Uitspraak
,
1.Procesverloop
.
Rechtbank Amsterdam
Op 14 april 2023 heeft de Rechtbank Amsterdam een beschikking gegeven inzake een zorgmachtiging voor een betrokkene, geboren in 1980, naar aanleiding van een verzoek van de officier van justitie. Dit verzoek was gericht op het verlenen van verplichte zorg op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De rechtbank heeft de mondelinge behandeling op 13 april 2023 gehouden, waarbij de advocaat van de betrokkene, mr. P. Jeeninga, en psychiater D. Mounir aanwezig waren. De advocaat voerde aan dat de betrokkene een zelfbindingsverklaring had die tot 12 september 2023 geldig was, en dat de omstandigheden voor het verlenen van verplichte zorg niet aanwezig waren. De psychiater daarentegen stelde dat de betrokkene geen ziektebesef had en dat er een risico bestond dat zij zou stoppen met medicatie zonder juridische kaders. De rechtbank oordeelde dat de zelfbindingsverklaring niet voldeed om ernstig nadeel voor de betrokkene te voorkomen en dat verplichte zorg noodzakelijk was. De rechtbank verleende de zorgmachtiging voor een periode van 6 maanden, met specifieke maatregelen zoals het toedienen van medicatie en het beperken van de bewegingsvrijheid. De beschikking is openbaar uitgesproken door rechter A.K. Mireku, bijgestaan door griffier H.J. Binken.