ECLI:NL:RBAMS:2023:3440

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
31 mei 2023
Publicatiedatum
1 juni 2023
Zaaknummer
C/13/732530 / KG ZA 23-331
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Intellectueel-eigendomsrecht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering merkinbreuk in kort geding afgewezen wegens gebrek aan spoedeisend belang

In deze zaak vorderden eisers, waaronder interieurontwerper Eric Kuster en zijn vennootschappen, in kort geding een verbod op het gebruik van hun merk 'SHADES BY ERIC KUSTER' door PPG Coatings Nederland B.V. De eisers stelden dat PPG inbreuk maakte op hun merkrechten door het mengen van verf in de kleuren van hun merk in verfmengmachines. Tijdens de mondelinge behandeling op 10 mei 2023 werd het verweer van PPG gehoord, waarin zij stelde dat er geen sprake was van merkinbreuk en dat zij te goeder trouw handelde. De voorzieningenrechter oordeelde dat eisers geen spoedeisend belang hadden bij hun vorderingen, aangezien PPG al maatregelen had genomen om het gebruik van de inbreukmakende kleuren te stoppen. De rechter wees de vorderingen van eisers af en veroordeelde hen in de proceskosten, die aan de zijde van PPG werden begroot op € 15.676,00. Dit vonnis werd uitgesproken op 31 mei 2023.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht, voorzieningenrechter civiel
zaaknummer / rolnummer: C/13/732530 / KG ZA 23-331 IHJK/MV
Vonnis in kort geding van 31 mei 2023
in de zaak van

1.[eiser] ,

wonende te [woonplaats] ,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
ERIC KUSTER METROPOLITAN LUXURY CREATIVE CONCEPTS B.V.,
gevestigd te Huizen,
3. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
BUILDINGS GROUP B.V.,
gevestigd te Blaricum,
4. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
BUILDINGS LIVING B.V.,
gevestigd te Blaricum,
eisers bij dagvaarding van 24 april 2023,
advocaten mr. R.P.J. Ribbert en mr. W.D. van Wengen te Amsterdam,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
PPG COATINGS NEDERLAND B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
gedaagde,
advocaten mr. N.Q. Dorenbosch en mr. M. Rieger-Jansen te Den Haag.
Eiser sub 1 zal hierna ook [eiser] worden genoemd en gedaagde zal hierna ook PPG worden genoemd.

1.De procedure

Tijdens de mondelinge behandeling van dit kort geding op 10 mei 2023 hebben eisers de dagvaarding toegelicht. PPG heeft verweer gevoerd.
Beide partijen hebben producties en een pleitnota in het geding gebracht.
Bij de mondelinge behandeling waren aanwezig:
aan de zijde van eisers: Kuster, [naam 1] , directeur van eiseres sub 2,
[naam 2] , eigenaar van eiseressen sub 3 en 4 en [naam 3] , cfo van eiseres sub 3, met mr. Ribbert en mr. Van Wengen;
aan de zijde van PPG: [naam 4] , sales manager, [naam 5] , marketing directeur,
[naam 6] , head of legal, en [naam 7] , general manager, met mr. Rieger-Jansen en mr. Dorenbosch.
Na verder debat is vonnis bepaald op 31 mei 2023.

