ECLI:NL:RBAMS:2023:3067

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
12 mei 2023
Publicatiedatum
12 mei 2023
Zaaknummer
AMS 23/2201
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Bestuursprocesrecht
Procedures
  • Proces-verbaal
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing verzoek voorlopige voorziening inzake openbaarmaking van informatie door de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

In deze uitspraak beslist de voorzieningenrechter van de Rechtbank Amsterdam op het verzoek om een voorlopige voorziening van Century Aluminum Vlissingen B.V. tegen de gedeeltelijke openbaarmaking van informatie door de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Het bestreden besluit, genomen op 4 april 2023, houdt in dat het verzoek om openbaarmaking van informatie inzake inspecties, handhavingen en interventies bij Century Aluminum Vlissingen gedeeltelijk is toegewezen. Verzoeker heeft hiertegen bezwaar gemaakt en verzocht om een voorlopige voorziening om openbaarmaking tegen te gaan.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 2 mei 2023 behandeld. Na de zitting heeft de voorzieningenrechter onmiddellijk uitspraak gedaan. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om een voorlopige voorziening toe, schorst het bestreden besluit en verbiedt de Minister om de desbetreffende documenten openbaar te maken tot zes weken na de bekendmaking van de beslissing op het bezwaar. Tevens wordt de Minister veroordeeld tot vergoeding van het betaalde griffierecht van € 365,- en de proceskosten van verzoeker tot een bedrag van € 1.674,-.

De voorzieningenrechter overweegt dat de procedure om een voorlopige voorziening te treffen noodzakelijk is omdat de uitkomst van de bezwaarprocedure niet kan worden afgewacht. De voorzieningenrechter concludeert dat er geen zwaarwegende belangen zijn die nopen tot onmiddellijke openbaarmaking van de stukken. De uitspraak is gedaan door mr. L.H. Waller, in aanwezigheid van mr. L.A. Super, griffier, op 2 mei 2023. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

Bestuursrecht
zaaknummer: AMS 23/2201

proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de voorzieningenrechter van2 mei 2023 in de zaak tussen

Century Aluminum Vlissingen B.V., uit Ritthem, verzoeker

(gemachtigde: mr. E.E. Boone-Tange),
en

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

(gemachtigde: mr. G. Zihni).

Inleiding

1.1.
In deze uitspraak beslist de voorzieningenrechter op het verzoek om een voorlopige voorziening van verzoeker tegen het toegewezen verzoek om openbaarmaking van informatie.
1.2.
Bij besluit van 4 april 2023 (het bestreden besluit) heeft verweerder het verzoek om openbaarmaking van informatie “inzake inspecties, handhavingen en interventies bij Century Aluminum Vlissingen” op grond van de Woo [1] gedeeltelijk toegewezen.
1.3.
Verzoeker heeft hiertegen bezwaar gemaakt en de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen om openbaarmaking tegen te gaan.
1.4.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 2 mei 2023 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: [naam] , de gemachtigde van verzoeker en de gemachtigde van verweerder.
1.5.
Na afloop van de zitting heeft de voorzieningenrechter onmiddellijk uitspraak gedaan.

Beslissing

De voorzieningenrechter:
- wijst het verzoek om een voorlopige voorziening toe;
- schorst het bestreden besluit en verbiedt verweerder tot openbaarmaking van de desbetreffende documenten over te gaan tot zes weken na bekendmaking van de beslissing op het bezwaar;
- draagt verweerder op het betaalde griffierecht van € 365,- aan verzoeker te
vergoeden;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van verzoeker tot een bedrag van
€ 1.674,-

Overwegingen

2.
In deze procedure dient de voorzieningenrechter na te gaan of een spoedmaatregel moet worden getroffen omdat de uitkomst van de bezwaarprocedure niet kan worden afgewacht. Hij let daarbij op de belangen van alle partijen. Het oordeel van de voorzieningenrechter is verder niet bindend voor de rechtbank in een eventuele beroepsprocedure.
3. Op 5 september 2022 heeft het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) een verzoek ontvangen om informatie openbaar te maken "inzake inspecties, handhavingen en interventies bij Century Aluminum Vlissingen" op grond van de Woo.
4. Bij het bestreden besluit heeft verweerder besloten de gevraagde informatie over de periode van 1 januari 2018 tot en met 12 september 2022 gedeeltelijk openbaar te maken. Openbaarmaking van bepaalde passages moet volgens verweerder achterwege blijven, omdat de Woo zich tegen de openbaarmaking verzet.
5. Verzoeker beoogt met zijn verzoek om openbaarmaking van de documenten te voorkomen.
6. Ter zitting heeft verweerder laten weten de documenten niet openbaar te maken tot twee weken na de beslissing op het bezwaar.
7. De voorzieningenrechter overweegt als volgt. Een voorlopige voorzieningen-procedure heeft, zoals het woord al aangeeft, nadrukkelijk betrekking op het al dan niet treffen van een voorlopige voorziening, omdat de bodemprocedure niet kan worden afgewacht. Afwijzing van een verzoek om een voorlopige voorziening over een besluit dat strekt tot openbaarmaking van stukken, heeft naar zijn aard feitelijk tot gevolg dat er een definitieve, onomkeerbare situatie ontstaat. Afwijzing van het verzoek heeft immers tot gevolg dat verweerder de gevraagde informatie (gedeeltelijk) openbaar maakt. Die openbaarmaking kan vervolgens niet meer ongedaan worden gemaakt. Omdat eenmaal openbaar gemaakte documenten (naar de toekomst toe) altijd openbaar blijven voor een ieder, kan dat verstrekkende gevolgen hebben voor verzoeker. Nu naar het oordeel van de voorzieningenrechter niet is gebleken van zwaarwegende belangen die nopen tot onmiddellijke openbaarmaking van de stukken, ziet de voorzieningenrechter aanleiding om verweerder te verbieden de stukken openbaar te maken tot zes weken na bekendmaking van de beslissing op bezwaar. Wat verzoeker tegen de (gedeeltelijke) openbaarmaking van de stukken heeft aangevoerd, zal verder in de bezwaarprocedure aan bod kunnen komen

Conclusie

8. Omdat de voorzieningenrechter het verzoek toewijst, bepaalt de voorzieningenrechter dat verweerder het door hem betaalde griffierecht vergoedt.
9. De voorzieningenrechter veroordeelt verweerder in de door verzoeker gemaakte proceskosten. Deze kosten stelt de voorzieningenrechter op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vast op € 1.674,- (1 punt voor het indienen van het verzoekschrift en 1 punt voor het verschijnen ter zitting, met een waarde per punt van € 837,- en een wegingsfactor 1).
Deze uitspraak is gedaan door mr. L.H. Waller, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. L.A. Super, griffier, op 2 mei 2023.
griffier voorzieningenrechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.

Voetnoten

1.Wet open overheid.