ECLI:NL:RBAMS:2023:3188

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
16 mei 2023
Publicatiedatum
19 mei 2023
Zaaknummer
13/224891-22
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bewezenverklaring medeplegen productie van MDMA en opzettelijk voorhanden hebben van grote hoeveelheden MDMA in drugslaboratorium

Op 16 mei 2023 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het medeplegen van de productie van MDMA en het opzettelijk voorhanden hebben van aanzienlijke hoeveelheden MDMA. De verdachte, geboren in 1993 en zonder vaste woon- of verblijfplaats, werd op 4 september 2022 aangetroffen in een drugslaboratorium in Maria Hoop, waar 16,7 kg en 348 kg MDMA werden aangetroffen. De rechtbank heeft het bewijs beoordeeld, waaronder DNA-sporen en verklaringen van medeverdachten. De verdachte heeft ontkend actief betrokken te zijn geweest bij de productie, maar de rechtbank oordeelde dat hij wel degelijk een initiërende rol had en wetenschap had van de productie. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 42 maanden, met aftrek van voorarrest, en een maatregel tot kostenverhaal van € 29.847,86. De rechtbank overwoog dat de verdachte medeverantwoordelijk is voor de nadelige effecten van harddrugs op de volksgezondheid en de criminaliteit.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

VONNIS
Afdeling Publiekrecht
Teams Strafrecht
Parketnummer: 13/224891-22
Datum uitspraak: 16 mei 2023
Vonnis van de rechtbank Amsterdam, meervoudige strafkamer, in de strafzaak tegen
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1993,
zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland,
nu gedetineerd in de [detentieplaats] .

1.Het onderzoek ter terechtzitting

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen op 16 december 2022, 28 februari 2023 en 25 april 2023. Het onderzoek is op 16 mei 2023 gesloten.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie mr. J.H. van der Meij en van wat verdachte en zijn raadsman mr. M. van Stratum naar voren hebben gebracht.
Er wordt gelijktijdig vonnis gewezen in de zaak tegen medeverdachte [medeverdachte 1] (13/224983-22).

2.Tenlastelegging

Aan verdachte is – kort gezegd – ten laste gelegd dat
hij zich in de periode van 1 augustus 2022 tot en met 4 september 2022 te Maria Hoop heeft schuldig gemaakt aan het medeplegen van het produceren, althans het opzettelijk aanwezig hebben van 16,7 kilogram en 348 kilogram MDMA.
De tekst van de gehele tenlastelegging is opgenomen in
Bijlage Idie aan dit vonnis is gehecht en geldt als hier ingevoegd.

3.Voorvragen

De dagvaarding is geldig, deze rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het ten laste gelegde feit en de officier van justitie is ontvankelijk. Er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.Waardering van het bewijs