2.De feiten

2.1.
[eiser] is interieurontwerper. Eiseres sub 2, een vennootschap van [eiser] , houdt zich eveneens bezig met interieurontwerp. Eiseres sub 4 is een onderneming in de verfbranche. Eiseres sub 3 is het moederbedrijf van eiseres sub 4.
2.2.
PPG ontwikkelt, produceert en verkoopt verven, onder meer onder het merk Sigma.
2.3.
Sinds 10 februari 2010 is [eiser] houder van het Uniewoordmerk ERIC KUSTER in de klassen 20, 24, 35, 42 en 45 (kort gezegd meubels, textiel, advertenties, wetenschappelijke, technische en juridische diensten). Sinds 15 januari 2012 is [eiser] houder van het Uniewoordmerk ERIC KUSTER in de klassen 4, 11, 18 en 25 (kort gezegd kandelaars, lampen, leer en kleding).
2.4.
Sinds 20 maart 2021 is eiseres sub 2 houdster van het Benelux-woordmerk
SHADES BY ERIC KUSTER in de klassen 2, 16 en 40 (kort gezegd verven, aanverwante artikelen en diensten met betrekking tot het mengen van verf).
2.5.
Sinds 12 oktober 2020 is eiseres sub 3 houdster van het Benelux-woordmerk
SHADES By in de klassen 2 en 16.
2.6.
Eiseres sub 4 is exclusief licentienemer van het onder 2.4 genoemde Benelux-woordmerk SHADES BY ERIC KUSTER.
2.7.
Onder het merk SHADES BY ERIC KUSTER brengen eisers een door [eiser] samengestelde collectie verven op de markt. Deze collectie bestaat uit 16 kleuren, geïnspireerd op de natuur.
2.8.
PPG heeft 845 verfmengmachines geplaatst bij verfspeciaalzaken verspreid over het hele land. Op verzoek van professionals en consumenten kan in zo’n machine Sigma-verf worden gemengd tot de gewenste kleur. In het computerprogramma dat is gekoppeld aan de verfmengmachine kan onder meer worden gekozen voor de 16 kleuren die deel uitmaken van de collectie SHADES BY ERIC KUSTER. Indien daarvoor wordt gekozen wordt een etiket geprint met daarop vermeld SHADES BY ERIC KUSTER en de naam van de desbetreffende kleur. Dit etiket wordt vervolgens door de winkelier op het Sigma-verfblik geplakt. In het hieronder afgebeelde voorbeeld is gekozen voor de kleur ‘DUNE’ van SHADES BY ERIC KUSTER.
2.9.
Bij brief van 2 februari 2023 heeft de advocaat van eisers aan PPG bericht dat zij hebben vastgesteld dat PPG verf en soortgelijke producten verhandelt onder het teken SHADES BY ERIC KUSTER en dat dit een inbreuk vormt op de merkrechten van eisers. In de brief is PPG gesommeerd:
- de merkinbreuk te staken;
- een overzicht te verstrekken van alle afnemers van verfmengmachines van PPG;
- een overzicht te verstrekken van alle verkochte verf die is voorzien van het inbreukmakende teken en van de daarmee behaalde winst;
- op haar websites www.ppg.com en op www.sigma.nl een rectificatie te plaatsen;
- een brief te sturen naar al haar afnemers; en
- een vergoeding van € 2.000,- te betalen voor de gemaakte buitengerechtelijke kosten.
2.10.
Bij e-mail van 10 februari 2023 heeft de advocaat van PPG als volgt gereageerd:
