Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
inleiding
1.016,00
Rechtbank Amsterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 25 januari 2023 uitspraak gedaan in een kort geding tussen twee buren, waarbij de eiser, wonende aan [adres 2], vorderde om het executoriaal beslag dat de gedaagde, wonende aan [adres 1], had gelegd op zijn bankrekening op te heffen. De achtergrond van het geschil ligt in een eerder vonnis van 20 april 2022, waarin de rechtbank de eiser had opgedragen om zijn buitenlampen aan te passen om hinder voor de gedaagde te voorkomen. De gedaagde had echter executoriaal beslag gelegd op de bankrekening van de eiser, omdat hij meende dat de eiser niet voldeed aan de eerdere veroordeling. Tijdens de zitting op 11 januari 2023 hebben beide partijen hun standpunten toegelicht, waarbij de eiser stelde dat hij de lampen had vervangen door modellen die naar beneden schijnen, terwijl de gedaagde aanvoerde dat de hinder bleef bestaan. De voorzieningenrechter oordeelde dat de eiser de veroordeling had nageleefd en dat het beslag op de bankrekening van de eiser misbruik van bevoegdheid opleverde. Het beslag werd opgeheven en de gedaagde werd veroordeeld in de proceskosten. De rechtbank benadrukte dat de gedaagde geen dwangsommen had verbeurd, omdat hij niet voldoende had aangetoond dat de eiser in gebreke was gebleven.