Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
[eiser 2],
[eiser 3],
1.De procedure
2.De feiten
€ 550.000,00 is door de Stichting verkregen door de uitgifte van participaties van € 2.500,00 elk en door het verwerven van een renteloze lening van € 150.000,00.
Onlangs kochten meer dan honderd inwoners een aandeel waardoor het pand openblijft voor de gemeenschap.”
De voormalig pastorie aan de Nieuwendijk in Someren-Eind wordt een herberg. Begin augustus is de juridische overdracht van het parochiebestuur aan de nieuwe stichting Pastorie Someren-Eind. Deze stichting bestaat uit ruim honderd burgers die geld hebben gestort om de aankoop mogelijk te maken.”
Na decennia lange bewoning door een aantal pastoors en andere geestelijken is het leegstaande pand inmiddels aangekocht dankzij bedragen van honderd participanten uit het dorp.”
In 2019 kochten ruim 90 participanten de Pastorie.”
Ontslagen wethouder onder vuur”. In dat artikel werd verslag gedaan van een zitting in de rechtbank Den Bosch op 8 november 2022. Tijdens die zitting werd wethouder [naam 6] (hierna: [naam 6] ) van de gemeente Someren gehoord als getuige in een procedure die volgde op het ontslag van collega-wethouder [naam 7] (hierna: [naam 7] ). In dat verhoor verklaarde wethouder [naam 6] dat [naam 7] zich in een college-overleg voorstander van een aanvullende lening voor de aankoop van de pastorie in Someren-Eind zou hebben getoond, terwijl het restant deels uit zwart geld bestond. Deze uitspraak was één van de redenen waarom wethouder [naam 6] zei te twijfelen aan de betrouwbaarheid van [naam 7] .
Zwart geld of niet, dat is de vraag” en met als zogenoemde chapeau (de tekst boven de kop) “
Verhoren in kwestie ontslagen wethouder [naam 7] in Someren”. Bij dit artikel stond een foto van de pastorie in Someren-Eind. In dat artikel staat, voor zover hier van belang, het volgende:
97.‘participaties’
3.Het geschil
4.De beoordeling
10 november 2022 met daarboven de kop “
Zwart geld of niet, dat is de vraag” en een foto van de pastorie, onrechtmatig jegens de Stichting c.s. heeft gehandeld.
Zwart geld of niet, dat is de vraag” jegens haar onrechtmatig is, omdat daarmee ten onrechte de suggestie wordt gewekt dat de pastorie in Someren-Eind door de Stichting met zwart geld is aangekocht. Dit terwijl het artikel helemaal niet gaat over de pastorie, maar over een getuigenverhoor naar aanleiding van het ontslag van [naam 7] als wethouder vanwege te nauwe betrokkenheid bij een bouwbedrijf. De Stichting c.s. stelt verder dat de kop is gebaseerd op een volstrekt misplaatste veronderstelling die het ED zelf uit de getuigenverklaring van [naam 6] heeft afgeleid en dat door [naam 7] bovendien wordt ontkend dat hij heeft gezegd dat de pastorie met zwart geld zou worden gekocht. Ook de vraag aan het begin van het artikel “
Is er gesjoemeld met zwart geld bij de aankoop van de pastorie in Someren-Eind? Daarover lopen de lezingen uiteen”, slaat volgens de Stichting c.s. niet op het artikel. De Stichting c.s. stelt dat de lezingen niet uiteenlopen. [naam 7] zegt dat hij het niet heeft gezegd en verder is er niemand dit dit beweert, aldus de Stichting c.s. Verder stelt de Stichting c.s. dat de journalist van het ED het recht op wederhoor niet goed heeft toegepast door tijdens het telefoongesprek op 9 november 2022 met de secretaris van de Stichting alleen te vragen naar de wijze van financiering van de aankoop van de Stichting en daarbij niet te melden dat de woorden “
zwart geld” boven het artikel en een foto van de pastorie zouden komen te staan. Dat het ED in het artikel bovendien spreekt over de aanschaf van de pastorie door “
enkele inwoners” is een verdraaing van de feiten en ook onbegrijpelijk nu bij het ED gelet op de eerdere publicaties over de aankoop van de pastorie bekend was dat niet enkele inwoners maar juist een groot aantal personen de aankoop van de pastorie mogelijk hadden gemaakt, aldus de Stichting c.s.
Fijn dat de gisteren door mij verstrekte info goed is verwoord”. Dat door de journalist in het telefoongesprek niet aan de secretaris is gemeld dat de kop boven het artikel de woorden “zwart geld” zou bevatten, maakt dat niet anders. Daarbij is allereerst van belang dat de Stichting c.s. heeft verklaard dat de secretaris in het telefoongesprek zelf aan de journalist heeft gemeld dat het door [naam 6] aan [naam 7] gemaakte verwijt niet waar kon zijn omdat van inzet van zwart geld bij de aankoop van de pastorie geen sprake was. Voor de secretaris was het dus kennelijk duidelijk dat de journalist belde om te onderzoeken of er sprake was van zwart geld bij de aankoop van de pastorie en is daartegen verweer gevoerd. Daar komt bij dat DPG ter zitting heeft toegelicht dat een kop boven een artikel pas op het allerlaatste moment door de eindredactie van het ED wordt bepaald. De voorzieningenrechter begrijpt daaruit dat de kop boven het artikel met daarin de woorden “zwart geld”, nog niet was bepaald toen de journalist op 9 november 2022 belde met de secretaris van de Stichting. Daarvan uitgaande kon tijdens dat telefoongesprek aan de secretaris dus ook nog geen mededeling over de kop van het artikel worden gedaan.
1.079,00