Uitspraak
RECHTBANK Amsterdam
1.De procedure
- de akte na tussenvonnis van de VvE.
2.De verdere beoordeling
- griffierecht: € 314,00
- salaris advocaat:
- totaal: € 1.809,00
Rechtbank Amsterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 7 juni 2023 een eindvonnis uitgesproken in een civiele procedure tussen de Vereniging van Eigenaren (VvE) en een gedaagde. De VvE, vertegenwoordigd door advocaat mr. E. Doornbos, had een rechtszaak aangespannen tegen de gedaagde, die in Amsterdam woont. De rechtbank heeft in een tussenvonnis van 29 maart 2023 al overwogen dat de VvE niet-ontvankelijk zou worden verklaard in haar vorderingen. Dit was het gevolg van het ontbreken van een procesmachtiging van de leden van de VvE die mr. Doornbos had vertegenwoordigd. De rechtbank heeft mr. Doornbos de gelegenheid gegeven om te verduidelijken wie hem opdracht had gegeven tot het voeren van de procedure, maar hij heeft hierin niet voldoende duidelijkheid verschaft.
In het eindvonnis heeft de rechtbank bevestigd dat de VvE niet-ontvankelijk is in haar vorderingen en heeft mr. E. Doornbos veroordeeld in de proceskosten aan de zijde van de gedaagde. De rechtbank heeft de kosten vastgesteld op een totaalbedrag van € 1.809,00, inclusief griffierecht en salaris advocaat. Daarnaast zijn de kostenveroordelingen uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat deze ook moeten worden uitgevoerd als er hoger beroep wordt ingesteld. De uitspraak benadrukt het belang van een duidelijke procesmachtiging en de verantwoordelijkheden van advocaten in dergelijke procedures.