9.3Oordeel van de rechtbank
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen maatregel gelet op de aard en de ernst van wat bewezen is verklaard, de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon en de omstandigheden van de verdachte zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Aard en ernst van de feiten
Verdachte heeft zich in het centrum van Amsterdam schuldig gemaakt aan poging tot afpersing en bedreiging met zware mishandeling van een winkelend echtpaar. Verdachte heeft eerst gebedeld om eten en geld en toen hij in zijn ogen te weinig geld kreeg van de man, geprobeerd het horloge van die man te stelen en de kleding van de man doorzocht. Daarna heeft hij stekende bewegingen gemaakt met een stuk van een afgebroken fles in de richting van dat echtpaar en de aankopen van dat echtpaar besmeurd met zijn bloed. Dit zijn niet alleen vervelende, maar ook intimiderende feiten. Met zijn handelen heeft verdachte de slachtoffers een zeer onveilig gevoel gegeven, en heeft hij bijgedragen aan algemene gevoelens van onveiligheid in de samenleving die dergelijke delicten met zich mee brengen. Ten slotte geeft verdachte, na te zijn aangehouden een politiemotor omgetrapt, waardoor die motor is beschadigd. Hiermee geeft verdachte blijk geen respect te hebben voor de eigendommen van anderen. Verdachte was tijdens deze gebeurtenissen onder invloed van alcohol.
Persoon van verdachte
De rechtbank heeft kennisgenomen van het reclasseringsadvies van het Leger des Heils, Jeugdbescherming & Reclassering te Amsterdam van 18 april 2023, opgemaakt door [naam 2] , reclasseringswerker. Dit rapport houdt – zakelijk weergegeven – onder meer het volgende in:
De heer [verdachte] verblijft momenteel onrechtmatig in Nederland. Rapporteur heeft contact gehad met Dienst Terugkeer & Vertrek, regievoerder mevrouw [naam 3] . Zij heeft aangegeven dat betrokkene dient terug te keren naar zijn land van herkomst, waarbij betrokkene heeft aangegeven dat dit [geboorteland] is. Nu hij niet over een geldig reisdocument beschikt, zal er een Laissez Passer aanvraag worden opgestart bij de [land van herkomst] autoriteiten. Dit betreft de vijfde vertrekprocedure. Het is ons onbekend waardoor eerdere vertrekprocedures niet zijn geslaagd. Aan een hulpverlenings-traject en/of een drangtraject kan in Nederland geen inhoud worden gegeven. Dientengevolge voldoet de heer [verdachte] aan de zachte ISD-criteria, waardoor hij in aanmerking kan komen voor het programma van de ISD. Zijn enige toekomstperspectief, vanwege zijn onrechtmatige verblijfstatus, ligt momenteel buiten Nederland. Betrokkene zal dan ook geplaatst worden op een ISD-VRIS (Vreemdelingen In Strafrecht) afdeling in [detentieplaats 2] . Dat hij niet in gesprek wil met de reclassering maakt ook dat hij voldoet aan de zachte ISD-criteria. Betrokkene kan in de
ISD-VRIS gebruik maken van het intramurale zorgaanbod en er kunnen in het land van herkomst mogelijk de nodige sociaal-maatschappelijke en/of medische zaken worden georganiseerd ten behoeve van een geslaagde terugkeer. De ISD-maatregel is een Nederlandse maatregel die bij vertrek zal worden opgeheven. De organisatie en termijn van het vertrek is mede afhankelijk van de ontvankelijkheid en medewerkingsbereidheid van betrokkene. Daarmee heeft de heer [verdachte] enige mate van invloed op de duur van zijn maatregel. Indien betrokkene niet meewerkt aan repartiering binnen de ISD-maatregel, dan heeft de ISD-maatregel de functie van het tijdelijk beschermen van de samenleving. Verdachte weigerde om in gesprek te gaan met de reclassering. Voornoemd advies is daarom enkel gebaseerd op dossier- en referenteninformatie.
De rechtbank heeft op de zitting van 3 mei 2023 telefonisch [naam 1] , werkzaam als reclasseringsmedewerker bij Leger des Heils Jeugdbescherming & Reclassering te Amsterdam, als deskundige gehoord. De deskundige heeft de informatie uit het reclasseringsrapport bevestigd.
