van Readen Industries Ltd. en verdachte bestuurder. [72] Verdachte was CEO en aandeelhouder van RHCO. [73] De rechtbank leidt hieruit af dat verdachte ten tijde van de stortingen indirect bestuurder en aandeelhouder was van Readen Infra B.V.
Ten aanzien van Readen Infra B.V. is geen grootboekadministratie ontvangen.
In de systemen van de Belastingdienst was de volgende informatie beschikbaar over Readen Infra B.V. In 2015 was de omzet op basis van de aangiften omzetbelasting € 0,-. [74] Over 2015 zijn er geen gegevens over de aangifte vennootschapsbelasting.
Handel in beltegoedkaarten
Verdachte heeft in een krantenartikel uit 2017 opgemerkt dat de handel in beltegoedkaarten in die jaren heel veel contant geld opleverde (DOC-124). Naar aanleiding daarvan heeft de FIOD onderzoek gedaan naar de mogelijke handel in beltegoedkaarten en de daarmee contant ontvangen omzet. In de grootboekadministraties van de verschillende vennootschappen is voor 2013 € 73.977,- aan omzet geboekt die vermoedelijk in relatie staat tot beltegoedkaarten en in 2014 € 153.755,-. Van deze totale € 227.732,- is € 10.774,- per kas ontvangen. [75]
Verklaringen over het storten van geld
Door verschillende betrokkenen in het dossier is verklaard over het storten van gelden op bankrekeningen van bedrijven die in dit onderzoek zijn onderzocht. [naam 1] heeft verklaard dat hij contant geld kreeg van verdachte en de opdracht kreeg om dat te storten (op de rekening van D5 Avenue Ltd.) [naam 1] heeft verklaard dat ook verdachte zelf contante geldstortingen deed. [76] Ook [naam 2] heeft verklaard dat zij van verdachte de opdracht kreeg geld te storten (op de bankrekening van D5 Avenue). [77] De rechtbank leidt hieruit af dat verdachte zelf contant geld heeft gestort, maar dat hij ook aan anderen gevraagd heeft om voor hem contant geld te storten op de bankrekening van een of meer van zijn bedrijven.
Belastinggegevens verdachte
Uit de gegevens van de Belastingdienst zijn de volgende financiële gegevens van verdachte bekend. In de jaren 2013-2016 had verdachte een verzamelinkomen (box 1) van tussen de € 10.944,- en € 44.520,- per jaar en waren over het inkomen uit aanmerkelijk belang (box 2) en vermogen (box 3) geen gegevens bekend. [78]
Vermoeden van witwassen
De rechtbank vindt dat sprake is van een gerechtvaardigd vermoeden van witwassen voor wat betreft de contante geldbedragen die in de tenlastelegging onder A tot en met J en L worden genoemd. De rechtbank beperkt daarbij wel de bedragen onder B (tot € 926.790,-) en D (tot € 455.640,-) tot de stortingen in 2013 en 2014, gelet op de beperkte formele rol die verdachte bij deze vennootschappen in 2015 heeft gehad. De rechtbank beperkt tot slot het bedrag onder G (tot € 249.808,-), omdat tot een bedrag van € 33.222,- een legaal verkregen omzet als herkomst onvoldoende kan worden uitgesloten. In totaal ziet het witwasvermoeden op een bedrag van € 5.238.498,‑.
Aan dit witwasvermoeden ligt in de eerste plaats ten grondslag het totaal aan stortingen van contant geld per onderdeel van de tenlastelegging, waarbij de aanwezigheid van meerdere ‘verdachte bankrekeningen’ in diezelfde periode, waarvoor verdachte steeds ook als (indirect) bestuurder en/of (indirect) aandeelhouder beschikkingsmacht heeft, het witwasvermoeden versterkt.
Het witwasvermoeden wordt daarnaast versterkt doordat de gegevens die bij de Belastingdienst bekend zijn over verdachte en over de bedrijven geen verklaring kunnen bieden voor contant gestorte geldbedragen. Ook de onderzochte grootboekadministraties – voor zover de FIOD daarover kon beschikken – bieden geen verklaring voor de herkomst van de contant gestorte geldbedragen. De mogelijke verklaring dat het contante geld afkomstig zou zijn uit de omzet in beltegoedkaarten, past niet bij de bevindingen op basis van het onderzoek aan de grootboekadministraties. Die verklaring verzwakt het vermoeden van witwassen dus niet.
Ook de omstandigheid dat in het bedrijfspand op het adres [adres bedrijfspand] onder verdachte een vuurwapen met bijpassende munitie is aangetroffen (zie feit 2) draagt bij aan het vermoeden van witwassen. Ook omdat op dit adres verschillende van de in de tenlastelegging genoemde bedrijven ingeschreven hebben gestaan (D5Avenue.com B.V., Readen Retail, D5 Constructions B.V., Readen Real Estate B.V. en Readen B.V.). [79]
Geen witwasverklaring verdachte
Verdachte heeft zich tijdens zijn verhoren in 2017 en 2018 hoofdzakelijk op zijn zwijgrecht beroepen. In 2022 heeft de raadsman van verdachte een begin van een schriftelijke verklaring aan de rechter-commissaris toegezonden. Voor zover verdachte een verklaring heeft afgelegd, is geen sprake van een concrete, verifieerbare en niet hoogst onwaarschijnlijke verklaring.
Conclusie feit 1
De rechtbank vindt bewezen dat verdachte een totaalbedrag van € 5.238.498,- heeft witgewassen. Gelet op het vastgestelde vermoeden van witwassen en het ontbreken van een concrete, verifieerbare en niet op voorhand hoogst onwaarschijnlijke verklaring van verdachte hierover kan het niet anders zijn dan dat deze geldbedragen uit misdrijf afkomstig waren en dat verdachte dit wist.
Verdachte heeft al dan niet samen met een of meer anderen van deze geldbedragen verhuld wat de herkomst is en deze geldbedragen voorhanden gehad en/of overgedragen en/of omgezet en/of doen omzetten. Voor zover verdachte deze geldbedragen zelf heeft gestort is sprake geweest van plegen en voor zover anderen dit hebben gedaan, is sprake van (het als functionele dader) medeplegen.
Gelet op de duur van de witwashandelingen, het aantal stortingen en de totale omvang van de stortingen is sprake van gewoontewitwassen.
3.2.2.
Feit 2 (vuurwapen en munitie)
De rechtbank gaat op grond van de wettige bewijsmiddelen van de volgende feiten en omstandigheden uit. [80]
Op 4 december 2017 is het bedrijfspand op het adres [adres bedrijfspand] doorzocht. In een bureaulade van een bureau dat door [verdachte] was aangewezen als zijn bureau, is een pistool aangetroffen. In de houder van het pistool zaten patronen. In een kast in diezelfde ruimte is een sok aangetroffen waarin munitie (patronen) zat. [81] Het vuurwapen met munitie en de munitie uit de sok zijn in beslag genomen. [82]
Het vuurwapen is onderzocht en het betreft een pistool van het merk Radom, model Vis-35, kaliber 9x19mm. De munitie, acht patronen uit het wapen en negen patronen uit de sok, is onderzocht en het betreft scherpe patronen van het kaliber 9x19mm. De verbalisant heeft het pistool en de munitie gekwalificeerd als een categorie III-vuurwapen en categorie IIImunitie. [83]
De rechtbank vindt bewezen dat verdachte het vuurwapen en de munitie voorhanden heeft gehad op de dag van de doorzoeking, nu het wapen in zijn bureaulade is aangetroffen en de kast waarin munitie is gevonden in dezelfde kamer stond als het bureau van verdachte.