4.1
Het standpunt van het Openbaar Ministerie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van het medeplegen van het vervaardigen en opzettelijk aanwezig hebben van 16,7 kilogram en 348 kilogram MDMA.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft vrijspraak bepleit. Hoewel verdachte op 4 september 2022 is aangetroffen in de loods waarin het drugslaboratorium zich bevond en hij er die dag en de dag ervoor hand- en spandiensten heeft verricht, kan niet ondubbelzinnig worden vastgesteld dat verdachte een wezenlijke bijdrage heeft geleverd aan de productie van MDMA in de tenlastegelegde periode.
De verklaring van medeverdachte [medeverdachte 2] is niet betrouwbaar, omdat hij als eigenaar van de loods waarin het drugslab zich bevond een motief had om te liegen. Deze verklaring kan daarom niet voor het bewijs worden gebruikt.
Verder kan op basis van het dossier het alternatieve scenario van verdachte, zoals verklaard op de zitting, niet worden weerlegd. Dit scenario houdt in dat verdachte niet actief betrokken is geweest bij het drugslaboratorium. Verdachte heeft geen wetenschap gehad van de hoeveelheden MDMA die zijn aangetroffen. Deze lagen niet in het zicht en uit niets blijkt dat hij enigerlei betrokkenheid heeft gehad bij de productie ervan.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
4.3.1
Feiten en omstandigheden
De rechtbank stelt op grond van de wettige bewijsmiddelen van de volgende feiten en omstandigheden vast. [1]
Op 4 september 2022 is in Maria Hoop in een loods op het erf van de heer [medeverdachte 2] een draaiend drugslaboratorium aangetroffen. [2] Uit onderzoek is gebleken dat er MDMA geproduceerd werd. Volgens het LFO was de loods ingericht voor zeer grootschalige vervaardiging van MDMA. [3] In de loods stonden twee trailers: in de ene trailer (trailer 1) vond het kristallisatieproces plaats en in de tweede trailer (trailer 2) het productieproces. [4] Bij de inval zijn verdachte en medeverdachte [medeverdachte 1] in de loods aangehouden. [5] Verdachte heeft toen verklaard dat hij samen met de andere aangehouden persoon in de loods aan het werk was. [6]
In een tas die aan de zijkant van trailer 2 stond is een hoeveelheid van 16,7 kilogram droge MDMA kristallen aangetroffen en in een vrieskist in trailer 2 is 348 kilogram aan natte MDMA kristallen aangetroffen. [7] In het gedeelte van de loods waar het laboratorium was gesitueerd lagen twee luchtbedden. [8] Naast het linker luchtbed werd een sporttas aangetroffen waarin onder andere diverse medicijnen op naam van mevrouw [naam 1] en een zakje met MDMA zaten. [9] Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat dit zijn sporttas was en dat hij een brokje MDMA uit het lab had gepakt voor eigen gebruik. [10] Naast het rechter luchtbed lag een tas waarin onder andere een boekje met aantekeningen en een zakje met daarin een brok MDMA kristallen zaten. [11]
Uit sporenonderzoek in het laboratorium [12] bleek dat er DNA van verdachte [13] is aangetroffen op het contactvlak van een gelaatsmasker, [14] het gehele gebied van de knoop van een vuilniszak, [15] de borstel van een tandenborstel [16] , de binnenzijde van een handschoen die in een trailer is aangetroffen [17] en de binnenzijde van de nek van een T-shirt. [18] Het DNA van medeverdachte [medeverdachte 1] is aangetroffen op een handschoenendoos in de productietrailer, [19] de binnenzijde van de nek van een T-shirt [20] en op de borstel van een tandenborstel. [21]
Bij de doorzoeking van de woning van de vriendin van verdachte is een iPhone 12 in beslag genomen, die bij verdachte in gebruik was [22] . In die telefoon zijn acht foto’s aangetroffen, ‘created’ op 16 juli 2022, waarop trailers te zien zijn. Ook is er een notitie van 12 juli 2022 in de telefoon aangetroffen, laatst gewijzigd op 15 augustus 2022, waarin goederen, getallen en een bedrag zijn opgenomen. In de notitie staat onder andere: ‘750 afzuiging’, ‘150 3x 10meter slang + klemmen en 1x30m’, ‘600 gas’, ‘400 shauf’, ‘200 klein spul ketel’, ‘1000 shauf oude man’, ‘150 euro brede’, ‘3000 trailer’, ‘Kaale’. [23]