De deskundige heeft verder toegelicht dat het nooit de insteek van de reclassering is om een ISD-maatregel te adviseren om uitzetting van een verdachte te bewerkstelligen. In dit geval weigert verdachte om in gesprek te gaan met de reclassering, waardoor het onduidelijk is waar het strafbare gedrag van verdachte uit voortvloeit. De ISD-maatregel heeft in deze zaak daarom als functie het tijdelijk beschermen van de samenleving. Een bijkomend doel is dat tijdens de ISD-maatregel kan worden gewerkt aan het in gang zetten van de terugkeerprocedure. Verdachte heeft meermalen tevergeefs een laissez-passer aangevraagd. De reclassering rapporteert vaker over verdachten die niet uitzetbaar zijn, omdat het land van herkomst hen niet terugneemt. Toch adviseert de reclassering in dergelijke gevallen – wanneer geen hulpverlening kan worden ingezet maar wel aan de geldende criteria is
voldaan – oplegging van de ISD-maatregel, omdat er geen passend alternatief voorhanden is.
De rechtbank stelt vast dat verdachte voor de bewezen geachte feiten voldoet aan de harde criteria die artikel 38m van het Wetboek van Strafrecht stelt. Hiervoor is bewezen verklaard dat verdachte misdrijven heeft begaan waarvoor voorlopige hechtenis is toegelaten. Uit het uittreksel Justitiële Documentatie (strafblad) van 3 mei 2023 blijkt dat verdachte gedurende de vijf jaren voorafgaand 29 januari 2023 meer dan drie keer wegens een misdrijf onherroepelijk is veroordeeld tot een gevangenisstraf, terwijl de in dit vonnis bewezen verklaarde feiten zijn begaan na tenuitvoerlegging van deze straffen en er, zoals blijkt uit het hiervoor genoemde reclasseringsadvies, ernstig rekening mee moet worden gehouden dat de verdachte wederom een misdrijf zal begaan.
Blijkens het strafblad van verdachte is ook voldaan aan de eisen die de
“Richtlijn voor Strafvordering bij meerderjarige veelplegers” van het Openbaar Ministerie stelt. Verdachte is een zeer actieve veelpleger, tegen wie over een periode van vijf jaar processen-verbaal zijn opgemaakt voor meer dan tien misdrijven, waarvan ten minste één in de laatste twaalf maanden, terug te rekenen vanaf de pleegdatum van het laatst gepleegde feit. Verder eist de veiligheid van personen of goederen het opleggen van deze maatregel, gezien de toenemende ernst en het aantal door verdachte begane (soortgelijke) feiten. De rechtbank ziet geen reden om deze maatregel niet op te leggen. Ter beëindiging van de recidive van verdachte en ter optimale bescherming van de maatschappij, zal de rechtbank overeenkomstig het advies van de reclassering, de ISD-maatregel opleggen.
De door de raadsvrouw verzochte straf volstaat naar het oordeel van de rechtbank niet. Uit het strafblad blijkt dat verdachte in korte tijd veel strafbare feiten heeft gepleegd. Eerdere veroordelingen hebben verdachte er blijkbaar niet van weerhouden opnieuw strafbare feiten te plegen. Bovendien weigert verdachte om in gesprek te gaan met de reclassering, waardoor het onduidelijk blijft waar zijn strafbare gedrag vandaan komt, en onvoldoende zicht bestaat op eventuele risico’s voor de samenleving. Ten slotte verblijft verdachte onrechtmatig in Nederland, waardoor hij geen aanspraak kan maken op de sociale voorzieningen en adequate hulpverlening in Nederland. Het opleggen van een voorwaardelijke ISD-maatregel is daarom niet passend. Naar het oordeel van de rechtbank kan met geen andere straf of maatregel worden volstaan dan met het opleggen van de ISD-maatregel voor de duur van twee jaren. Voorts is het van belang dat voldoende tijd wordt genomen om de ISD-maatregel ten uitvoer te leggen. Daarom zal de rechtbank de maatregel voor de maximale termijn van twee jaren opleggen en de tijd die door verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis is doorgebracht niet in mindering brengen op de duur van de maatregel.