4.Bewezenverklaring

De rechtbank vindt bewezen dat verdachte
Feit 1 primair
in de periode van 1 januari 2013 tot en met 31 december 2017 in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
van een geldbedrag van in totaal € 5.238.498, bestaande uit:
- A. een geldbedrag van in totaal € 1.361.265, en
- B. een geldbedrag van in totaal € 926.790, en
- C. een geldbedrag van in totaal € 663.025, en
- D. een geldbedrag van in totaal € 455.640, en
- E. een geldbedrag van in totaal € 350.990, en
- F. een geldbedrag van in totaal € 294.325, en
- G. een geldbedrag van in totaal € 249.808, en
- H. een geldbedrag van in totaal € 386.765, en
- I. een geldbedrag van in totaal € 236.450, en
- J. een geldbedrag van in totaal € 208.120, en
- L. een geldbedrag van in totaal € 105.320,
de herkomst heeft verhuld
en
voornoemd geldbedrag voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen en/of heeft omgezet en/of doen omzetten,
terwijl hij, verdachte, en/of zijn mededader(s), althans hij verdachte alleen, wist(en), dat voornoemd geldbedrag geheel of gedeeltelijk - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was uit enig misdrijf en hij, verdachte, en/of zijn mededader(s), althans hij verdachte, van dat witwassen een gewoonte heeft/hebben gemaakt;
Feit 2
op 4 december 2017 te Naarden, een wapen van categorie III, te weten een pistool (van het merk Radom, model Vis-35, kaliber 9x19 mm categorie III) en munitie van categorie III voorhanden heeft gehad.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten staan, zijn deze verbeterd. Verdachte is hierdoor niet in de verdediging geschaad.