Medeverdachte [medeverdachte 2] heeft verklaard over de voorbereidingen van het drugslaboratorium, waaronder de aanschaf en het plaatsen van de trailers in de loods. Hij heeft verklaard dat hij door een persoon werd benaderd die zijn schuur wilde huren om daar gedurende 2,5 tot 3 maanden een tweetal trailers in te stallen. De huur zou vanaf 1 augustus 2022 zijn en er werd € 1.000,00 per maand betaald. [24] Volgens [medeverdachte 2] zijn er twee mannen wat vaker aanwezig geweest. Deze heeft [medeverdachte 2] omschreven als een kale en een vollere man. Daarnaast heeft [medeverdachte 2] genoemd dat hij de naam [naam 2] heeft horen vallen. [25] Volgens [medeverdachte 2] zou [naam 2] de betalingen hebben verricht en zou hij de betaling voor de eerste trailer onder het beeld in de voortuin hebben gelegd en zou de betaling voor de tweede trailer bij de [locatie] in Echt hebben plaatsgevonden. [26] De telefoon van [medeverdachte 2] is onderzocht [27] en hierin zijn Whatsapp-berichten met [naam 2] aangetroffen waaraan [medeverdachte 2] heeft gerefereerd in zijn verhoren. In die berichten noemt [naam 2] zichzelf ‘die brede’. [28] De naam van het Whatsapp-account is ‘ [naam 3] ’. De Whatsapp-gesprekken tussen [medeverdachte 2] en [naam 3] hebben op 21, 22, 23, 25, 28 en 29 juli 2022 plaatsgevonden. Uit die berichten bleek onder andere dat [medeverdachte 2] en [naam 3] op 22 juli 2022 wilden afspreken om elkaar te ontmoeten en dat zij op 23 juli 2022 afspraken bij de [locatie] in Echt. Op 28 juli 2022 heeft [naam 3] gevraagd of hij nog ‘pap’ (in straattaal betekent dit geld) moet brengen om ‘die andere’ te kopen. Op 29 juli 2022 heeft [naam 3] [medeverdachte 2] laten weten dat hij ‘die papieren’ onder het beeld onder het voorraam heeft gelegd. [29]
4.3.2
Bewijswaardering
Betrouwbaarheid verklaring medeverdachte [medeverdachte 2]
Bij de beoordeling van de betrouwbaarheid van de verklaring van medeverdachte [medeverdachte 2] , stelt de rechtbank voorop dat er behoedzaam dient te worden omgegaan met verklaringen van medeverdachten, omdat zij belang kunnen hebben bij het belastend verklaren over een ander. Voor het toetsen van de betrouwbaarheid is relevant of de medeverdachte consistent heeft verklaard en of de verklaring steun vindt in het dossier. Allereerst is de rechtbank van oordeel dat [medeverdachte 2] op hoofdlijnen consistent heeft verklaard. Daarnaast constateert de rechtbank dat de verklaring van [medeverdachte 2] wordt ondersteund door bevindingen uit het dossier, waaronder de Whatsapp-berichten in de telefoon van [medeverdachte 2] met de gebruiker van account ‘ [naam 3] ’. Uit die berichten blijkt inderdaad dat er afspraken met deze persoon zijn gemaakt, onder andere bij de [locatie] in Echt, en dat deze persoon betalingen heeft verricht. De verklaring wordt deels ondersteund door de verklaring die verdachte ter terechtzitting heeft afgelegd, omdat hij heeft verklaard een betaling onder het beeld in de voortuin van [medeverdachte 2] te hebben gelegd. [30] Ook bevestigen de berichten het tijdspad dat [medeverdachte 2] heeft geschetst, namelijk dat hij benaderd is door een persoon die vanaf augustus zijn schuur wilde huren om daarin trailers te stallen. De berichten dateren van de laatste anderhalve week voor 1 augustus 2022. Gelet op de consistentie van de verklaringen en het feit dat deze worden ondersteund door ander bewijs, ziet de rechtbank geen aanleiding om de verklaring van de medeverdachte niet betrouwbaar te achten. Zij acht deze bruikbaar voor het bewijs en verwerpt daarom het verweer van de verdediging.
Bespreking van het alternatieve scenario
