Op 3 januari 2023 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het voorhanden hebben van een vuurwapen en bijbehorende munitie. De zaak kwam ter terechtzitting op 20 december 2022, waar de officier van justitie, mr. R. Refos, de vordering indiende. De verdachte, geboren in 1988, werd beschuldigd van het voorhanden hebben van een vuurwapen van categorie III in de periode van 1 november 2021 tot en met 29 maart 2022. Tijdens het onderzoek werd op 29 maart 2022 een vuurwapen en munitie aangetroffen in een kelderbox in Amsterdam. De verdachte meldde zich op 31 maart 2022 bij de politie en verklaarde dat het vuurwapen van hem was, nadat het eerder in de bosjes was gevonden.
De rechtbank oordeelde dat de verdachte het wapen en de munitie in de periode van 22 maart 2022 tot en met 29 maart 2022 voorhanden had. De rechtbank sprak de verdachte vrij van het voorhanden hebben van het vuurwapen in de periode van 1 november 2021 tot en met 21 maart 2022, omdat er onvoldoende bewijs was. Ook werd de verdachte vrijgesproken van het medeplegen van het feit, omdat dit niet kon worden vastgesteld.
De rechtbank legde een gevangenisstraf op van 90 dagen, waarvan 78 dagen voorwaardelijk, en een taakstraf van 120 uren, met de mogelijkheid van vervangende hechtenis. De rechtbank hield rekening met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals zijn werk en schulden, en oordeelde dat een onvoorwaardelijke gevangenisstraf onwenselijk zou zijn. De rechtbank verklaarde het vuurwapen en de munitie onttrokken aan het verkeer en gelastte de teruggave van een Louis Vuitton doos aan de rechthebbende.