In de strafzaak tegen de verdachte, geboren in 1999, heeft de rechtbank Amsterdam op 4 mei 2023 uitspraak gedaan na een onderzoek ter terechtzitting op 22 oktober 2021 en 4 mei 2023. De verdachte was aanwezig tijdens de behandeling van zijn zaak. De officier van justitie, mr. A.L. Wagenaar, heeft gevorderd dat de verdachte schuldig wordt bevonden aan diefstal met geweld en het bezit van een vuurwapen. De verdediging, vertegenwoordigd door mr. M.H. Aalmoes, heeft gepleit voor vrijspraak, stellende dat het bewijs onvoldoende is en dat de herkenning door de aangever onbetrouwbaar is.
De rechtbank heeft de tenlastelegging beoordeeld en geconcludeerd dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs is voor de betrokkenheid van de verdachte bij de hem ten laste gelegde feiten. De rechtbank heeft de verklaring van de verdachte over het aangetroffen dna-materiaal op het shirt van de aangever in overweging genomen, maar kon niet met voldoende zekerheid vaststellen dat dit een daderspoor was. De herkenning door de aangever werd als onvoldoende betrouwbaar beschouwd, waardoor de rechtbank tot de conclusie kwam dat de verdachte vrijgesproken moest worden.
Daarnaast heeft de rechtbank beslist over de in beslag genomen telefoons en de vordering van de benadeelde partij. De benadeelde partij, die € 1750,- aan materiële schade en € 14.000,- aan immateriële schade vorderde, werd niet-ontvankelijk verklaard in zijn vordering, omdat de verdachte van het feit waarvoor vergoeding werd gevorderd, werd vrijgesproken. De rechtbank heeft de teruggave van de in beslag genomen goederen aan de verdachte gelast en het bevel tot voorlopige hechtenis opgeheven.