De rechtbank constateert dat het alternatieve scenario deels in strijd is met de verklaring van medeverdachte [medeverdachte 2] , die de rechtbank betrouwbaar en bruikbaar voor het bewijs acht. Uit de verklaring van [medeverdachte 2] blijkt dat verdachte de persoon is geweest die de betalingen heeft verricht, dat verdachte degene is die opdracht heeft gegeven voor de betaling van de chauffeurs van de trailers en dat [medeverdachte 2] vooral verdachte en zijn medeverdachte bij de loods heeft gezien. Met betrekking tot de berichten in de telefoon van [medeverdachte 2] van het Whatsapp-account [naam 3] is de rechtbank van oordeel dat het, anders dan door verdachte verklaard, niet aannemelijk is dat de berichten van [naam 3] door verschillende personen zijn verstuurd. De rechtbank overweegt hiertoe dat er veelal beperkte tijdsintervallen zitten tussen de berichten die op dezelfde dag zijn verstuurd en dat deze berichten op de afzonderlijke dagen een lopend gesprek vormen. Daarnaast is de rechtbank van oordeel dat de combinatie van de inhoud van de berichten, de data waarop deze zijn verstuurd en de verklaringen van zowel [medeverdachte 2] als verdachte erop wijzen dat het steeds verdachte is geweest die de berichten als [naam 3] heeft verstuurd.
De rechtbank constateert dat het alternatieve scenario van de verdediging voor het overige wordt weerlegd door de bevindingen in het dossier. In tegenstelling tot hetgeen de verdediging naar voren heeft gebracht, is de rechtbank van oordeel dat verdachte wel degelijk actieve betrokkenheid had bij de productie van MDMA in de loods en dat hij ook wetenschap had van en beschikkingsmacht over de aangetroffen MDMA. De rechtbank overweegt hiertoe als volgt.
Betrokkenheid bij productie MDMA, wetenschap en beschikkingsmacht
Op basis van de foto’s en notities die in de telefoon van verdachte zijn aangetroffen, de verklaring van [medeverdachte 2] , de Whatsapp-berichten van [medeverdachte 2] met [naam 3] (verdachte) en de verklaring van verdachte ter zitting dat hij bij de betalingen aan [medeverdachte 2] (in juli 2022) wist dat het om drugs ging, in onderling verband en samenhang bezien, komt de rechtbank tot het oordeel dat verdachte al in de voorbereidende fase bij het drugslaboratorium betrokken is geweest en een initiërende rol heeft gespeeld. Verder staat vast dat het drugslaboratorium was ingericht voor grootschalige productie en dat verdachte werkzaamheden in het drugslaboratorium heeft verricht op het moment dat het volop draaide. Dat die werkzaamheden bestonden uit actieve handelingen met betrekking tot het productieproces van MDMA blijkt uit de DNA-sporen van verdachte die in het lab zijn aangetroffen, in het bijzonder die op het gelaatsmasker, de handschoen en op een vuilniszak. Op grond van zijn betrokkenheid bij het opzetten van het grootschalige drugslaboratorium en zijn actieve betrokkenheid bij het productieproces, kan het naar oordeel van de rechtbank niet anders dan dat verdachte ook wetenschap had van en beschikkingsmacht had over de MDMA die daar op de dag van de aanhouding is aangetroffen. Dit wordt ondersteund door het feit dat in de sporttas van verdachte MDMA is aangetroffen, waarvan verdachte ter terechtzitting heeft verklaard dat die uit het drugslab afkomstig was.
Medeplegen produceren en opzettelijk aanwezig hebben MDMA
Verdachte is tezamen met medeverdachte [medeverdachte 1] in het drugslaboratorium aangehouden. Hij heeft toen verklaard dat zij daar samen aan het werk waren. Gelet op de grootschalige capaciteit van het drugslab, de eigen verklaring van verdachte dat hij een opdrachtgever had en de verklaring van medeverdachte [medeverdachte 2] waaruit blijkt dat er meerdere mensen bij het drugslaboratorium betrokken zijn geweest, vindt de rechtbank bewezen dat verdachte het feit tezamen en in vereniging met anderen heeft gepleegd.
Periode
Niet kan worden vastgesteld in welke periode de op 4 september 2022 aangetroffen hoeveelheden MDMA zijn geproduceerd. Daarom maakt de rechtbank in de bewezenverklaring onderscheid tussen het medeplegen van, kort gezegd, de productie van
eenhoeveelheid MDMA in de periode 1 augustus tot en met 4 september 2022 en het op 4 september 2022 aanwezig hebben van 16,7 en 348 kilogram MDMA.