Laat ik voorop stellen dat PPG deze zaak betreurt en het graag op een redelijke manier wil oplossen. Hoewel kleuren an sich niet te monopoliseren zijn en er strikt genomen wellicht ruimte is om te verwijzen naar een collectie van een derde als de betreffende kleuren door de machine worden vervaardigd (refererend merkgebruik), wil PPG hier geen halszaak van maken, nu het probleem overzichtelijk is en de oplossing al in gang gezet is.(…)De PPG-verfmachines bestaan qua beheer uit 2 varianten: online machines en offlinemachines. Het aantal liters dat is verkocht door deze trade-contacten van PPG is beperkt. Voor online machines kan PPG het volume relatief snel checken en dat was op 1 februari jl. een volume van 4898 liter.Voor offline machines is dat een stuk lastiger en tijdrovender want dat moet gedaan worden door het downloaden van data op een USB-stick bij iedere betreffende machine. We praten over vele honderden machines in Nederland. Echter, in dit geval heeft PPG de ratio online/offline geanalyseerd en is aannemelijk dat de online machines verantwoordelijk zijn voor zo’n tweederde van de verkopen. Op basis van dat gegeven en voor zover PPG nu kan overzien zou het – geëxtrapoleerd – gaan om vermoedelijk zo’n 2500 liter in totaal voor offline machines. In totaal, online en offline, derhalve waarschijnlijk om grofweg 7500 liter.In het geval van de online machines is inmiddels een software instructie verstuurd die een blokkade instelt op de Shades by Eric Kuster-verven. Dat is belangrijk omdat daarmee dus al direct een groot deel van het probleem is opgelost.De offlinemachines worden beheerd (en geupdate) middels een DVD. PPG heeft reeds in gang gezet dat de volgende DVD-update de Shades by Eric Kuster-verven zal blokkeren. PPG verwacht dit proces op 1 juli a.s. af te ronden.(…)PPG zegt hierbij toe dat zij de aanduidingen “Eric Kuster” en “Shades by Eric Kuster” zal staken en gestaakt houden. (…)(…)Verder: voor het exacte aantal liters van Shades by Eric Kuster-verven dat is vervaardigd door offline machines, zegt PPG toe dat aan u een overzicht zal worden gestuurd zodra de gehele exercitie van data downloaden is voltooid.Ten slotte is PPG ter algehele afdoening van de zaak bereid uw kosten ter hoogte van 2.000 Euro te voldoen.
Verder staat in de e-mail van 10 februari 2023 dat PPG een brief heeft gestuurd naar al haar contacten met een PPG-verfmachine die erop neerkomt dat het voor de online-machines niet langer mogelijk is Sigma-verf te mengen in de kleuren van Shades by Eric Kuster. Verfwinkels met een offline-machine zijn blijkens de brief dringend verzocht geen verf meer te mengen in de kleuren van Shades by Eric Kuster.
In dat verband staat in de e-mail van 10 februari 2023:
Middels bovenstaand bericht heeft PPG een corrigerende mededeling uitgevoerd in het relevante kanaal. PPG is van oordeel dat een extra rectificatie op de web site(s) disproportioneel en niet doelmatig is, ook omdat de Shades by Eric Kuster-verven niet via die web site(s) zijn aangeboden of verkocht.
2.11.
Bij e-mail van 14 februari 2023 heeft de advocaat van eisers aan PPG bericht dat niet volledig is voldaan aan de sommaties opgenomen in de brief van 2 februari 2023.
2.12.
