Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
nu gedetineerd in [detentieplaats] .
1.Onderzoek ter zitting
mr. L. Bertels en van wat verdachte en zijn raadsman mr. I. Baardman, en reclasseringswerker [naam 1] , naar voren hebben gebracht.
2.Beschuldiging
primair:diefstal van een auto toebehorend aan [bedrijf] en/of [naam 2] door middel van valse sleutels;
bijlagedie aan dit vonnis is gehecht en geldt als hier ingevoegd.
3.Waardering van het bewijs
“Ik ga een geweer halen en dan maak ik jullie allemaal dood”, en de indringende en beangstigende wijze waarop deze woorden volgens aangeefster en de getuigen werden geuit, zijn deze uitlatingen van dien aard en onder zodanige omstandigheden geuit dat bij aangeefster in redelijkheid de vrees kon ontstaan dat het misdrijf waarmee werd gedreigd, (later) daadwerkelijk zou worden uitgevoerd. Gelet op het voorgaande heeft verdachte bewust de aanmerkelijke kans aanvaard dat hij bij aangeefster de redelijke vrees zou opwekken dat zij (later) het leven zou verliezen. Dat verdachte al dan niet daadwerkelijk het voornemen had om de bedreigingen te realiseren, is daarvoor niet vereist.
5.Bewijs
6.Strafbaarheid van de feiten
7.Strafbaarheid van verdachte
8.Oplegging van voorwaardelijke maatregel en bijkomende straf
ISD-maatregel op te leggen, maar in plaats daarvan een deels voorwaardelijke straf op te leggen en aan het voorwaardelijk deel de door de reclassering geadviseerde bijzondere voorwaarden te koppelen. Daartoe is betoogd dat niet is voldaan aan de zachte ISD-criteria, omdat verdachte sinds december 2022 en daarmee vóórdat hij werd aangehouden voor de feiten in zaak A vrijwillig wordt begeleid vanuit de Top600-aanpak en hij daarmee heeft laten zien dat hij openstaat voor hulp en begeleiding.
[slachtoffer] daadwerkelijk voor haar leven heeft gevreesd. In deze zaak is de voorlopige hechtenis van verdachte geschorst. Tijdens deze schorsing heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan diefstal van een auto door middel van een valse sleutel. Dit is een hinderlijk strafbaar feit, dat overlast veroorzaakt en verdachte heeft daarmee het vertrouwen dat aangever [naam 2] in hem had door hem een lift te geven, beschadigd. Daarnaast heeft verdachte als bestuurder van die auto gevaarlijk op de weg gereden, door onder invloed van alcohol te verkeren en te rijden met hoge snelheid, tegen het verkeer in, slingerend en niet voldoende rechts houdend, terwijl verdachte bovendien niet beschikte over een rijbewijs. Verdachte heeft zich daarmee volstrekt onverantwoordelijk gedragen op de weg. Hij heeft onaanvaardbare risico’s genomen en de verkeersveiligheid in gevaar gebracht. Het is een gelukkige omstandigheid dat verdachte geen ongeluk heeft veroorzaakt.
ISD-maatregel een zware maatregel zou zijn, is voor de reclassering van ondergeschikt belang. De reclassering gaat uit van de mogelijkheden die zij nog kunnen aanwenden om verdachte te stimuleren en vindt een stevig pakket aan bijzondere voorwaarden noodzakelijk. De reclassering adviseert daarom aan verdachte de voorwaardelijke ISD-maatregel op te leggen. Dit wordt gezien als een laatste kans. Indien verdachte recidiveert of zich niet aan de voorwaarden houdt, zal worden geadviseerd de voorwaardelijke ISD-maatregel om te zetten naar een onvoorwaardelijke ISD-maatregel.
“Richtlijn voor Strafvordering bij meerderjarige veelplegers” van het Openbaar Ministerie stelt. Verdachte is een zeer actieve veelpleger, tegen wie over een periode van vijf jaar processen-verbaal zijn opgemaakt voor meer dan tien misdrijven, waarvan ten minste één in de laatste twaalf maanden, terug te rekenen vanaf de pleegdatum van het laatst gepleegde feit.
