ECLI:NL:RBAMS:2023:3169

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
12 april 2023
Publicatiedatum
17 mei 2023
Zaaknummer
13/071871-23
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht; Europees strafrecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bezwaar tegen beperkingen overleveringsdetentie in de zaak van een Deense klager

In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 12 april 2023 uitspraak gedaan in een bezwaarschrift tegen het bevel van de officier van justitie tot het opleggen van beperkingen aan de overleveringsdetentie van een Deense klager. De klager, geboren in 1976 in Denemarken en thans gedetineerd in Nederland, had bezwaar gemaakt tegen de beperkingen die hem waren opgelegd. Het bezwaarschrift werd op 27 maart 2023 ingediend en de rechtbank heeft op 5 april 2023 zowel de klager als de officier van justitie gehoord. Na een tussenbeschikking op 5 april, waarin de rechtbank de feiten en standpunten van beide partijen herhaalde, werd de zaak aangehouden tot 12 april 2023.

Tijdens de zitting op 12 april 2023 heeft de raadsvrouw van de klager, mr. S. Drent, aangegeven dat er geen bezwaren meer bestaan tegen het nieuwe bevel van de officier van justitie, dat op 11 april 2023 was afgegeven. De rechtbank heeft vervolgens het bezwaarschrift in zoverre gegrond verklaard, waarbij de gewijzigde beperkingen zijn vastgesteld. Deze beperkingen omvatten onder andere dat de klager geen bezoek mag ontvangen zonder toestemming van de officier van justitie, geen telefonisch contact mag hebben met anderen zonder toestemming, en dat correspondentie met de Deense autoriteiten voorafgaand aan verzending moet worden goedgekeurd.

De rechtbank heeft in haar beslissing benadrukt dat de klager wel mondeling contact mag hebben met medegedetineerden en dat hij televisie mag kijken en kranten/tijdschriften mag lezen, maar geen gebruik mag maken van een computer of mobiele telefoon. De beschikking is gegeven in raadkamer door de voorzitter en twee andere rechters, in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER

Parketnummer: 13/071871-23
BESCHIKKING
in raadkamer op het bezwaarschrift ex artikel 61 van de Overleveringswet (OLW) jo. artikel 62a, vierde lid, van het Wetboek van Strafvordering (Sv) in de zaak van
[klager],
geboren op [geboortedag] 1976 in [geboorteplaats] (Denemarken),
van Deense nationaliteit,
zonder vaste woon- of verblijfplaats hier te lande,
thans gedetineerd in [detentieadres],
hierna te noemen “klager”,
tegen het bevel van de officier van justitie te Amsterdam van 17 maart 2023 tot het opleggen van beperkingen als bedoeld in artikel 62 Sv.

1.Procesgang

Het bezwaarschrift is op 27 maart 2023 ter griffie van deze rechtbank ingediend.
De rechtbank heeft op 5 april 2023 klager, mr. S. Drent, advocaat te Amsterdam, en de officier van justitie, mr. K. van der Schaft, in besloten raadkamer gehoord.
De rechtbank heeft op 5 april 2023 een tussenbeschikking gewezen en de zaak aangehouden tot 12 april 2023.
De rechtbank heeft op 12 april 2023 de raadsvrouw van klager, mr. S. Drent, advocaat te Amsterdam, en de officier van justitie, mr. K. van der Schaft, in besloten raadkamer gehoord. Klager heeft afstand gedaan van zijn recht om bij de behandeling aanwezig te zijn.

2.Tussenbeschikking 5 april 2023

De rechtbank verwijst naar de tussenbeschikking van 5 april 2023 voor wat betreft de feiten, de inhoud van het verzoekschrift, de (nadere) standpunten van de verdediging en de officier van justitie. Ook de overwegingen van de rechtbank dienen hier als herhaald en ingelast te worden beschouwd.

3.Nadere beoordeling van het bezwaarschrift

Na de tussenbeschikking van 5 april 2023 is op 11 april 2023 een nieuw bevel beperkingen afgegeven door de officier van justitie. Daarin is het volgende bepaald:
de opgeëiste persoon mag zonder uitdrukkelijke toestemming van de officier van justitie geen bezoek ontvangen; deze beperking geldt niet ten aanzien van bezoek door de raadsman en politie;
de opgeëiste persoon mag geen telefonisch contact, middellijk noch onmiddellijk, hebben met anderen zonder uitdrukkelijke toestemming van de officier van justitie te Amsterdam; deze beperking geldt niet ten aanzien van telefonisch verkeer met de raadsman, justitiële autoriteiten en commissie van toezicht;

3. de opgeëiste persoon mag enkel brieven resp. pakketjes verzenden of ontvangen met voorafgaande toestemming van de Deense autoriteiten, aldus dat stukken eerst naar het Internationaal Rechtshulpcentrum (IRC) worden gestuurd, waarna het IRC de Deense autoriteiten vraagt om al dan niet toestemming te verlenen. Deze beperking geldt niet ten aanzien van correspondentie met de raadsman, en justitiële autoriteiten en commissie van toezicht;

4. de opgeëiste persoon mag geen enkel contact hebben -schriftelijk noch telefonisch, middellijk noch onmiddellijk - met medegedetineerde(n); mondeling contact is WEL toegestaan.

5. het is de opgeëiste persoon toegestaan om televisie te kijken en kranten/tijdschriften te

lezen op zijn cel. Het is de opgeëiste persoon NIET toegestaan gebruik te maken van een computer/mobiele telefoon;

De raadsvrouw heeft zich op het standpunt gesteld dat er geen bezwaren (meer) bestaan ten aanzien van dit nieuwe bevel beperkingen.
De rechtbank zal het nader toegelichte bezwaarschrift daarom in zoverre gegrond verklaren dat voor klager de gewijzigde beperkingen gelden conform het bevel van de officier van justitie van 11 april 2023 zoals hiervoor opgesomd.

4.Beslissing

De rechtbank:
Verklaarthet nader toegelichte bezwaar in zoverre gegrond dat voor klager de beperkingen gelden conform het bevel van de officier van justitie van 11 april 2023.
Deze beschikking is gegeven op 12 april 2023 in raadkamer van deze rechtbank door
mr. J.G. Vegter, voorzitter,
mrs. L. Sanders en J.H. Beestman, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. E.A. Harland, griffier.