Bij e-mail van 17 februari 2023 heeft de advocaat van PPG aan eisers onder meer bericht dat door het inzetten van meer menskracht de offline-machines binnen vier weken (en dus niet pas uiterlijk op 1 juli 2023) zullen zijn aangepast. Ook is in de e-mail een berekening opgenomen waaruit volgt dat in totaal 8.430 liter “Eric Kuster-verven” is verkocht.
2.13.
Bij e-mail van 28 februari 2023 heeft de advocaat van PPG eisers aangeboden om voor de (afgerond) 8.500 liter verf een vergoeding te betalen van € 5.000,- plus € 2.000,- aan advocaatkosten. Ook staat in de e-mail dat in de laatste week van februari 2023 wederom aan alle verfspeciaalzaken een bericht is gestuurd waarin (opnieuw) is vermeld dat geen kleuren meer onder de naam “Shades by Eric Kuster” mogen worden gemengd, dat [eiser] daar ook nooit toestemming voor heeft gegeven en dat de software voor de offline-machines in de periode van 23 februari tot en met 10 maart 2023 zal worden aangepast.
2.14.
Eisers hebben het aanbod om (in totaal) € 7.000,- te betalen niet aanvaard. Op 5 april 2023 heeft de advocaat van eisers PPG laten weten een procedure te starten. Op 17 april 2023 heeft de advocaat van eisers PPG bericht dat eisers hebben geconstateerd dat PPG, ondanks haar toezeggingen in februari 2023, toch verf blijft verkopen onder het inbreuk makende teken SHADES BY ERIC KUSTER.
2.15.
Bij e-mail van 17 april 2023 heeft de advocaat van PPG eisers verzocht om nadere informatie over het beweerdelijke nieuwe gebruik van de naam “Shades by Eric Kuster”. In de e-mail staat dat het zeker niet de bedoeling is dat in PPG-machines nog verf wordt gemengd met die vermelding en dat PPG in redelijkheid alle mogelijke maatregelen heeft getroffen om dit te voorkomen. Zonder verdere details is het voor PPG niet duidelijk waar het probleem zit en hoe zij – indien nodig – zo snel mogelijk verdere maatregelen kan nemen om dit op te lossen, aldus de e-mail van 17 april 2023.
2.16.
Op 18 april 2023 heeft de advocaat van eisers onder meer het volgende geschreven:
(…) Ondanks eerdere toezeggingen blijft uw cliënte volharden in het gebruik van dit inbreukmakende teken. Het heeft er minstgenomen alle schijn van dat u cliënte haar bedrijfsvoering niet onder controle heeft.Hoewel cliënten altijd voorstander zijn van een minnelijke regeling, hebben cliënten – gezien de houding en uitlatingen van uw cliënte in dit dossier tot op heden – thans geen behoefte aan een gesprek op dit punt. Het vertrouwen van cliënten is daarvoor te ernstig geschaad. (…)
2.17.
Op 18 april 2023 heeft de advocaat van PPG onder meer het volgende geantwoord:
(…) U geeft in uw e-mail aan dat PPG zou volharden in het gebruik van dit teken, maar heeft hierbij ondanks mijn nadrukkelijke verzoek nog steeds geen verdere informatie opgenomen over hoe en waar dit beweerdelijke gebruik zou hebben plaatsgevonden. Zoals in mijn onderstaande e-mail ook reeds aangegeven is het voor cliënte niet mogelijk om indien nodig verdere maatregelen te treffen als zij geen informatie heeft over waar het teken zou zijn gebruikt en in welke omstandigheden. (…)Zonder informatie over de beweerdelijke inbreuk ontneemt u cliënte de mogelijkheid om zelf enig probleem op te lossen en trekt u partijen mogelijk onnodig een kort geding in. (…)