5.Bewezenverklaring

De rechtbank vindt op grond van de in
rubriek 4vervatte bewijsmiddelen bewezen dat verdachte
in de periode van 1 augustus 2022 tot en met 4 september 2022 te Maria Hoop, tezamen en in verenging met anderen opzettelijk heeft bereid, bewerkt, verwerkt en vervaardigd een hoeveelheid van een materiaal bevattende MDMA en
op 4 september 2022 te Maria Hoop opzettelijk aanwezig heeft gehad 16,7 kilogram MDMA en 348 kilogram MDMA.

6.De strafbaarheid van het feit

Het bewezen geachte feit is volgens de wet strafbaar. Het bestaan van een rechtvaardigingsgrond is niet aannemelijk geworden.

7.De strafbaarheid van verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8.Motivering van de straf en maatregel

8.1.
De eis van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf van 6 jaren, met aftrek van het voorarrest, en een geldboete van € 25.000,00, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 160 dagen hechtenis. Voorts heeft de officier van justitie gevorderd dat aan verdachte en medeverdachte [medeverdachte 1] hoofdelijk de Maatregel Kostenverhaal ex artikel 13d van de Opiumwet wordt opgelegd voor € 44.771,79.
8.2.
Het standpunt van de verdediging
Bij een eventuele strafoplegging moet rekening worden gehouden met de beperkte rol van verdachte in het geheel en dat hij er vrijwel geen geld aan heeft verdiend. De vordering van de officier van justitie staat niet in verhouding tot de straffen die in soortgelijke zaken door rechtbanken zijn opgelegd. Een eventuele gevangenisstraf zou moeten worden beperkt tot maximaal drie jaar. Daarnaast is het opleggen van een geldboete niet op zijn plaats, omdat dit in soortgelijke zaken ook niet gebeurt en dit dus willekeurig zou zijn. Tot slot verzoekt de verdediging om oplegging van de Maatregel Kostenverhaal achterwege te laten.
8.3.
Het oordeel van de rechtbank
De hierna te noemen strafoplegging is in overeenstemming met de ernst van het bewezen geachte, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals daarvan ter terechtzitting is gebleken.
De rechtbank heeft bij de keuze tot het opleggen van een vrijheidsbenemende straf en bij de vaststelling van de duur daarvan in het bijzonder het volgende laten meewegen.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het medeplegen van produceren van MDMA in een drugslaboratorium dat was ingericht voor grootschalige productie en het medeplegen van het voorhanden hebben van een grote hoeveelheid MDMA: bijna 365 kilogram. Verdachte is daardoor medeverantwoordelijk voor de nadelige effecten die het gebruik van harddrugs veroorzaken voor de volksgezondheid en de keten van (ondermijnende) criminaliteit die met harddrugs gepaard gaat. Daarnaast veroorzaakt het opslaan en het bewerken van diverse chemicaliën die worden gebruikt bij het vervaardigen van synthetische drugs vele risico’s, zoals brand- en ontploffingsgevaar en het vrijkomen van giftige dampen. Dit is niet enkel levensgevaarlijk voor de producenten van de drugs, maar ook voor de omwonenden van het drugslaboratorium.
De rechtbank heeft acht geslagen op het Uittreksel Justitiële Documentatie (het strafblad) van verdachte van 15 februari 2023, waaruit blijkt dat verdachte first offender is.
De rechtbank is van oordeel dat voor deze ernstige strafbare feiten alleen een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van enkele jaren passend is. De rechtbank houdt hierbij rekening met de initiërende rol die verdachte in het geheel heeft gehad. De rechtbank heeft ook gekeken naar de straffen die in soortgelijke zaken worden opgelegd. Hierin ziet zij aanleiding om een wat lagere gevangenisstraf op te leggen dan door de officier van justitie is gevorderd en geen geldboete op te leggen. Al met al acht de rechtbank een gevangenisstraf van 42 maanden, met aftrek van het voorarrest, passend en geboden.
Maatregel Kostenverhaal
De Maatregel Kostenverhaal (artikel 13d van de Opiumwet) is op 1 juli 2022 in werking getreden en is van toepassing op strafbare feiten die na de datum van inwerkingtreding worden opgespoord en vervolgd. De maatregel maakt het mogelijk dat de kosten die de Staat maakt in verband met vernietiging van voorwerpen die ernstig gevaar opleveren voor de leefomgeving of de volksgezondheid, worden verhaald op degene die wordt veroordeeld voor een strafbaar feit dat in verband staat met het voorwerp.
Blijkens de in het dossier gevoegde factuur heeft de Staat in deze zaak kosten gemaakt voor het ontmantelen van het drugslaboratorium in de loods in Maria Hoop. De uitgevoerde werkzaamheden bestonden uit het ontmantelen van het drugslaboratorium, inclusief de afvoer ter vernietiging van chemicaliën, restafval en hardware. De gemaakte kosten bedragen € 44.771,79, Voorts is in het dossier een proces-verbaal van de LFO gevoegd, waaruit blijkt dat in het in het draaiende drugslaboratorium vele brandbare stoffen en chemicaliën aanwezig waren. Het is een feit van algemene bekendheid dat dergelijke illegale drugslaboratoria en de opslag en bewerking van chemische stoffen ernstig gevaar voor de leefomgeving en de gezondheid kunnen opleveren, zoals brand- en ontploffingsgevaar en het vrijkomen van giftige dampen. Verder zien de kosten op vernietiging van voorwerpen (opgenomen op de inventarisatielijst op pagina ZD 79-83) waarvoor de maatregel van onttrekking aan het verkeer zal worden opgelegd, zoals uiteengezet in rubriek 9.2.
De rechtbank stelt vast dat aan de vereisten voor oplegging van de Maatregel Kostenverhaal is voldaan. Door feiten zoals de onderhavige maakt de Staat, en dus de maatschappij als geheel, grote kosten voor het op veilige wijze ontmantelen van drugslaboratoria en vernietigen van voorwerpen die ernstig gevaar kunnen opleveren. Daarom vindt de rechtbank het passend dat deze kosten op verdachte en medeverdachte [medeverdachte 1] worden verhaald. De rechtbank zal de kostenveroordeling niet hoofdelijk opleggen, maar houdt rekening met de verschillende rollen van verdachte en [medeverdachte 1] . De rechtbank is van oordeel dat verdachte een meer initiërende rol heeft gehad en zich ook meer met de financiën bezig hield dan [medeverdachte 1] . Daarbij past dat verdachte voor twee derde van het geheel wordt veroordeeld en [medeverdachte 1] voor een derde. Dat er ook nog anderen bij het drugslaboratorium waren betrokken, is geen aanleiding om de maatregel voor een kleiner deel op te leggen. Daarbij speelt mee dat verdachte ook niet over die anderen heeft willen verklaren. Aan verdachte zal daarom de Maatregel Kostenverhaal worden opgelegd ter hoogte van twee derde van het totaal gevorderde bedrag, te weten € 29.847,86. Indien dit bedrag niet wordt voldaan, kunnen 596 dagen gijzeling worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt.

