ECLI:NL:RBAMS:2023:3115
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van een WIA-uitkering en de vaststelling van arbeidsongeschiktheid
In deze uitspraak van de Rechtbank Amsterdam op 10 mei 2023, wordt het beroep van eiseres tegen de beslissing op bezwaar van de raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV) beoordeeld. Eiseres, die sinds 28 mei 2019 een uitkering op grond van de Werkloosheidswet (WW) ontvangt, heeft zich op 6 maart 2020 ziekgemeld en een uitkering op grond van de Ziektewet (ZW) aangevraagd. In 2021 heeft zij een WIA-uitkering aangevraagd, maar deze werd afgewezen omdat zij meer dan 65% van haar loon kan verdienen. Eiseres heeft bezwaar gemaakt tegen deze beslissing, maar het UWV verklaarde het bezwaar ongegrond op 2 augustus 2022.
De rechtbank heeft het beroep op 18 april 2023 behandeld, waarbij eiseres en haar gemachtigde niet verschenen, terwijl de gemachtigde van verweerder wel aanwezig was. De rechtbank oordeelt dat de verzekeringsarts en de arbeidsdeskundige zorgvuldig hebben gehandeld en dat er geen toegenomen klachten zijn uit dezelfde oorzaak. Eiseres heeft niet voldoende medische gegevens overlegd om haar stelling van toegenomen arbeidsongeschiktheid te onderbouwen. De rechtbank concludeert dat de medische en arbeidskundige rapporten voldoen aan de vereisten van zorgvuldigheid en dat de geselecteerde functies voor eiseres geschikt zijn.
Uiteindelijk verklaart de rechtbank het beroep ongegrond, waardoor het bestreden besluit in stand blijft. Eiseres krijgt geen griffierecht terug en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.