5.Bewijs

De rechtbank baseert haar overtuiging dat verdachte de bewezen feiten heeft begaan op de feiten en omstandigheden in de bewijsmiddelen. Die bewijsmiddelen zijn opgenomen in (de voetnoten bij) rubrieken 3.2.1.4 en 3.2.2.

6.Strafbaarheid van de feiten

De bewezen geachte feiten zijn volgens de wet strafbaar. Het bestaan van een rechtvaardigingsgrond is niet aannemelijk geworden.

7.Strafbaarheid van verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8.Motivering van de straf

8.1.
Eis van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte voor de door haar bewezen geachte feiten zal worden veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van achttien maanden.
8.2.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank legt aan verdachte een onvoorwaardelijke gevangenisstraf op van achttien maanden.
Verdachte heeft zich gedurende vijf jaar schuldig gemaakt aan het op grote schaal witwassen van in totaal € 5.238.498,- door deze geldbedragen op de bankrekeningen van zijn bedrijven te (laten) storten, waarmee de witgewassen geldbedragen ook terecht zijn gekomen in het handelsverkeer. Dit maakt in het bijzonder dat verdachte met zijn handelen de (legale) economie heeft ondermijnd. Daarnaast heeft verdachte een vuurwapen met bijpassende munitie voorhanden gehad.
Gelet op de hoogte van het witwasbedrag en de oriëntatiepunten van het LOVS (die bij een benadelingsbedrag vanaf één miljoen euro een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 24 maanden of meer noemen), is alleen een forse onvoorwaardelijke gevangenisstraf gepast. Daarnaast rechtvaardigt het vuurwapenfeit op zichzelf eveneens het opleggen van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf.
In strafmatigende zin houdt de rechtbank rekening met de slechte gezondheidssituatie van verdachte en de omstandigheid dat verdachte – al dan niet in het verlengde van deze strafzaak – inmiddels persoonlijk failliet is verklaard.
De rechtbank houdt ook rekening met de forse overschrijding van de redelijke termijn. Verdachte is in december 2017 aangehouden en in verzekering gesteld en de rechtbank doet ruim vijf jaar later in januari 2023 uitspraak. De gebruikelijke redelijke termijn van twee jaar is daarmee met ruim drie jaar overschreden, wat hoogstens tot op zekere hoogte is toe te rekenen aan de complexiteit van het onderzoek en/of de procesopstelling van verdachte. Al is de keuze van verdachte om tijdens de schorsing van de voorlopige hechtenis opnieuw te emigreren naar Hongkong, terwijl hij vanwege zijn gezondheid niet (meer) in staat bleek om terug naar Nederland te reizen, niet bevorderlijk geweest voor de voortgang van het onderzoek.
Gelet op het voorgaande ziet de rechtbank geen aanleiding om af te wijken van de eis van de officier van justitie en zal de rechtbank die straf aan verdachte opleggen.

9.Beslag

Onder verdachte zijn schriftelijke bescheiden (administratie) in beslag genomen. De officier van justitie heeft geconcludeerd tot teruggave aan verdachte en ook de rechtbank ziet geen reden om de in beslag genomen voorwerpen niet aan verdachte terug te geven. De rechtbank zal daarom bepalen dat het in beslag genomen voorwerp aan verdachte teruggegeven zal worden.

10.Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straffen zijn gegrond op de artikelen 47, 57 en 420ter (oud) van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 26 en 55 van de Wet wapens en munitie.

11.Beslissing

De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.
Verklaart bewezen dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 4. is vermeld.
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Het bewezen verklaarde levert op:
Ten aanzien van feit 1 primair
Medeplegen van gewoontewitwassen.
Ten aanzien van feit 2
Handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie, begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie III;
en
Handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie.
Verklaart het bewezene strafbaar.
Verklaart verdachte,
[verdachte], daarvoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van
18 (achttien) maanden.
Gelast de teruggave aan verdachte van:
1. STK Administratie
stortingsbewijzen KBC
2 1.00 STK Administratie
Esportswall Reciprocal Nondisclosure Agreement
Dit vonnis is gewezen door
mr. C.M. Berkhout, voorzitter,
mrs. G.M. van Dijk en M. Smit, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. C. Wolswinkel, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 30 januari 2023.