3.Het geschil

3.1.
Eisers vorderen – kort gezegd – bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad:
(i) PPG te verbieden producten met daarop de merken van eisers te produceren, te distribueren, in voorraad te houden of ter verkoop aan te bieden, in de Europese Unie, althans in Nederland, op straffe van een dwangsom van € 5.000,- per dag;
(ii) PPG te gebieden om een schriftelijke door een onafhankelijke registeraccountant gecontroleerde en goedgekeurde opgave te verstrekken van de met het gebruik van het inbreukmakende teken gerealiseerde netto winst;
(iii) PPG te veroordelen tot afdracht van de winst, die is vastgesteld in de hiervoor bedoelde opgave;
(iv) PPG te gebieden om op www.ppg.com en op www.sigma.nl duidelijk leesbaar een rectificatie te plaatsen, waarvan de tekst is opgenomen in het petitum van de dagvaarding, die erop neerkomt dat Sigma onder de merknaam SHADES BY ERIC KUSTER verf heeft verkocht, dat zij hiervoor geen toestemming had van [eiser] en dat deze handelwijze onrechtmatig is jegens eisers;
(v) PPG te gebieden om aan al haar afnemers een brief te zenden met dezelfde inhoud als de onder (iv) gevorderde rectificatietekst;
(vi) PPG te veroordelen in de kosten van dit geding op de voet van artikel
1019h Rv, waarbij de advocaatkosten zijn begroot op € 43.650,-;
(vii) de termijn als bedoeld in artikel 1019i Rv te bepalen op zes maanden vanaf de datum van dit vonnis.
3.2.
PPG heeft verweer gevoerd en aanspraak gemaakt op een proceskostenveroordeling waarbij zij haar advocaatkosten op de voet van artikel 1019h Rv heeft begroot op € 42.464,-.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
PPG is gevestigd te Amsterdam. De voorzieningenrechter van deze rechtbank is om die reden bevoegd om van dit geschil kennis te nemen.
4.2.
Eisers beroepen zich op de onder 2.3 genoemde Uniewoordmerken ERIC KUSTER en op de onder 2.4 en 2.5 genoemde Beneluxwoordmerken SHADES BY ERIC KUSTER en SHADES By. Ondanks dat de Uniewoordmerken zijn ingeschreven in klassen die niet zien op diensten of waren die iets van doen hebben met (het mengen van) verf, wordt volgens eisers op al hun woordmerken inbreuk gemaakt in de zin van artikel 9 lid 2 onder a, b en c van de Uniemerkenverordening (UMV) en op grond van artikel 2.20 lid 2 onder a, b en c van het Benelux-Verdrag inzake Intellectuele Eigendom (BVIE). Volgens eisers is sprake van gelijke tekens voor gelijke waren (de ‘a-grond’), van verwarringsgevaar (de ‘b-grond’) en van het ongerechtvaardigd voordeel trekken uit de reputatie of het onderscheidend vermogen van het merk (de ‘c-grond’).
4.3.
Volgens PPG is geen sprake van merkinbreuk. Zij heeft hiertoe de volgende – onder 4.4 tot en met 4.7 te bespreken – verweren aangevoerd.
4.4.
De Uniewoordmerken ERIC KUSTER zijn niet ingeschreven voor verf of andere soortgelijke waren. Nu eisers niet verder hebben toegelicht waarom desondanks sprake is van inbreuk op deze merknaam en zij in de dagvaarding voornamelijk ingaan op het gebruik van de merknaam SHADES By en SHADES BY ERIC KUSTER, zal de beoordeling zich ook daarop toespitsen.
4.5.
Volgens PPG is SHADES By geen geldig merk omdat het louter beschrijvend is voor de waren waarvoor het is ingeschreven. Het merk kan daarom nietig worden verklaard bij gebrek aan onderscheidend vermogen, aldus PPG.
De voorzieningenrechter is hierover van oordeel dat PPG geen nietigheidsactie is gestart bij het BBIE ten aanzien van het merk SHADES By. Weliswaar kan worden verdedigd dat het woord SHADES beschrijvend is voor kleuren of tinten, maar de uitkomst van een mogelijke nietigheidsactie staat onvoldoende vast om hierop in kort geding te kunnen vooruitlopen. Voorshands wordt daarom uitgegaan van de geldigheid van het merk SHADES By.
4.6.
