In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 2 mei 2023 uitspraak gedaan over de verlenging van de terbeschikkingstelling (tbs) van een terbeschikkinggestelde, geboren in 1985, die sinds 2011 onder tbs staat. De officier van justitie had verzocht om verlenging van de tbs met twee jaar, maar heeft dit verzoek tijdens de zitting gewijzigd naar een verlenging van één jaar. De rechtbank heeft de terbeschikkinggestelde, zijn raadsvrouw en deskundigen gehoord en de relevante stukken in de zaak bestudeerd. De terbeschikkinggestelde heeft een antisociale persoonlijkheidsstoornis en er is een hoog recidiverisico vastgesteld. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de veiligheid van anderen eist dat de tbs met één jaar wordt verlengd, gezien de ernst van het delict en de huidige problematiek van de terbeschikkinggestelde. Het verzoek tot voorwaardelijke beëindiging van de tbs is afgewezen, omdat er geen overeenstemming is over de voortgang van het resocialisatietraject. De rechtbank benadrukt het belang van een zorgvuldige en stapsgewijze voortzetting van de behandeling en het resocialisatietraject, dat naar verwachting meer dan twee jaar in beslag zal nemen. De rechtbank hoopt dat de terbeschikkinggestelde zich blijft inzetten voor zijn resocialisatie, ondanks zijn negatieve gevoelens over de voortgang.