Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.[eiser 1] ,
[eiser 2],
1.De procedure
- de dagvaarding van 30 juli 2022, met producties,
- de conclusie van antwoord, met producties,
- het vonnis in incident van 21 september 2022,
- het tussenvonnis van 1 februari 2023 waarbij een mondelinge behandeling is gelast,
- het proces-verbaal van mondelinge behandeling van 9 maart 2023, en de daarin opgenomen proceshandelingen en processtukken waaronder een eiswijziging,
- de brief aan de zijde van [eisers] van 28 maart 2023 met opmerkingen op het proces-verbaal.
2.De feiten
3.Het geschil
- i) te verklaren voor recht dat [gedaagde] toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van de Samenwerkingsovereenkomst met betrekking tot de Weekenden vanaf november 2017 en voorafgaande aan maart 2020, althans één (1) of meerdere Weekenden vanaf november 2017 en voorafgaande aan maart 2020;
- ii) [gedaagde] te veroordelen tot betaling van een totaalbedrag ad EUR 6.431,52 (zesduizend vierhonderd eenendertig euro en tweeënvijftig eurocent), althans een bedrag in goede justitie te bepalen, een en ander te voldoen binnen veertien (14) dagen na dagtekening van het vonnis, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente tot de dag van volledige betaling;
- iii) te verklaren voor recht dat [gedaagde] toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van de Samenwerkingsovereenkomst met betrekking tot de Weekenden vanaf maart 2020 en voorafgaande aan januari 2022, althans één (1) of meerdere Weekenden vanaf maart 2020 en voorafgaande aan januari 2022;
- iv) [gedaagde] te veroordelen tot betaling van een totaalbedrag ad EUR 31.504,00 (eenendertigduizend vijfhonderdvier euro), althans een bedrag in goede justitie te bepalen, een en ander te voldoen binnen veertien (14) dagen na dagtekening van het vonnis, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente vanaf 1 februari 2022, althans vanaf 7 februari 2022, althans vanaf 26 februari 2022, althans vanaf 26 maart 2022, althans vanaf een datum in goede justitie te bepalen, tot de dag van volledige betaling;
- v) te verklaren voor recht dat [gedaagde] toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van de Samenwerkingsovereenkomst met betrekking tot het Weekend van januari 2022;
- vi) [gedaagde] te veroordelen tot betaling van een totaalbedrag ad EUR 9.828,50 (negenduizend achthonderdachtentwintig euro en vijftig eurocent), althans een bedrag in goede justitie te bepalen, een en ander te voldoen binnen veertien (14) dagen na dagtekening van het vonnis, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 10 februari 2022, althans vanaf 9 maart 2022, althans vanaf 10 maart 2022, althans vanaf een datum in goede justitie te bepalen, tot de dag van volledige betaling;
- vii) [gedaagde] te veroordelen tot betaling van de kosten van dit geding, een en ander te voldoen binnen veertien (14) dagen na dagtekening van het vonnis, bij gebreke waarvan voormelde kosten worden vermeerderd met de wettelijke rente met ingang van de vijftiende (15) dag na de datum van dit vonnis tot de dag van volledige betaling;
- viii) [gedaagde] te veroordelen tot betaling van de buitengerechtelijke kosten, een en ander te voldoen binnen veertien (14) dagen na dagtekening van het vonnis, bij gebreke waarvan voormelde kosten worden vermeerderd met de wettelijke rente met ingang van de vijftiende (15) dag na de datum van dit vonnis tot de dag van volledige betaling;
- ix) [gedaagde] te veroordelen tot betaling van de na dit vonnis ontstane kosten indien [gedaagde] niet binnen veertien (14) dagen na aanschrijving door [eisers] volledig aan dit vonnis voldoet, te vermeerderen met de wettelijke rente met ingang van de vijftiende (15) dag na de voormelde aanschrijving tot de dag van volledige betaling.