Voetnoten

1.Voor zover niet anders vermeld, wordt in de hierna volgende voetnoten telkens verwezen naar bewijsmiddelen die zich in het aan deze zaak ten grondslag liggende dossier bevinden, volgens de in dat dossier toegepaste nummering. Tenzij anders vermeld, gaat het daarbij om processen-verbaal, in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren. De met DOC aangeduide bewijsmiddelen zijn geschriften.
2.DOC-123, pag. 002596-002596B.
3.AMB-122, pag. 000644.
4.DOC-078, pag. 002508-002509.
5.DOC-079, pag. 002510-002511.
6.AMB-012, pag. 000272-000273.
7.AMB-070, pag. 000465.
8.AMB-141, pag. 000692.
9.AMB-123, pag. 000646.
10.DOC-097, pag. 002547 en AMB-134, pag. 000672-000673.
11.DOC-005, pag. 002133-002134.
12.DOC-086, pag. 002524.
13.OPV Moho Telecom Ltd., pag. 000145.
14.AMB-133, pag. 000671.
15.AMB-012, pag. 000272.
16.AMB-092, pag. 000508-000510 (2013) en 000510-000515 (2014).
17.AMB-079, pag. 000478.
18.AMB-055, pag. 000403.
19.BOB-022b, pag. 000880.
20.DOC-050, pag. 002268-002269.
21.AMB-084, pag. 000488.
22.AMB-012, pag. 000273.
23.AMB-082, pag. 000485.
24.DOC-122, pag. 002595.
25.DOC-024, pag. 002190-002191.
26.DOC-021, pag. 002178, en DOC-008, pag. 002141.
27.AMB-108, pag. 000591 (2013) en 000592 (2014).
28.AMB-086, pag. 000494.
29.DOC-121, pag. 002594.
30.DOC-031, pag. 002219, en DOC-032, pag. 002221.
31.DOC-033, pag. 002227.
32.DOC-039, pag. 002250-002252.
33.AMB-133, pag. 000671.
34.AMB-012, pag. 000272.
35.AMB-099, pag. 000543-000544 (2013), 000544-000546 (2014) en 000547 (2015).
36.AMB-085, pag. 000491.
37.AMB-116, pag. 000622-000623.
38.DOC-084, pag. 002521.
39.OPV Readen Real Estate B.V., pag. 000111.
40.AMB-012, pag. 000272-273.
41.AMB-100, pag. 000550 (2013), 000551-000553 (2014) en 000553-000555 (2015).
42.AMB-120, pag. 000640.
43.AMB-136, pag. 000678.
44.DOC-137, pag. 002653-002654.
45.AMB-084, pag. 000488.
46.AMB-012, pag. 000273.
47.AMB-109, pag. 000597.
48.DOC-074, pag. 002499.
49.In het dossier is omwille van de leesbaarheid in verschillende processen-verbaal steeds de naam D5 Constructions B.V. gebruikt, ook als het proces-verbaal op dat punt betrekking had op de periode waarin de bv statutair Yomobile B.V. of ON-Mix Music B.V. heette. In andere processen-verbaal is steeds de naam ON-Mix Music B.V. gebruikt als het proces-verbaal betrekking had op de periode voor of na het gebruik van die naam als statutaire naam.
50.AMB-118, pag. 000635.
51.DOC-119, pag. 002592.
52.DOC-004, pag. 002131.
53.DOC-075, pag. 002502-002503.
54.DOC-074, pag. 002500-002501.
55.Een geschrift, V002-10, bijlage 18.37, pag. 03314.
56.AMB-102, pag. 000563 (2013), 000567 (2014) en 000569 (2015).
57.AMB-083, pag. 000487.
58.AMB-128, pag. 000654-000655.
59.DOC-086, pag. 002524.
60.OPV Moho Telecom Ltd., pag. 000145.
61.AMB-133, pag. 000671.
62.AMB-012, pag. 000272.
63.AMB-107, pag. 000586 (2013) en 000587 (2014).
64.AMB-140, pag. 000685.
65.DOC-120, pag. 002593.
66.AMB-012, pag. 000272-000273.
67.AMB-105, pag. 000579.
68.AMB-121, pag. 000642.
69.DOC-098, pag. 002548.
70.DOC-082, pag. 002516.
71.DOC-084, pag. 002521.
72.OPV Readen Real Estate B.V., pag. 111.
73.AMB-012, pag. 000272-000273.
74.AMB-124, pag. 000648.
75.AMB-101, pag. 000558.
76.V004-04, pag. 001445.
77.G004-01, pag. 001662.
78.AMB-145, pag. 000697.
79.AMB-001a, pag. 000224.
80.Voor zover niet anders vermeld, wordt in de hierna volgende voetnoten telkens verwezen naar bewijsmiddelen die zich in het aan deze zaak ten grondslag liggende dossier bevinden, volgens de in dat dossier toegepaste nummering. Tenzij anders vermeld, gaat het daarbij om processen-verbaal, in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
81.IBN-005, pag. 001722 en 001725, en een geschrift, INB-005g, pag. 001817.
82.Een geschrift, een Kennisgeving van inbeslagneming, registratienummer PL0900-2017366332-3 (losbladig).
83.Een geschrift (kopie van een proces-verbaal), AMB-150, pag. 000741-000742.