Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
Parketnummers vorderingen tul: 09/216014-20 en 22/002882-19
1.Het onderzoek ter terechtzitting
mr. B.S. Selier, en van wat verdachte en zijn raadsman, mr. J.B. Faassen, naar voren hebben gebracht. Daarnaast is [naam] , reclasseringswerker, als deskundige gehoord.
2.Tenlastelegging
bijlage Idie aan dit vonnis is gehecht en geldt als hier ingevoegd.
3.Voorvragen
4.Waardering van het bewijs
bijlage II.
5.De bewezenverklaring
6.De strafbaarheid van de feiten
7.De strafbaarheid van verdachte
8.Schuldigverklaring zonder oplegging van straf of maatregel
18 januari 2023 gepleegde feiten geen aparte straf of maatregel gevorderd.
9.Benadeelde partijen en de schadevergoedingsmaatregel
[aangever] door het onder feit 1 bewezenverklaarde immateriële schade is toegebracht. De vordering tot schadevergoeding van immateriële schade zal worden toegewezen tot een bedrag van € 550,- (zegge: vijfhonderdvijftig euro), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment van het ontstaan van de schade op 18 januari 2023 tot het moment van algehele voldoening.
10.Beslissing na voorwaardelijke veroordelingen
verdachtezich voor het einde van voornoemde proeftijd aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt, zoals naar voren komt uit de verdere inhoud van dit vonnis.
11.Toepasselijke wettelijke voorschriften
12.Beslissing
[verdachte], daarvoor strafbaar.
schuldig zonder oplegging van een straf of maatregel.
maatregel tot plaatsing in een inrichting voor stelselmatige dadersvoor de duur van 2 (twee) jaren.
€ 550,- (zegge: vijfhonderdvijftig euro) aan vergoeding van immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment van het ontstaan van de schade op
18 januari 2023 tot aan de dag van de algehele vergoeding.
€ 550,- (zegge: vijfhonderdvijftig euro)te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment van het ontstaan van de schade op 18 januari 2023 tot aan de dag van de algehele vergoeding. Bij gebreke van betaling en verhaal kan gijzeling worden toegepast voor de duur van maximaal 11 dagen. De toepassing van die gijzeling heft de betalingsverplichting niet op.
€ 282,89 (zegge: tweehonderdtweeëntachtig euro en negenentachtig eurocent) aan vergoeding van materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment van het ontstaan van de schade op 18 januari 2023 tot aan de dag van de algehele vergoeding.
€ 282,89 (zegge: tweehonderdtweeëntachtig euro en negenentachtig eurocent) te betalen,
- […]
- […]
- […]
- […]
- […]
- […]
- […]
- […]