9.Beslag

Onder verdachte zijn de volgende voorwerpen in beslag genomen:

1. € 362,00 (in beslag genomen op 5 september 2022, goednummer 6232105)

2. 1 STK Papier (goednummer 6232088, omschrijving: notitie)

3. 1 STK Telefoontoestel (voorwerpnummer 738021, omschrijving: zwart, merk: Apple)

De goederen die zijn opgenomen op de inventarisatielijst (bijlage II).
De officier van justitie stelt dat deze goederen zijn gebruikt bij het plegen van het feit en heeft daarom de verbeurdverklaring daarvan gevorderd.
De verdediging heeft verzocht om teruggave van het inbeslaggenomen geld.
9.1
Verbeurdverklaring
De inbeslaggenomen telefoon behoort aan verdachte toe. Omdat met behulp van dat voorwerp het bewezen geachte is begaan, wordt dit voorwerp verbeurdverklaard.
9.2.
Onttrekking aan verkeer
Omdat met behulp van de voorwerpen die op de inventarisatielijst (
bijlage II) zijn opgenomen het bewezen geachte is begaan en zij van zodanige aard zijn, dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet of het algemeen belang, worden deze voorwerpen onttrokken aan het verkeer.
9.3
Teruggave aan verdachte
Het inbeslaggenomen geldbedrag en de notitie behoren aan verdachte toe. Niet kan worden vastgesteld dat het geldbedrag uit de baten van het strafbare feit is verkregen. Ook kan er geen verband tussen de notitie en het gepleegde feit worden vastgesteld. De rechtbank oordeelt daarom tot teruggave van deze goederen aan verdachte.

10.Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straffen en maatregelen zijn gegrond op de artikelen:
- 33, 33 a, 36b, 36c, 47 en 55 van het Wetboek van Strafrecht;
- 2, 10 en 13d van de Opiumwet.