In dit geval is sprake van refererend merkgebruik dat in overeenstemming is met de eerlijke gebruiken in nijverheid en handel, aldus PPG. Hierover wordt het volgende overwogen. Artikel 2.23 lid 1, aanhef en onder c, BVIE bepaalt dat een merkhouder niet het recht heeft een derde te verbieden om in het economisch verkeer gebruik te maken van het merk “met het oog op de identificatie van of de verwijzing naar waren of diensten als die van de houder van dat merk, in het bijzonder indien het gebruik van dat merk noodzakelijk is om de bestemming van een goed of dienst aan te duiden, met name als accessoire of reserveonderdeel”. Uit het arrest van de Hoge Raad van 8 januari 2021 (ECLI:NL:HR:2021:37) volgt dat de noodzaak om de bestemming van een waar of dienst aan te duiden niet langer de enige grond voor de toelaatbaarheid van verwijzend merkgebruik is, maar slechts één van de gevallen waarin verwijzend merkgebruik is toegestaan. In dit geval gebruikt PPG het teken niet om de bestemming van een goed of dienst (bijvoorbeeld als accessoire of reserveonderdeel) aan te duiden, maar om de afnemer van haar verf de mogelijkheid te bieden om voor de door hem of haar gewenste ‘Eric Kuster-kleur’ te kiezen. Partijen twisten over de vraag of dit kan worden aangemerkt als geoorloofd refererend merkgebruik. PPG kan worden toegegeven dat zij het teken SHADES BY ERIC KUSTER enkel afdrukt op een etiket dat wordt geplakt op een verfpot waarop haar eigen merk (Sigma) groot is afgebeeld. Een andere mogelijkheid om de door de klant gewenste kleur aan te duiden heeft zij voorshands niet. Eveneens kan PPG worden toegegeven dat zij nooit actief heeft geadverteerd met het teken en dat zij evenmin op andere wijze heeft gepromoot dat de ‘Eric Kuster-kleuren’ verkrijgbaar zijn in winkels waar haar verfmengmachines staan. Ook heeft PPG gewezen op een brief van de brancheorganisatie VVVF waarin wordt bevestigd dat het in de verfbranche al decennialang gebruikelijk is om verf te mengen op basis van kleurenkaarten van de verffabrikant zelf of van andere verffabrikanten en dat dan voor de duidelijkheid van de klant de naam van de kleur wordt vermeld op een label dat op het verfblik wordt aangebracht. In de brief staat verder: “
Het gebruik is voortgekomen uit service aan onze klanten en wordt breed in de branche gehanteerd.” De vraag is of refererend merkgebruik in de verfbranche (bij het mengen van verf in de gewenste kleur) in overeenstemming is met de eerlijke gebruiken in nijverheid en handel, en dus of dit geoorloofd is. Het oordeel hierover wordt vooralsnog in het midden gelaten – mede gelet op wat hierna onder r.o. 4.9 wordt overwogen.
4.7.
Volgens PPG is geen sprake van verwarringsgevaar (de ‘b-grond’). De voorzieningenrechter acht dit voorshands juist. Niet aannemelijk is dat professionele afnemers en consumenten die een verfspeciaalzaak bezoeken waar Sigma-verf wordt verkocht en die Sigma-verf in een door hen gewenste kleur laten mengen, in verwarring raken, in die zin dat zij denken dat zij verf kopen die geproduceerd wordt door of afkomstig is van eisers. Voor de gemiddelde afnemer/consument die in een “Sigma-winkel” kiest voor een kleur van Eric Kuster is duidelijk dat de verf die hij of zij koopt Sigma-verf is. Het merk Sigma staat ook duidelijk op het verfblik (zie de foto onder 2.8 van dit vonnis). Aannemelijk is dat hij of zij begrijpt dat het label met het teken SHADES BY ERIC KUSTER enkel een aanduiding is van de (zelfgekozen) kleur van de verf en niet het merk van de verf zelf.
4.8.
Het merk van eisers is geen bekend merk waarop PPG zou willen “meeliften”, aldus PPG (de ‘c-grond’). Voorshands acht de voorzieningenrechter het aannemelijk dat Sigma een bekender merk is dan SHADES BY ERIC KUSTER. De gemiddelde afnemer/consument die een “Sigma-winkel” bezoekt, zal bewust kiezen voor verf van het merk Sigma. Theoretisch is het mogelijk dat PPG meer verf heeft verkocht, nu haar verfmengmachines (ook) de mogelijkheid boden om te kiezen voor de kleuren van eisers, maar of dit in de praktijk ook het geval is, hebben eisers onvoldoende aannemelijk gemaakt. Ook hebben zij onvoldoende aannemelijk gemaakt dat PPG afbreuk doet aan hun reputatie door verf van slechte kwaliteit te leveren of door de kleuren niet juist te mengen, waardoor afnemers teleurgesteld zijn over het resultaat van het mengsel. Het TikTok-filmpje dat eisers daartoe in het geding hebben gebracht vormt hiervoor geen bewijs, nu hierin de link met PPG of Sigma-verf ontbreekt.
4.9.
