Op 12 mei 2023 heeft de Rechtbank Amsterdam een beschikking gegeven in een zaak betreffende de voortzetting van de inbewaringstelling van een betrokkene, geboren in 1948, op verzoek van het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ). De rechtbank heeft de mondelinge behandeling gehouden in het gebouw van Amsta, waar de betrokkene en zijn raadsvrouw, alsook mw. A. Duiker, specialist ouderengeneeskunde, zijn gehoord. De burgemeester van Amsterdam had op 9 mei 2023 een last tot inbewaringstelling afgegeven, gebaseerd op een medische verklaring die via videobellen was opgesteld. Deze verklaring stelde dat het gedrag van de betrokkene, als gevolg van zijn psychogeriatrische aandoening, onmiddellijk dreigend ernstig nadeel zou kunnen veroorzaken.
De rechtbank oordeelde dat de medische verklaring niet voldeed aan de wettelijke eisen, omdat de ter zake kundig arts niet had verantwoord waarom een fysiek onderzoek niet mogelijk was. De rechtbank benadrukte dat de weigering van de betrokkene om via videobellen te worden onderzocht niet automatisch betekent dat hij ook fysiek niet in gesprek wilde gaan. De rechtbank concludeerde dat er onvoldoende basis was voor de voortzetting van de inbewaringstelling, en wees het verzoek van het CIZ af. De beschikking werd mondeling gegeven door rechter M. van der Kaay en is op 24 mei 2023 schriftelijk uitgewerkt.