LOVS-oriëntatiepunten die de rechtbanken met elkaar hebben vastgesteld, wordt voor het rijden in een auto onder invloed van 790 microgram alcohol een ontzegging van de rijbevoegdheid voor de duur van zeven maanden als uitgangspunt genomen. Nu de rechtbank aan verdachte de voorwaardelijke ISD-maatregel oplegt, zal de rechtbank in afwijking van de vordering van de officier van justitie de ontzegging van de rijbevoegdheid voor de duur van zeven maanden in geheel voorwaardelijke vorm opleggen, met een proeftijd van twee jaar.
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Beslissing
[verdachte], daarvoor strafbaar.
zaak B
maatregel tot plaatsing in een inrichting voor stelselmatige dadersvoor de duur van
2 (twee) jaar.
niet ten uitvoerzal worden gelegd, tenzij later anders wordt gelast.
proeftijdvan
2 (twee)jaar vast.
algemeneen
bijzondere voorwaarden.
Wet op de identificatieplicht ter inzage zal aanbieden.
meldplicht. Veroordeelde meldt zich binnen vijf werkdagen na het ingaan van de proeftijd bij Reclassering Nederland op het adres [adres reclassering] . Veroordeelde blijft zich melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt om het reclasseringstoezicht uit te voeren;
ambulante behandeling (met mogelijkheid tot kortdurende klinische opname). Veroordeelde werkt mee aan diagnostiek en laat zich behandelen door Inforsa of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling start zodra een intakegesprek heeft plaatsgevonden. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Gelet op de problematiek kan hieronder ook het innemen van medicijnen vallen, als de zorgverlener dat nodig vindt. Bij een terugval in middelengebruik of verslechtering van het psychiatrische ziektebeeld kan de reclassering een indicatiestelling aanvragen voor een kortdurende opname voor (crisisbehandeling, detoxificatie, stabilisatie, observatie of diagnostiek). Als de voor indicatie verantwoordelijke instantie een kortdurende opname indiceert, zal veroordeelde zich, na goedkeuring door de rechter, laten opnemen in een zorginstelling voor zeven weken of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. De justitiële instantie die verantwoordelijk is voor plaatsing in forensische zorg, bepaalt in welke zorginstelling de opname plaatsvindt. Veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorginstelling geeft voor de behandeling. Gelet op de problematiek kan hieronder ook het innemen van medicijnen vallen, als de zorginstelling dat nodig vindt;
begeleid wonen of maatschappelijke opvang. Veroordeelde verblijft bij Indaad of een andere instelling voor beschermd wonen of maatschappelijke opvang, te bepalen door de reclassering. Het verblijf start zodra er een woonplek beschikbaar is. Het verblijf duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Veroordeelde houdt zich aan de huisregels en het dagprogramma dat de instelling in overleg met de reclassering voor hem heeft opgesteld;
4.drugsverbodVeroordeelde gebruikt geen drugs
5.alcoholverbodVeroordeelde gebruikt geen alcohol
dagbesteding. Veroordeelde spant zich in voor het vinden en behouden van betaald werk, onbetaald werk en/of vrijetijdsbesteding, met een vaste structuur. De dagbesteding draagt bij aan het voorkomen van delictgedrag;
meewerken aan schuldhulpverlening. Veroordeelde werkt mee aan het aflossen van zijn schulden en het treffen van afbetalingsregelingen, ook als dit inhoudt meewerken aan schuldhulpverlening in het kader van de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen. Veroordeelde geeft de reclassering inzicht in zijn financiën en schulden;
meewerken aan middelencontrole. Veroordeelde werkt mee aan controle van het gebruik van alcohol en softdrugs om het middelengebruik te beheersen. De reclassering kan urineonderzoek en ademonderzoek (blaastest) gebruiken voor de controle. De reclassering bepaalt hoe vaak veroordeelde wordt gecontroleerd;
begeleiding door IFA. Veroordeelde laat zich begeleiden en heeft contact met zijn IFA coach, zolang als de reclassering dit nodig vindt.
feit 2
bevoegdheid motorrijtuigen te besturenvoor de tijd van
7 (zeven) maanden.
niet ten uitvoerzal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten.
proeftijd, die wordt gesteld op
2 (twee) jaar.
algemene voorwaardedat veroordeelde zich vóór het einde van de proeftijd niet aan een strafbaar feit schuldig zal maken.
feit 3en
feit 4
geen straf of maatregelwordt opgelegd.