ECLI:NL:RBAMS:2023:3496
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van een rechtspersoon in een witwaszaak met betrekking tot onroerend goed
Op 26 mei 2023 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in de zaak tegen [bedrijf], dat beschuldigd werd van het medeplegen van witwassen in de periode van 1 augustus 2007 tot en met 19 december 2019. De rechtbank heeft het onderzoek ter terechtzitting gevoerd op 7 maart 2023, 9 maart 2023 en 26 mei 2023. De officier van justitie, mr. J.J.J. Schutte, heeft gevorderd tot bewezenverklaring van het tenlastegelegde en verbeurdverklaring van een inbeslaggenomen registergoed. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de tenlastelegging niet bewezen is. De rechtbank overweegt dat een rechtspersoon als dader van een strafbaar feit kan worden aangemerkt, mits de verweten gedraging in redelijkheid aan de rechtspersoon kan worden toegerekend. In dit geval is vastgesteld dat de gedragingen niet in de sfeer van de rechtspersoon hebben plaatsgevonden, aangezien [bedrijf] pas op 24 augustus 2010 is opgericht, ruim na de beginperiode van het tenlastegelegde. De rechtbank concludeert dat er geen sprake is van strafrechtelijke aansprakelijkheid van [bedrijf] en spreekt de rechtspersoon vrij van het tenlastegelegde. Tevens is er een inbeslaggenomen onroerend goed, maar de rechtbank neemt in deze zaak geen verdere beslissing op het beslag, aangezien in de zaak van medeverdachte [medeverdachte 1] al verbeurdverklaring is uitgesproken.