ECLI:NL:RBAMS:2023:3171
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de WOZ-waarde van een onroerende zaak in Amsterdam voor het belastingjaar 2022
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank Amsterdam het beroep van eiser tegen de vaststelling van de WOZ-waarde van de onroerende zaak gelegen aan [adres] in Amsterdam voor het belastingjaar 2022. De heffingsambtenaar van de gemeente Amsterdam had in een beschikking van 31 mei 2022 de WOZ-waarde vastgesteld op € 852.000,-. Na bezwaar werd deze waarde verlaagd naar € 835.000,-. Eiser, eigenaar van de woning, heeft beroep ingesteld tegen deze beslissing. De rechtbank heeft op 21 maart 2023 de zaak behandeld, waarbij zowel eiser als de heffingsambtenaar, vertegenwoordigd door mr. N.M. Kell, aanwezig waren.
De rechtbank heeft de beroepsgronden van eiser beoordeeld, waarbij eiser aanvoert dat de heffingsambtenaar is uitgegaan van een onjuiste gebruiksoppervlakte van de woning. Eiser stelt dat de gebruiksoppervlakte 117 m² bedraagt, terwijl de heffingsambtenaar deze heeft vastgesteld op 120 m². De rechtbank oordeelt dat de heffingsambtenaar de gebruiksoppervlakte conform NEN 2580 heeft berekend en dat eiser geen overtuigende argumenten heeft aangedragen om aan deze berekening te twijfelen. De rechtbank concludeert dat de heffingsambtenaar voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat de WOZ-waarde niet te hoog is vastgesteld.
Uiteindelijk verklaart de rechtbank het beroep ongegrond, wat betekent dat eiser geen gelijk krijgt en geen vergoeding van proceskosten ontvangt. De uitspraak is gedaan door mr. A. Rodriguez Galvis en is openbaar uitgesproken op 19 april 2023.