Overwegingen
1. Eiseres en [partner] , haar (toeslag)partner, hebben kinderopvangtoeslag ontvangen. Naar aanleiding van de toeslagenaffaire heeft eiseres zich bij de Belastingdienst/Toeslagen gemeld voor een herbeoordeling van haar recht op kinderopvangtoeslag.
2. De Belastingdienst/Toeslagen heeft vervolgens beoordeeld of eiseres recht heeft op (een van) de regelingen die er zijn voor gedupeerde ouders. De Belastingdienst/Toeslagen heeft geconcludeerd dat eiseres hier geen recht op heeft, omdat zij geen gedupeerde is. Eiseres is het hiermee niet eens en heeft daarom bezwaar gemaakt.
3. De Belastingdienst/Toeslagen heeft advies gevraagd aan de bezwaarschriftencommissie (hierna: de commissie). De commissie heeft geconcludeerd dat eiseres zelf nooit kinderopvangtoeslag heeft aangevraagd, maar dat haar (toeslag)partner dit heeft gedaan. De Belastingdienst/Toeslagen heeft vervolgens het bezwaar van eiseres ongegrond verklaard. De Belastingdienst/Toeslagen heeft ervan afgezien eiseres te horen.
Het oordeel van de rechtbank
4. De Parlementaire ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag heeft in het rapport ‘Ongekend Onrecht’ geconstateerd dat duizenden ouders de dupe zijn geworden van ernstige schendingen van rechtsstatelijke beginselen door de zeer strikte uitvoering van de kinderopvangtoeslagwetgeving. De kern van die uitvoering was een ‘alles-of-niets-benadering’, die erop neerkwam dat als ouders het bedrag van de ‘voorgeschoten’ kinderopvangtoeslag niet volledig konden verantwoorden, het uitgekeerde bedrag volledig werd teruggevorderd, ook al was het geld grotendeels wel degelijk besteed aan kinderopvang.
5. Om deze situatie te herstellen heeft het kabinet een aantal verschillende regelingen in het leven geroepen. Deze regelingen zijn vanaf 5 november 2022 opgegaan in de Wet hersteloperatie toeslagen (Wht).
6. Kort samengevat heeft eiseres zich op het standpunt gesteld dat zij wel degelijk gedupeerd is en dat zij ten onrechte in bezwaar niet is gehoord. De rechtbank zal deze beroepsgronden in deze volgorde bespreken.
7. Eiseres betoogt allereerst dat zij recht heeft op compensatie. Hoewel eiseres zelf geen kinderopvangtoeslag heeft aangevraagd, maar haar partner dat heeft gedaan, is zij wel gedupeerd. Bij diverse overheidsinstanties werd gebruik gemaakt van illegale zwarte lijsten en van algoritmes. Eiseres is vanwege haar naam op zo’n zwarte lijst gezet en zij en haar toeslagpartner zijn op die naam beoordeeld. Overheidsinstanties hebben inzicht in deze gegevens. Het leven van eiseres en haar gezin is daarom door toedoen van de Belastingdienst/Toeslagen anders gelopen.
8. Allereerst heeft de rechtbank begrip voor de lastige situatie waarin eiseres en haar gezin verkeren en de rechtbank begrijpt ook dat eiseres zich gedupeerd voelt. Juridisch gezien dient de rechtbank in deze zaak te beoordelen of het besluit is genomen conform de wet en de algemene beginselen van behoorlijk bestuur. De rechtbank stelt vast dat uit de Whtblijkt dat (alleen) de aanvrager van kinderopvangtoeslag op grond van deze wet compensatie kan krijgen. Eiseres valt hier niet onder, omdat zij nooit kinderopvangtoeslag heeft aangevraagd. Haar partner heeft dit immers gedaan. Dit betekent dat eiseres zelf op grond van de Wht geen aanspraak kan maken op compensatie. Eiseres heeft op de zitting toegelicht dat haar partner zelf ook een aanvraag voor compensatie op grond van de Wht heeft ingediend. Deze aanvraag is nog in behandeling.
9. Eiseres heeft gesteld dat in de ontvangstbevestiging van haar bezwaarschrift staat dat zij opgeroepen zal worden om te worden gehoord. Eiseres heeft echter geen uitnodiging voor een hoorzitting ontvangen, maar zonder nadere communicatie daarover ineens wel een afwijzende beslissing op bezwaar.
10. De rechtbank stelt vast dat de Algemene wet bestuursrecht mogelijkheden biedt om van het horen af te zien. Dit kan bijvoorbeeld als een bezwaar kennelijk ongegrond is, waarvan volgens de Belastingdienst/Toeslagen in dit geval sprake is.
11. Met eiseres stelt de rechtbank verder vast dat in de ontvangstbevestiging van het bezwaarschrift is meegedeeld dat de commissie eiseres zal horen en dat zij hierover bericht ontvangt. De commissie heeft vervolgens echter van het horen afgezien, zonder dit aan eiseres te communiceren.
12. Naar het oordeel van de rechtbank is deze gang van zaken uitermate onzorgvuldig. De rechtbank is van oordeel dat in de ontvangstbevestiging duidelijk had moeten staan dat mogelijk van het horen wordt afgezien (als sprake is van een kennelijk ongegrond of
niet-ontvankelijk bezwaar) en als wordt meegedeeld dat er wel wordt gehoord dat ook na te komen. Dit heeft de Belastingdienst/Toeslagen niet gedaan.
13. Dit betekent dat de beslissing op het bezwaar van eiseres onzorgvuldig tot stand is gekomen. De rechtbank ziet zich vervolgens voor de vraag gesteld welke consequentie hieraan verbonden moet worden.
14. De rechtbank ziet geen aanleiding om de Belastingdienst/Toeslagen op te dragen eiseres alsnog te horen en daarna opnieuw op haar bezwaar te beslissen. Eiseres heeft in beroep zowel mondeling als schriftelijk haar standpunt en situatie toegelicht. De gemachtigden van de Belastingdienst/Toeslagen hebben hiervan kennis genomen en hierop gereageerd. Deze toelichtingen hebben echter niet tot een wijziging van hun standpunt geleid. Omdat de Wht in deze zaak duidelijk is, ziet de rechtbank geen aanleiding om aan te nemen dat dit na een nieuwe hoorzitting in bezwaar anders zal zijn.
15. De rechtbank zal daarom (in juridische termen) het gebrek passeren.Dit betekent dat de rechtbank het besluit niet zal vernietigen en de Belastingdienst/Toeslagen niet zal opdragen opnieuw op het bezwaar te beslissen. De onzorgvuldigheid heeft wel als gevolg dat de Belastingdienst/Toeslagen het door eiseres betaalde griffierecht aan haar moet vergoeden.
16. Eiseres kan geen aanspraak maken op compensatie op grond van de Wht, nu zij niet zelf kinderopvangtoeslag heeft aangevraagd. Aangezien de Belastingdienst/Toeslagen eiseres onjuist heeft voorgelicht over het horen in bezwaar, moet zij het door eiseres betaalde griffierecht vergoeden.