Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
- het verzoekschrift, met producties,
- het verweerschrift, met producties,
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 7 maart 2023 en de daarin genoemde processtukken.
2.De feiten
letter of intent(hierna: LOI) opgesteld. Foruminvest heeft de LOI op 6 november 2019 ondertekend en hierna op 8 november 2019 doorgestuurd aan Corum Sas en McDevitt. Corum Sas wilde het hotel na aankoop verhuren. Bij de LOI is een conceptovereenkomst gevoegd voor de verhuur van het hotel aan Borealis Hotel Group B.V. (hierna: Borealis), die namens Forminvest en Borealis was ondertekend.
3.Het verzoek
4.De beoordeling
Bevoegdheid en toepasselijk recht
fishing expeditiongebruikt. Als toelichting stelt Corum c.s. dat McDevitt weet dat zij geen betrokkenheid meer heeft gehad nadat bleek dat de voorlopige koopovereenkomst niet definitief zou worden. Volgens haar probeert McDevitt met het verzoek op zoek te gaan naar nog onbekende aanknopingspunten voor een vordering. Dit verweer slaagt niet. McDevitt betoogt immers dat de courtage op grond van de afspraken tussen partijen zonder meer verschuldigd is bij de verkoop van de grond. Tussen partijen is verder in geschil of McDevitt, als die uitleg niet wordt gevolgd, betrokken is geweest bij de totstandkoming van de definitieve koopovereenkomst. McDevitt stelt van wel en heeft naar voren gebracht dat zij ook na 2019 uitvoering heeft gegeven aan de courtage-overeenkomst, onder andere doordat zij betrokken zou zijn geweest bij het vinden van een nieuwe huurder. Anders dan Corum c.s. aanvoert, bestaat dus wel een verband tussen de vordering die McDevitt overweegt in te stellen (een vordering tot betaling van de courtage) en de feiten die zij wil bewijzen (dat de partijverklaringen en –gedragingen haar uitleg ondersteunen en dat zij ook na 2019 uitvoering heeft gegeven aan de courtage-overeenkomst). Ook alle andere onderwerpen waarover McDevitt getuigen wil horen, hebben betrekking op de vraag of Corum c.s. courtage verschuldigd is. De rechtbank ziet daarom geen aanleiding voor de conclusie dat het verzoek wordt gebruikt als
fishing expedition.
5.De beslissing
4 mei 2023om partijen in de gelegenheid te stellen hun verhinderdata en die van de op te roepen getuigen voor de maanden
juni tot en met augustus 2023door te geven aan de griffier van deze rechtbank (t.a.v. rekestenadministratie van de Afdeling privaatrecht, team Handelszaken), waarna een datum voor verhoor zal worden bepaald,