ECLI:NL:RBAMS:2023:3162

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
17 mei 2023
Publicatiedatum
17 mei 2023
Zaaknummer
1305719722
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak voor diefstal met geweld en bezit van een vuurwapen

Op 4 mei 2023 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van diefstal met geweld en het bezit van een vuurwapen. De verdachte was niet aanwezig tijdens de zitting. De officier van justitie, mr. A.L. Wagenaar, vorderde een veroordeling, maar stelde ook dat er onvoldoende bewijs was voor een veroordeling. De raadsman, mr. S.V. Ramdihal, steunde dit standpunt en betoogde dat het dossier onvoldoende bewijs bevatte om de verdachte te veroordelen. De rechtbank heeft het dossier en het verhandelde ter zitting zorgvuldig overwogen en kwam tot de conclusie dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs was voor de betrokkenheid van de verdachte bij de ten laste gelegde feiten. Daarom sprak de rechtbank de verdachte vrij van beide feiten. Daarnaast werd de benadeelde partij, die schadevergoeding eiste, niet-ontvankelijk verklaard in zijn vordering, omdat de verdachte was vrijgesproken. De kosten werden door beide partijen zelf gedragen.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

VONNIS
Parketnummer: 13/057197-22 (Promis)
Datum uitspraak: 4 mei 2023
Vonnis van de rechtbank Amsterdam, meervoudige strafkamer, in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren in [geboorteplaats] op [geboortedag] 2002,
[adres].

1.Het onderzoek ter terechtzitting

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 4 mei 2023. Verdachte was bij de behandeling van zijn strafzaak niet aanwezig.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie mr. A.L. Wagenaar en van wat de raadsman mr. S.V. Ramdihal naar voren heeft gebracht.

2.Tenlastelegging

Aan verdachte is – kort gezegd – onder 1 ten laste gelegd dat hij zich op 14 juli 2020 in Amsterdam samen met anderen heeft schuldig gemaakt aan diefstal met geweld. Subsidiair is dit ten laste gelegd als openlijke geweldpleging. Ten aanzien van feit 2 wordt verdachte verweten dat hij zich op dezelfde dag en plaats heeft schuldig gemaakt aan het (medeplegen van het) bezit van een vuurwapen van categorie II en/of categorie III.
De volledige tekst van de tenlastelegging is opgenomen als bijlage 1 bij dit vonnis en geldt als hier ingevoegd.

3.Vrijspraak

3.1.
Het standpunt van het Openbaar Ministerie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat verdachte moet worden vrijgesproken van het ten laste gelegde feit, omdat het dossier weliswaar voldoende wettig bewijs bevat maar de overtuiging ontbreekt.
3.2.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich eveneens op het standpunt gesteld dat verdachte moet worden vrijgesproken, omdat het dossier onvoldoende bewijs bevat.
3.3.
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank is, met de officier van justitie en de raadsman, op grond van het dossier en het verhandelde ter zitting van oordeel dat het ten laste gelegde niet bewezen is, omdat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs is voor betrokkenheid van verdachte bij de hem ten laste gelegde feiten. Verdachte zal daarom worden vrijgesproken van beide feiten.

4.Ten aanzien van de benadeelde partij en de schadevergoedingsmaatregel

De benadeelde partij [benadeelde partij] vordert € 1750,- aan vergoeding van materiële schade en
€ 14.000,- aan vergoeding van immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente
,alsmede € 50,- aan proceskosten.
De benadeelde partij zal in de vordering niet-ontvankelijk worden verklaard, omdat verdachte van het feit waarvoor vergoeding wordt gevorderd wordt vrijgesproken.
De benadeelde partij en de verdachte zullen ieder de eigen kosten dragen.

5.Beslissing

De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.
Verklaart het ten laste gelegde niet bewezen en
spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart [benadeelde partij]
niet-ontvankelijkin zijn vordering.
Bepaalt dat de benadeelde partij en de verdachte ieder de eigen kosten dragen.
Dit vonnis is gewezen door
mr. C.P.E. Meewisse, voorzitter,
mrs. C.W. Bianchi en M. Bakhuis, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. K. Buiskool, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 4 mei 2023.
[…]