11.Beslissing

De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.
Verklaart bewezen dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan zoals hiervoor in
rubriek 5is vermeld.
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Het bewezen verklaarde levert op:
eendaadse samenloop van
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2, onder B en onder D, van de Opiumwet gegeven verbod, strafbaar gesteld bij artikel 10 lid 4 van de Opiumwet
en
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2, onder C, van de Opiumwet gegeven verbod, strafbaar gesteld bij artikel 10 lid 3 van de Opiumwet
Verklaart het bewezene strafbaar.
Verklaart verdachte,
[verdachte], daarvoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvan
42 maanden.
Beveelt dat de tijd die door veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van die straf in mindering gebracht zal worden.
Tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat de veroordeelde in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 van de Penitentiaire beginselenwet, dan wel de regeling van voorwaardelijke invrijheidstelling, als bedoeld in artikel 6:2:10 van het Wetboek van Strafvordering, aan de orde is.
Verklaart verbeurd:

3. 1 STK Telefoontoestel (voorwerpnummer 738021, omschrijving: zwart, merk: Apple)

Verklaart onttrokken aan het verkeer:
De goederen op de inventarisatielijst, opgenomen inbijlage II.
Gelast de teruggaveaan
[verdachte]van:

1. € 362,00 (in beslag genomen op 5 september 2022, goednummer 6232105)

2. 1 STK Papier (goednummer 6232088, omschrijving: notitie)

Legt op de
Maatregel Kostenverhaalvoor een bedrag van
€ 29.847,86;
Bepaalt de duur van de
gijzelingdie ten hoogste door de officier van justitie kan worden gevorderd op
596 dagen. De toepassing van die gijzeling heft de betalingsverplichting niet op.
Dit vonnis is gewezen door
mr. A.C.J. Klaver, voorzitter,
mr. F.J. Lourens en mr. C. Wildeman, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. E. Willeboer, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 16 mei 2023.
[...]

