Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
Beide partijen hebben producties en een pleitnota in het geding gebracht.
Bij de mondelinge behandeling waren aanwezig:
Na verder debat is vonnis bepaald op vandaag.
2.De feiten
3.Het geschil
primair:1. ABN AMRO te verbieden om uitvoering te geven aan de opzegging van de relatie met [handelsnaam] ;
2. ABN AMRO te veroordelen alle producten van [handelsnaam] in stand te laten en uitvoering te geven aan transacties op de rekening;
3. ABN AMRO te verbieden om hem op te nemen in het IVR of in een vergelijkbaar register;
subsidiair:4. ABN AMRO te veroordelen om [eiser] te laten beschikken over tenminste één betaalrekening (bij voorkeur rekening [rekeningnummer] ) en uitvoering te geven aan transacties op die rekening (eventueel met nadere afspraken);
5. ABN AMRO te verbieden om [handelsnaam] op te nemen in het IVR of in een vergelijkbaar register;
meer subsidiair:6. ABN AMRO te veroordelen om [handelsnaam] te laten beschikken over tenminste één bankrekening (bij voorkeur rekening [rekeningnummer] ) en uitvoering te geven aan transacties op die rekening, totdat een onherroepelijke uitspraak is gedaan in de bodemprocedure;
dit alles op straffe van dwangsommen en met veroordeling van ABN AMRO in de (na)kosten en in de buitengerechtelijke incassokosten, te vermeerderen met de wettelijke rente.
- i) Binnen de onderneming is sprake van aanzienlijke contante geldstromen, terwijl er geen administratie wordt bijgehouden waarin de geldstromen volledig worden verantwoord. In de periode van 14 oktober 2021 tot en met 22 maart 2022 heeft ABN AMRO voor ruim € 780.000,00 aan transacties verwerkt met een chartale (contante) component, terwijl [handelsnaam] in die periode geen behoorlijke financiële administratie heeft bijgehouden. De gegevens die wel zijn vastgelegd, zijn voor ABN AMRO niet controleerbaar en verifieerbaar.
- ii) [handelsnaam] heeft onvoldoende objectieve en onafhankelijke documenten overgelegd waarmee ABN AMRO de bron van het cash geld kan controleren en verifiëren.
- iii) [handelsnaam] laat grote sommen cash geld via de internationale luchtvaart en met behulp van een netwerk vanuit Suriname naar Nederland aanvoeren, zonder daar melding van te doen bij de Douane. Dit gedrag is hoogst ongebruikelijk. [handelsnaam] heeft voor dit gedrag geen geloofwaardige verklaring gegeven. Bovendien vormt dit gedrag een objectieve indicator voor witwassen. Gelet op deze omstandigheden en de daarmee gepaard gaande witwasrisico's, is ABN AMRO op grond van artikel 5 lid 3 Wwft gehouden de relatie op te zeggen;
4.De beoordeling
- Alternatieve overboekingsmethoden, betalingsdienstaanbieders (PSP’s) en geldwisselinstellingen (MSB’s)
- (…)
de verwerking is noodzakelijk voor de behartiging van de gerechtvaardigde belangen van de verwerkingsverantwoordelijke of van een derde, behalve wanneer de belangen of de grondrechten en de fundamentele vrijheden van de betrokkene die tot bescherming van persoonsgegevens nopen, zwaarder wegen dan die belangen (…).”
1.079,00