ECLI:NL:RBAMS:2023:3408
Rechtbank Amsterdam
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Weigering exploitatievergunning voor belwinkel in Amsterdam
Op 1 juni 2023 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in de zaak tussen verzoeker, h.o.d.n. [winkel], en de burgemeester van Amsterdam. Verzoeker had een voorlopige voorziening aangevraagd tegen de weigering van een exploitatievergunning voor zijn winkel, die hij sinds 2017 exploiteert. De burgemeester had op 3 april 2023 de vergunning geweigerd, omdat hij vreesde dat de bedrijfsvoering van verzoeker een nadelige invloed zou hebben op het woon- en leefklimaat en de openbare orde. Dit besluit was gebaseerd op politie-informatie die wees op de aanwezigheid van namaakgoederen in de winkel en op het feit dat verzoeker mogelijk valsheid in geschrifte had gepleegd bij zijn aanvraag.
Tijdens de zitting op 17 mei 2023 heeft de voorzieningenrechter de argumenten van verzoeker gehoord, die stelde dat de afwijzing van de vergunning onterecht was en dat de burgemeester zijn stellingen niet had onderbouwd. De voorzieningenrechter heeft echter geoordeeld dat de burgemeester voldoende feiten en omstandigheden had gepresenteerd die de vrees voor een negatieve impact op de omgeving onderbouwden. De voorzieningenrechter benadrukte dat de burgemeester terecht was uitgegaan van de informatie van de politie en dat de verklaring van verzoeker over de herkomst van de goederen niet voldoende was om aan de bezorgdheid van de burgemeester te tornen.
Uiteindelijk heeft de voorzieningenrechter het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen, wat betekent dat de winkel gesloten moet blijven. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling of vergoeding van het griffierecht. Deze uitspraak is gedaan door mr. A.C. Loman, in aanwezigheid van griffier mr. K.H.E. Swinkels, en is openbaar uitgesproken op 1 juni 2023.