Voetnoten

1.Voor zover niet anders vermeld, wordt in de hierna volgende voetnoten telkens verwezen naar bewijsmiddelen die zich in het aan deze zaak ten grondslag liggende dossier bevinden, volgens de in dat dossier toegepaste nummering. Tenzij anders vermeld, gaat het daarbij om processen-verbaal, in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
2.Proces-verbaal van doorzoeking ter inbeslagneming (met bijlagen) met nummer 2022171446 van 6 september 2022, p. ZD 41 alinea 1 en 2.
3.Proces-verbaal van bevindingen (met bijlage) met nummer 2022171446 van 14 september 2022, p. ZD 83 tweede alinea onder de tabel.
4.Proces-verbaal van bevindingen (met bijlage) met nummer 2022171446 van 14 september 2022, p. ZD 83 derde tot en met vijfde alinea onder de tabel.
5.Proces-verbaal van bevindingen met nummer PL1300-2022171446-68 van 20 september 2022, p. ZD 113 tweede alinea en laatste alinea en p. ZD 114 bovenste helft.
6.Proces-verbaal van bevindingen met nummer PL1300-2022171446-68 van 20 september 2022, p. ZD 114 bovenste helft.
7.Proces-verbaal doorzoeking ter inbeslagneming met nummer 2022171446 van 6 september 2022, p. ZD 43 derde alinea vanaf onderaan.
8.Proces-verbaal van bevindingen (met bijlage) met nummer 2022171446 van 14 september 2022, p. 76 onderste helft en p. ZD 77 tweede alinea.
9.Proces-verbaal van binnentreden in woning met nummer 2022171446 van 6 september 2022, p. ZD 38 onderste helft.
10.Verklaring verdachte op de zitting van 25 april 2023.
11.Proces-verbaal van binnentreden in woning met nummer 2022171446 van 6 september 2022, p. ZD 38 onderste helft en ZD 39 bovenste helft.
12.Proces-verbaal forensisch onderzoek bedrijf ( [adres] ) met nummer PL2300-2022137727-2 van 20 oktober 2022, ZD 164 eerste alinea.
13.Deskundigenrapportage Forensisch DNA-onderzoek, p. ZD 204 eerste rij van de onderste tabel en Deskundigenrapportage Forensisch DNA-onderzoek, p. 208 tweede rij van de onderste tabel.
14.Proces-verbaal forensisch onderzoek bedrijf met nummer PL2300-2022137727-2 van 20 oktober 2022, p. ZD 166 halverwege, Proces-verbaal vooronderzoek lab met nummer PL2300-2022137727-4 van 21 oktober 2022, p. ZD 196 onderste helft, Deskundigenrapportage Forensisch DNA-onderzoek, p. ZD 203 eerste rij van de tabel.
15.Proces-verbaal forensisch onderzoek bedrijf met nummer PL2300-2022137727-2 van 20 oktober 2022, p. ZD 166 halverwege, Proces-verbaal vooronderzoek lab met nummer PL2300-2022137727-4 van 21 oktober 2022, p. ZD 196 onderste helft, Deskundigenrapportage Forensisch DNA-onderzoek, p. ZD 203 tweede rij van de tabel.
16.Proces-verbaal forensisch onderzoek bedrijf met nummer PL2300-2022137727-2 van 20 oktober 2022, p. ZD 166 onderste helft, Proces-verbaal vooronderzoek lab met nummer PL2300-2022137727-4 van 21 oktober 2022, p. ZD 196 onderaan tot en met 197 bovenaan, Deskundigenrapportage Forensisch DNA-onderzoek, p. ZD 203 derde rij van de tabel.
17.Proces-verbaal forensisch onderzoek bedrijf met nummer PL2300-2022137727-2 van 20 oktober 2022, p. ZD 167 onderste helft, Proces-verbaal vooronderzoek lab met nummer PL2300-2022137727-4 van 21 oktober 2022, p. ZD 197 midden, Deskundigenrapportage Forensisch DNA-onderzoek, p. ZD 203 onderste rij van de tabel.
18.Proces-verbaal forensisch onderzoek bedrijf met nummer PL2300-2022137727-2 van 20 oktober 2022, p. ZD 166 bovenste helft, Proces-verbaal vooronderzoek lab met nummer PL2300-2022137727-4 van 21 oktober 2022, p. ZD 197 onderste helft, Deskundigenrapportage Forensisch DNA-onderzoek, p. ZD 204 derde rij van de bovenste tabel.
19.Proces-verbaal forensisch onderzoek bedrijf met nummer PL2300-2022137727-2 van 20 oktober 2022, p. ZD 167 onderste helft en p. ZD 169, Deskundigenrapportage Forensisch DNA-onderzoek, p. ZD 204 eerste rij van de bovenste tabel.
20.Proces-verbaal forensisch onderzoek bedrijf met nummer PL2300-2022137727-2 van 20 oktober 2022, p. ZD 166 onderaan, Proces-verbaal vooronderzoek lab met nummer PL2300-2022137727-4 van 21 oktober 2022, p. ZD 198 bovenste helft, Deskundigenrapportage Forensisch DNA-onderzoek, p. ZD 204 vierde rij van de bovenste tabel.
21.Proces-verbaal forensisch onderzoek bedrijf met nummer PL2300-2022137727-2 van 20 oktober 2022, p. ZD 167 bovenaan, Proces-verbaal vooronderzoek lab met nummer PL2300-2022137727-4 van 21 oktober 2022, p. ZD 198 halverwege, Deskundigenrapportage Forensisch DNA-onderzoek, p. ZD 204 laatste rij van de bovenste tabel.
22.Proces-verbaal van bevindingen met nummer 2022171446 van 7 oktober 2022, p. 233-234.
23.Proces-verbaal van bevindingen iPhone 12 van [verdachte] (met foto’s) van 21 oktober 2022, p. ZD 236 voorlaatste en laatste alinea en p. ZD 238.
24.Proces-verbaal tweede verhoor verdachte [medeverdachte 2] van 31 oktober 2022, p. PD 115 vierde alinea.
25.Proces-verbaal verhoor [medeverdachte 2] van 5 september 2022, PD 70 halverwege.
26.Proces-verbaal tweede verhoor verdachte [medeverdachte 2] van 31 oktober 2022, PD 115 vijfde alinea vanaf onderaan.
27.Proces-verbaal van bevindingen inhoud mobiele telefoon [medeverdachte 2] , p. ZD 224 derde alinea vanaf onderaan.
28.Proces-verbaal tweede verhoor verdachte [medeverdachte 2] van 31 oktober 2022, PD 115 halverwege.
29.Proces-verbaal van bevindingen inhoud mobiele telefoon [medeverdachte 2] , p. ZD 225 halverwege en p. ZD 226.
30.Verklaring verdachte op de zitting van 25 april 2023.