Beantwoording van de vraag wat de hiervoor besproken verweren van PPG voor gevolgen hebben voor de toewijsbaarheid van de vorderingen kan in het midden blijven. PPG heeft immers terecht aangevoerd dat eisers geen belang (meer) hebben bij toewijzing van hun vorderingen, laat staan een spoedeisend belang. Volgens eisers is sprake van een “flagrante” inbreuk op hun merkrechten, maar dit is niet juist. De kleurenwaaier van eisers is uit de PPG-machines verwijderd. PPG was, voorshands gesteund door wat in de branche gebruikelijk is, te goeder trouw van mening dat hier sprake was van geoorloofd refererend merkgebruik en zij heeft na de eerste sommatie van eisers alles in het werk gesteld om eisers tegemoet te komen. Dit blijkt niet alleen uit de door haar in het geding gebrachte verklaring van haar medewerker [naam 4] , maar ook uit de onder 2.9 tot en met 2.17 geciteerde e-mailcorrespondentie tussen de advocaten van partijen. PPG heeft voorshands al het mogelijke gedaan om de mogelijkheid om te kiezen voor ‘Eric Kuster-kleuren’ zo snel mogelijk te blokkeren, zowel in haar online- als in haar offlinemachines. Nu het gaat om 845 machines is aannemelijk dat hier enige tijd mee is gemoeid, met name waar het de offlinemachines betreft. Ook heeft PPG haar afnemers er tot twee keer toe van in kennis gesteld dat het niet langer is toegestaan ‘Eric Kuster-kleuren’ te mengen. Tot slot heeft zij opgave gedaan van het aantal liters verf dat is verkocht in de ‘Eric Kuster-kleuren’ (en is er voorshands geen reden om aan de juistheid hiervan te twijfelen) en heeft zij betaling aangeboden van het (voorshands redelijk geachte) bedrag van € 7.000,-. Dat er bij een grootscheepse operatie mogelijk enkele winkels doorheen glippen die hun zaken niet meteen op orde hebben, is niet netjes, maar rechtvaardigt geenszins de kwalificatie “flagrante” inbreuk of de mededeling dat het vertrouwen van eisers in PPG te ernstig is geschaad om in overleg te treden (zie 2.16). Het wordt eisers aangerekend dat zij op 18 april 2023 – na een verzoek daartoe van PPG van 17 april 2023 – niet hebben willen zeggen in welke ‘Sigma-winkels’ de ‘Eric Kuster-kleuren’ kennelijk nog verkrijgbaar waren. Eisers hebben PPG daarmee de mogelijkheid ontnomen om adequate maatregelen te treffen. Dit klemt temeer daar eisers op 17 april 2023 kennelijk nog wel de moeite hebben genomen om met een ‘verborgen camera’ te filmen in twee verfspeciaalzaken om de beweerde grootschalige inbreuk door PPG aan te tonen, terwijl zij die filmpjes pas op 3 mei 2023 (dus ruim een week na het uitbrengen van de dagvaarding) in het geding hebben gebracht. Al met al wordt geoordeeld dat eisers geen (spoedeisend) belang hebben bij toewijzing van hun vorderingen, ook al zou er mogelijk nog een enkele ‘Sigma-winkel’ zijn waar verf in de ‘Eric Kuster-kleuren’ wordt verkocht.
4.10.
Daar komt bij dat PPG over de nevenvorderingen terecht heeft aangevoerd dat een winstopgave alleen hoeft te worden verstrekt in geval van kwade trouw, waarvan hier voorshands geen sprake is, dat een door een registeraccountant goedgekeurde opgave niets toevoegt, nu deze in verband met de voor registeraccountants van toepassing zijnde beroepsregels niet meer garantie geeft dan een partijverklaring, dat een rectificatie op de websites van PPG, waarop de beweerde inbreuk niet heeft plaatsgevonden, niet proportioneel is en dat PPG haar afnemers al heeft geïnformeerd dat zij voor het gebruik van de merknaam SHADES BY ERIC KUSTER geen toestemming had van [eiser] . Ook de nevenvorderingen zullen daarom worden afgewezen.
4.11.
Eisers zullen als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De advocaatkosten die partijen over en weer hebben gevorderd acht de voorzieningenrechter buitenproportioneel. Aanknoping zal worden gezocht bij de IE-indicatietarieven voor een normaal kort geding, te weten € 15.000,-. De kosten aan de zijde van PPG worden dan begroot op:
- griffierecht € 676,00
- salaris advocaat
15.000,00
Totaal € 15.676,00.

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
5.1.
weigert de gevraagde voorzieningen,
5.2.
veroordeelt eisers in de proceskosten, aan de zijde van PPG tot op heden begroot op € 15.676,000, te vermeerderen met de wettelijke rente met ingang van de veertiende dag na de datum van dit vonnis tot de dag van volledige betaling,
5.3.
verklaart deze kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. I.H.J. Konings, voorzieningenrechter, bijgestaan door mr. M. Veraart, en in het openbaar uitgesproken op 31 mei 2023. [1]

Voetnoten

1.type: MV